Race and the Pitfalls of Emotional Democracy: Primary Schools and the Critique of Black Pete in the Netherlands

A centrepiece of the Dutch festival of Sinterklaas, the blackface character Black Pete, has met with growing contestation in the past decade over its caricatural representation of people of African descent. Attacks on this national “happy object” elicited a host of majority responses that converged...

Ausführliche Beschreibung

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
Veröffentlicht in:Antipode 2017-11, Vol.49 (5), p.1244-1262
Hauptverfasser: Coenders, Yannick, Chauvin, Sébastien
Format: Artikel
Sprache:eng
Schlagworte:
Online-Zugang:Volltext
Tags: Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
Beschreibung
Zusammenfassung:A centrepiece of the Dutch festival of Sinterklaas, the blackface character Black Pete, has met with growing contestation in the past decade over its caricatural representation of people of African descent. Attacks on this national “happy object” elicited a host of majority responses that converged in professing non‐racism. As the celebration is primarily thought of as a children's festival, schools across the Netherlands had to decide whether to maintain, alter or suppress the Black Pete character. This article considers the spatial politics of race that informed school decisions about the festival. We show geographical variation in the distribution between change and non‐change. However, we find that both strategies were justified in the name of respect for “black feelings”, even as majority calls for mutual tolerance between proponents and opponents of Black Pete normatively portrayed multicultural society as conflict free and ultimately strove to disarm anti‐racist critique by framing it as anti‐democratic. Zwarte Piet—een centraal figuur in het jaarlijkse Sinterklaasfeest—is vanwege zijn karikaturale representatie van afro‐Nederlanders in het afgelopen decennium in toenemende mate onder druk komen te staan. Omdat de Sinterklaastraditie vooral gezien wordt als kinderfeest, zien veel basisscholen zich gedwongen een beslissing te nemen over de omstreden figuur. In dit artikel bespreken we hoe de ruimtelijke verbeelding van raciale spreiding een rol speelde in de strategieën van scholen om hiermee om te gaan tijdens de viering. Scholen maakten een verscheidenheid aan keuzes. Zowel scholen die niks veranderden aan het feest als scholen die dit wel deden, rechtvaardigden echter hun keuze met een beroep op “zwarte gevoelens”. Dit laatste ging gepaard met de roep om wederzijdse tolerantie tussen voor‐ en tegenstanders van Zwarte Piet. Hiermee riep een witte meerderheid het ideaalbeeld op van de conflictvrije multiculturele samenleving, met als gevolg dat antiracistische kritiek als antidemocratisch kon worden geframed.
ISSN:0066-4812
1467-8330
DOI:10.1111/anti.12328