DE PLAATSING DER RĀMA-RELIEFS VAN TJAṆḌI LARA-DJONGGRANG EN DE ZONNE-OMLOOP

Onze uitleggingen blijven hopeloos aan de oppervlakte en het is dan ook ongetwijfeld hierdoor, dat men zich somwijlen den ouden eeredienst van Java wil voorstellen als een op traditie berustend en daardoor geheiligd zinloos labyrinth, waarin de eigen priester ver-ward raakte en waar ruimschoots gelegenheid was tot afdwalen van den geheiligden weg. Wat nu de oudheden van Java aangaat, zoo zijn het voornamelijk de reliefvoorstellingen geweest, die telkens en telkens den interpretator tot wan-hoop brachten aangezien de voor ons gevoel logische indeeling deigebruikte stof menigmaal bleek te ontbreken en wij daarvoor in de plaats te maken kregen met een oogenschijnlijk geheel willekeurige verdeeling der tafereelen over de beschikbare ruimten. De conclusie ligt voor de hand: de priesters, die bij het ontwerpen hunne aanwijzingen gegeven hebben voor deze wonderlijke verdeeling, verstonden of hun vak niet meer, of zij namen het niet zoo nauw. Welnu, lettende op het 122 DE PLAATSING DEK KMA-RF.LIEFS VAN karakter dezer punten, geloof ik, dat wij ons niet te ver wagen, indien wij de overgangs- en keerpunten van Rama's loopbaan aan den (Jiwatempel samen doen vallen met de zelfde punten in de zonnebaan.