Bijdragen tot de spraakkunst van het Oudjavaansch

Door dezen vorm wordt te kennen gegeven dat iemand of iets in zekeren toestand gekomen is, het resultaat eener werking ondervindt, bijv. k a t o n , in 't gezicht gekomen, zichtbaar geworden, blijkbaar, van den st. t o n , waarvan t u m o n , ziet, zag; (m) a n o n, ziende, ziet (imperfectief);...

Ausführliche Beschreibung

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
Veröffentlicht in:Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde land- en volkenkunde, 1901-01, Vol.53 (1), p.512
1. Verfasser: Kern, H
Format: Artikel
Sprache:dut
Schlagworte:
Online-Zugang:Volltext
Tags: Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
Beschreibung
Zusammenfassung:Door dezen vorm wordt te kennen gegeven dat iemand of iets in zekeren toestand gekomen is, het resultaat eener werking ondervindt, bijv. k a t o n , in 't gezicht gekomen, zichtbaar geworden, blijkbaar, van den st. t o n , waarvan t u m o n , ziet, zag; (m) a n o n, ziende, ziet (imperfectief); kftndg, tot stilstand gekomen, doch u mand e g , stond stil; k a u g e n , in gedachte verdiept, van ^_ a n g n , gedachte; k a n g g k , gestuit; k a n d k , verzakt; k a l a h g> (eig. k a l a h ) , bezweken, zwichtte; k e p w a n , in benarden toestand geraakt'of gebracht, Skr. w y & k u l i t a , maar m e p u of e p u , verlegen, radeloos, Skr. w y a k u l a ; van k e p w a n is verder afgeleid ( m ) a n g e p w a n , zich in benarden toestand, in verlegenheid gevoelen, Adip. 70; Sutas. 9, b ; k e i ik, verafschuwd, gehaat; maar m e l i k of e l i k , afschuw, tegenzin hebbende; k o inbak , in golving geraakt, in beroering gebracht, van u m b a k , golf; k a t u l u y , voortgezet, van t u 1 u y, voort, voorts, aanstonds , waarvan ook t u m u l u y , ging voort; k / j a r , geleerd, Lat. d o c t u s , en ook vermeld; k a d y u s, gebaad, gewasschen , passief perfectief van ( m ) a n d y u s , iemand baden of wassehen; k a l a p , genomen, geroofd, Adip. 84, maar ( u ) m a l a p , nam, roofde; k a l a p a n , beroofd, CV wien iets ontroofd of ontvoerd is; k ^ n g i n a n, door den wind getroffen of bewogen; k a g n t r a n , door den donder getroffen of bereikt; k a h i l a n g a n , door verlies getroffen, verlies geleden hebbende, bijv. k a h i l a n g a n l m b u , zijn koe verloren hebbende , Adip. 151, van hi l a n g , verdwenen, te loor gegaan, Skr. n a s t a ; k e d k a u, met den voet getrapt, vertrapt geworden; k a s i h, . bemind, geliefde; k a h a s a n , doorzworven; k a m p i r a n , aangedaan BIJDRAGEN TOT E SPRAAKKUNST VAN HET OUDJAVAANSCH. l"'. BIJDRAGEN TOT DE SPRAAKKUNST VAN HET OUDJAVAA.N8CH. 5 1 3 (op reis), even bezocht, B. K. 33; k a w e s a (voor k a w e c a ) , bezeten, Skr. a w i s t a ; k a h a r p en k a h y u n , gewenseht, begeerd, gewild; subst. weusch, begeerte, wil; k a r i , k S n t n n , achtergebleven, van a r i , waarvan (u)raari, hield op; k a c and uk, bereikt; k a j u r u h a n , (met iets als siroop) bedropen; ka j a w u h , neergekomen, neergevallen, maar d a w u h , viel of kwam neer; k a t a k i s , afgeweerd; k a t a t a k u t , zeer geducht; k a t i b l , ten val gebracht of geraakt, BY. 172; 251; 597, doch tibft, valt
ISSN:0006-2294
2213-4379