KANA SERA OF ZANG DER ZWANGERSCHAP: Een sacrale hymne der Mualang-Dajaks

P. Donatus Dunselman Kana Sera of Zang der Zwangerschap; Een sacrale hymne der Mualang-Dajaks In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 110 (1954), no: 1, Leiden, 52-63 This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl KANA SERA OF ZANG DER ZWANGERSCHAP Een sacrale hymne der Mual...

Ausführliche Beschreibung

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
Veröffentlicht in:Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde land- en volkenkunde, 1954-01, Vol.110 (1), p.52-63
1. Verfasser: DUNSELMAN, P. DONATUS
Format: Artikel
Sprache:dut
Schlagworte:
Online-Zugang:Volltext bestellen
Tags: Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
Beschreibung
Zusammenfassung:P. Donatus Dunselman Kana Sera of Zang der Zwangerschap; Een sacrale hymne der Mualang-Dajaks In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 110 (1954), no: 1, Leiden, 52-63 This PDF-file was downloaded from http://www.kitlv-journals.nl KANA SERA OF ZANG DER ZWANGERSCHAP Een sacrale hymne der Mualang-Dajaks. KANA SERA OF ZANG DER ZWANGERSCHAP. 55 hoog waarderende woorden van Pater W. Schmidt, die spreekt van the wonderful art of rhyming, which, without doubt, rivals the most artificial specimens of Italian and other Roman people's poetry" (Anthropos, Jrg. 1912, p. 135) mogen o.i. ook gelden voor deze Kana Sera. [...]ngantl means to exchange, but ngant to wait for; petl a box, but petl a pig-trap; mal to be ashamed, but mat to strike; ag a privy, but ag foolish; teb sugar-cane, but teb a kind of wart or corn on the f eet; mangka is a man's name, but mangka to knock against. KANA SERA OF ZANG DER ZWANGERSCHAP. 63 Hij stapt op de steunbalk fraai (gebogen) als (de armen van) [iemand, die een lajang-schotel ophoudt; 55 Hij daalt af de vaste trap onder het geluid van de smakkende, [gestreepte varkens; Hij stapt over het wijde erf, opzij drukkend de vruchten van de[rode malva; Loopt vlak langs de rijstschuurtjes met houten schijven; Langs de schuurtjes met kruisbalken tussen de palen; Hij loopt stroomaf met veel geruisel van water;60 Hij gaat in en bocht langs de bosreserve, langs de rand van de [vruchtboomaanplant; Hij stapt door de modder over opwippende stukken hout; Hij kruist het wijde water, waar een brug is gemaakt van een[boomstam; Hij beklimt een hoge heuvel, waartegen een trap is gemaakt van[stukken hout; Hij gaat naar de aanlegplaats der prauwen; 65 Naar zijn vaartuig met palmbladeren dak; Naar zijn prauw met opgebouwde boord van mang-hout; Hij ordent de achtersteven (slank) als de snuit van een civet-kat; Hij grijpt zijn pagaai van leban-hout hard als been ; Pakt de roeiriem achterwaarts zittend;70 Hij slaat zijn trekhaak in de dwarstakken der mpana-bomen; Hij duwt zijn vaarboom tussen de stenen der grintbank.
ISSN:0006-2294
2213-4379