Anticipatie(ve interpretatie) van het nieuwe verbintenissenrecht door het Hof van Cassatie
In 2020 is de alom gekende Code Napoléon van 1804 hernoemd van "Burgerlijk Wetboek" naar "oud Burgerlijk Wetboek". Deze nieuwe benaming is het resultaat van een (eraan voorafgaande en op heden nog lopende) intensieve wetgevende moderniseringsoefening en luidt een nieuw tijdperk i...
Gespeichert in:
Hauptverfasser: | , , , , , , |
---|---|
Format: | Buchkapitel |
Sprache: | eng |
Online-Zugang: | Volltext bestellen |
Tags: |
Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
|
Zusammenfassung: | In 2020 is de alom gekende Code Napoléon van 1804 hernoemd van "Burgerlijk Wetboek" naar "oud Burgerlijk Wetboek". Deze nieuwe benaming is het resultaat van een (eraan voorafgaande en op heden nog lopende) intensieve wetgevende moderniseringsoefening en luidt een nieuw tijdperk in. Midden in deze oefening en aan het begin van dat nieuwe tijdperk namen de beide gevierden in 2019 hun ambt als eerste voorzitter en procureur-generaal bij het Hof van Cassatie op. Zij bestuurden tot 1 april 2024 het roer van dit Hof, dat zich, als de hoeder van de uniforme wetsinterpretatie, in die periode in woelige wateren bevond.
Woelig was het water in het bijzonder naar aanleiding van cassatierechtspraak omtrent verbintenisrechtelijke vraagstukken. Het verbintenissenrecht stond vanaf 2015 tot 2022 in de steigers. Op 1 januari 2023 trad het nieuwe verbintenissenrecht in werking. In enkele arresten van deze periode zou het Hof volgens sommigen deze wetgeving in opbouw al anticipatief toepassen, waardoor het Hof volgens anderen een gevaarlijke invulling geeft aan de verhouding tussen de wetgevende en de rechterlijke macht. Een debat over anticipatie, anticipatieve toepassing of anticipatieve interpretatie ontspon zich.
Als uitsmijter op dit debat staat in deze bijdrage de vraag centraal hoe het Hof van Cassatie zijn rechtsvormende taak ter harte nam tegen de achtergrond van de hervorming van het verbintenissenrecht Werkte het Hof behoedzaam, voetje voor voetje, voort aan de rechtsontwikkeling, met een blik op het verleden, het heden én de toekomst, zoals het de beide gevierden typeert? Of paste het Hof werkelijk anticipatief nog niet bestaande of niet in werking getreden wetgeving toe? |
---|