Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie

De toenemende complexiteit en diversiteit van leerlingen in de b-stroom creëren een buitengewoon uitdagende context voor leraren. De uitdagingen rond diversiteit en ongelijkheid zijn vermenigvuldigd en zijn nauw verbonden met elkaar, wat streven naar studiesucces voor elke leerling een complexe real...

Ausführliche Beschreibung

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
Hauptverfasser: Arnou, Charlotte, Van Peteghem, Heline, Placklé, Inge, Vandecandelaere, Machteld
Format: Report
Sprache:eng
Online-Zugang:Volltext bestellen
Tags: Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
container_end_page
container_issue
container_start_page
container_title
container_volume
creator Arnou, Charlotte
Van Peteghem, Heline
Placklé, Inge
Vandecandelaere, Machteld
description De toenemende complexiteit en diversiteit van leerlingen in de b-stroom creëren een buitengewoon uitdagende context voor leraren. De uitdagingen rond diversiteit en ongelijkheid zijn vermenigvuldigd en zijn nauw verbonden met elkaar, wat streven naar studiesucces voor elke leerling een complexe realiteit maakt voor leraren (Cochran-Smith, Ell, Grudnoff, Haigh, Hill & Ludlow, 2016). Met de initiatieven om meer inclusief onderwijs te realiseren, stromen leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften en -vaardigheden binnen. Leerlingen met een migratie- en/of lage sociaaleconomische achtergrond hebben een verhoogde kans om lager te presteren. Met andere woorden, persoonlijke of sociale omstandigheden voorspellen een lagere kans van het bereiken van hun onderwijspotentieel in de schoolse leeromgeving (OECD, 2012). Recente peilingsresultaten tonen aan dat veel van deze maatschappelijk kwetsbare leerlingen de minimumdoelstellingen niet behalen (Carpentier, Costers, Janssen, & Willem, 2020). Een algemene vorming is voor deze leerlingen nochtans cruciaal om te kunnen meedraaien in onze complexe maatschappij, en deze mee vorm te geven. Een basisgeletterdheid is noodzakelijk om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De leraar en zijn team vormen de spilfiguur in de realisatie van die basisvorming. Er is nood aan kennis over kenmerken van effectieve leeromgevingen in de b-stroom en over de voorwaarden om dit te kunnen realiseren. Met dit eerste werkpakket binnen het obpwo-project 'Effectieve leeromgevingen in de b-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs' willen we inzichten uit de wetenschappelijke literatuur in kaart brengen inzake effectieve pedagogisch-didactische principes voor de diverse populatie in de b-stroom. Het doel van deze studie is om door middel van een best fit framework synthese effectieve pedagogisch-didactische principes te identificeren in voorgaand empirisch onderzoek. Daar waar vele bestaande frameworks of modellen (zoals o.a. Coe et al., 2020) zich in het algemeen focussen op dimensies waar leraren op kunnen inzetten om het leren te maximaliseren, willen wij onderzoeken of deze modellen ook gelden voor een meer specifieke doelgroep, namelijk de b-stroom. Een synthese van drie modellen (Coe et al., 2014, 2020; Placklé et.al, 2020, Inda-Caro et al., 2019), vertaalde zich in een a priori framework. We gingen na of de verschillende elementen in dit kader ook van toepassing zijn voor de specifieke doelgroep in
format Report
fullrecord <record><control><sourceid>kuleuven_FZOIL</sourceid><recordid>TN_cdi_kuleuven_dspace_20_500_12942_708456</recordid><sourceformat>XML</sourceformat><sourcesystem>PC</sourcesystem><sourcerecordid>20_500_12942_708456</sourcerecordid><originalsourceid>FETCH-kuleuven_dspace_20_500_12942_7084563</originalsourceid><addsrcrecordid>eNqVzL0OgjAYRuEuDga9h84mmALi36jBOLipcWwaeMGmUEj7lejdu3gBOp3lyZmye1HXKEljBG8B13cNRm0bWK4tr8APsSfX9x1_wJlBGQPiyZ5f357QKdK-fIJfNMEpCsF5CpXGjE1q1XrMv43Y4lTcjufYhBZhhJWVH1QJmQqZCyGTdLdK5UZsV_k6i9jyZyzpRdlf9w_C9k1U</addsrcrecordid><sourcetype>Institutional Repository</sourcetype><iscdi>true</iscdi><recordtype>report</recordtype></control><display><type>report</type><title>Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie</title><source>Lirias (KU Leuven Association)</source><creator>Arnou, Charlotte ; Van Peteghem, Heline ; Placklé, Inge ; Vandecandelaere, Machteld</creator><creatorcontrib>Arnou, Charlotte ; Van Peteghem, Heline ; Placklé, Inge ; Vandecandelaere, Machteld</creatorcontrib><description>De toenemende complexiteit en diversiteit van leerlingen in de b-stroom creëren een buitengewoon uitdagende context voor leraren. De uitdagingen rond diversiteit en ongelijkheid zijn vermenigvuldigd en zijn nauw verbonden met elkaar, wat streven naar studiesucces voor elke leerling een complexe realiteit maakt voor leraren (Cochran-Smith, Ell, Grudnoff, Haigh, Hill &amp; Ludlow, 2016). Met de initiatieven om meer inclusief onderwijs te realiseren, stromen leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften en -vaardigheden binnen. Leerlingen met een migratie- en/of lage sociaaleconomische achtergrond hebben een verhoogde kans om lager te presteren. Met andere woorden, persoonlijke of sociale omstandigheden voorspellen een lagere kans van het bereiken van hun onderwijspotentieel in de schoolse leeromgeving (OECD, 2012). Recente peilingsresultaten tonen aan dat veel van deze maatschappelijk kwetsbare leerlingen de minimumdoelstellingen niet behalen (Carpentier, Costers, Janssen, &amp; Willem, 2020). Een algemene vorming is voor deze leerlingen nochtans cruciaal om te kunnen meedraaien in onze complexe maatschappij, en deze mee vorm te geven. Een basisgeletterdheid is noodzakelijk om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De leraar en zijn team vormen de spilfiguur in de realisatie van die basisvorming. Er is nood aan kennis over kenmerken van effectieve leeromgevingen in de b-stroom en over de voorwaarden om dit te kunnen realiseren. Met dit eerste werkpakket binnen het obpwo-project 'Effectieve leeromgevingen in de b-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs' willen we inzichten uit de wetenschappelijke literatuur in kaart brengen inzake effectieve pedagogisch-didactische principes voor de diverse populatie in de b-stroom. Het doel van deze studie is om door middel van een best fit framework synthese effectieve pedagogisch-didactische principes te identificeren in voorgaand empirisch onderzoek. Daar waar vele bestaande frameworks of modellen (zoals o.a. Coe et al., 2020) zich in het algemeen focussen op dimensies waar leraren op kunnen inzetten om het leren te maximaliseren, willen wij onderzoeken of deze modellen ook gelden voor een meer specifieke doelgroep, namelijk de b-stroom. Een synthese van drie modellen (Coe et al., 2014, 2020; Placklé et.al, 2020, Inda-Caro et al., 2019), vertaalde zich in een a priori framework. We gingen na of de verschillende elementen in dit kader ook van toepassing zijn voor de specifieke doelgroep in de b-stroom. Dit deden we op basis van een systematische literatuurstudie naar effectieve pedagogisch-didactische principes voor deze doelgroep. Het a priori framework werd op basis van die literatuurstudie verfijnd en aangepast wat resulteerde in een nieuw, meer specifiek framework: het kader voor leraren in de b-stroom om de onderwijseffectiviteit te maximaliseren (KaBOEM). Dit kader geeft effectieve pedagogisch-didactische principes weer voor het ontwerpen van krachtige leeromgevingen in de b-stroom. Opvallende resultaten zijn dat er voor de meeste pedagogisch-didactische principes uit het a priori framework ook empirische evidentie bestaat specifiek voor de b-stroom. Deze evidentie ontbreekt echter voor het principe 'Overtuigingen van de leraar over leren en onderwijzen', dat moeilijk te onderzoeken is via interventiestudies, maar waarvoor er wel evidentie blijkt in kwalitatieve studies (e.g. Willegems, 2020). Het managen van de klaspraktijk, wat een deel is van het principe 'Management van de klas(praktijk)' komt amper aan bod in de interventiestudies maar is meestal een conditie voor het implementeren van de interventie. Een gelijkaardige vaststelling kan gemaakt worden bij 'Uitdagende leeractiviteiten in authentieke contexten', waarvoor er evidentie is, zij het gefragmenteerd in interventies en soms als conditie voor het implementeren van de interventie. Voor de overige principes is er evidentie dat deze een positief effect hebben op de uitkomsten van leerlingen in de b-stroom. Op basis van die evidentie konden die principes verfijnd worden. De gevonden accentverschuivingen zijn: (1) leraar faciliteert, (2) hoge verwachtingen en ambitieuzere doelen, (3) relevantie en/of verbondenheid van leerinhouden, (4) uitdagende 5 leeractiviteiten, (5) expliciet aanleren van een veilige, positieve en ondersteunde leeromgeving, (6) geleidelijke verschuiving in verantwoordelijkheid, (7) gevarieerde instructie, (8) Pedagogical Content Knowledge (PCK). Dit onderzoek kent enkele limitaties. Ten eerste is het a priori framework beperkt tot een synthese van kaders en modellen die ook effectief gepromoot werden als kader of model voor krachtige leeromgevingen. Ten tweede stellen we vast dat de primaire studies voornamelijk uitgevoerd zijn in de Verenigde Staten (n=28). Ten derde bleken de domeinen van de primaire studies niet evenwichtig verdeeld te zijn, met een oververtegenwoordiging aan interventieonderzoek naar begrijpend lezen in vergelijking met andere cognitieve en niet-cognitieve uitkomsten. Verder moet er rekening gehouden worden met het feit dat de meeste interventiestudies relatief kortdurend zijn waardoor er geen zicht is op langetermijneffecten. Ten slotte zijn principes steeds in samenhang met een of meerdere andere principes onderzocht. Dit betekent dat de principes opgenomen in KaBOEM systemisch en dynamisch moeten bekeken worden en dat net de samenhang van principes een krachtige leeromgeving voor de b-stroom creëert. KaBOEM is een visuele voorstelling de van alle inzichten in de effectiviteit van de principes voor deze doelgroep. Dit kader bevat effectieve pedagogisch-didactische principes waar een leraar en zijn team op kunnen inzetten in het creëren van een krachtige leeromgeving, waarbij de leerling het vertrekpunt vormt. Zowel de leerling als de leraar (en zijn team) kunnen de tandwielen laten draaien en zo elkaar in beweging krijgen. Om dit alles goed te laten gedijen is een veilige, ondersteunende en positieve context nodig. De pedagogisch-didactische principes zijn tenslotte wederzijds afhankelijk en kunnen niet gescheiden worden van elkaar. Dit kader kreeg de naam 'KaBOEM', een luide knal. Dit woord gebruiken jongeren wanneer iets verrassends en voor hun omgeving onverwachts gebeurt of wanneer ze iets indrukwekkends gedaan hebben. Met dit kader willen we dat leerlingen indrukwekkende prestaties neerzetten en hun omgeving verrassen. KaBOEM.</description><language>eng</language><creationdate>2022</creationdate><oa>free_for_read</oa><woscitedreferencessubscribed>false</woscitedreferencessubscribed></display><links><openurl>$$Topenurl_article</openurl><openurlfulltext>$$Topenurlfull_article</openurlfulltext><thumbnail>$$Tsyndetics_thumb_exl</thumbnail><link.rule.ids>315,776,4476,27837</link.rule.ids><linktorsrc>$$Uhttps://lirias.kuleuven.be/handle/20.500.12942/708456$$EView_record_in_KU_Leuven_Association$$FView_record_in_$$GKU_Leuven_Association$$Hfree_for_read</linktorsrc></links><search><creatorcontrib>Arnou, Charlotte</creatorcontrib><creatorcontrib>Van Peteghem, Heline</creatorcontrib><creatorcontrib>Placklé, Inge</creatorcontrib><creatorcontrib>Vandecandelaere, Machteld</creatorcontrib><title>Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie</title><description>De toenemende complexiteit en diversiteit van leerlingen in de b-stroom creëren een buitengewoon uitdagende context voor leraren. De uitdagingen rond diversiteit en ongelijkheid zijn vermenigvuldigd en zijn nauw verbonden met elkaar, wat streven naar studiesucces voor elke leerling een complexe realiteit maakt voor leraren (Cochran-Smith, Ell, Grudnoff, Haigh, Hill &amp; Ludlow, 2016). Met de initiatieven om meer inclusief onderwijs te realiseren, stromen leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften en -vaardigheden binnen. Leerlingen met een migratie- en/of lage sociaaleconomische achtergrond hebben een verhoogde kans om lager te presteren. Met andere woorden, persoonlijke of sociale omstandigheden voorspellen een lagere kans van het bereiken van hun onderwijspotentieel in de schoolse leeromgeving (OECD, 2012). Recente peilingsresultaten tonen aan dat veel van deze maatschappelijk kwetsbare leerlingen de minimumdoelstellingen niet behalen (Carpentier, Costers, Janssen, &amp; Willem, 2020). Een algemene vorming is voor deze leerlingen nochtans cruciaal om te kunnen meedraaien in onze complexe maatschappij, en deze mee vorm te geven. Een basisgeletterdheid is noodzakelijk om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De leraar en zijn team vormen de spilfiguur in de realisatie van die basisvorming. Er is nood aan kennis over kenmerken van effectieve leeromgevingen in de b-stroom en over de voorwaarden om dit te kunnen realiseren. Met dit eerste werkpakket binnen het obpwo-project 'Effectieve leeromgevingen in de b-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs' willen we inzichten uit de wetenschappelijke literatuur in kaart brengen inzake effectieve pedagogisch-didactische principes voor de diverse populatie in de b-stroom. Het doel van deze studie is om door middel van een best fit framework synthese effectieve pedagogisch-didactische principes te identificeren in voorgaand empirisch onderzoek. Daar waar vele bestaande frameworks of modellen (zoals o.a. Coe et al., 2020) zich in het algemeen focussen op dimensies waar leraren op kunnen inzetten om het leren te maximaliseren, willen wij onderzoeken of deze modellen ook gelden voor een meer specifieke doelgroep, namelijk de b-stroom. Een synthese van drie modellen (Coe et al., 2014, 2020; Placklé et.al, 2020, Inda-Caro et al., 2019), vertaalde zich in een a priori framework. We gingen na of de verschillende elementen in dit kader ook van toepassing zijn voor de specifieke doelgroep in de b-stroom. Dit deden we op basis van een systematische literatuurstudie naar effectieve pedagogisch-didactische principes voor deze doelgroep. Het a priori framework werd op basis van die literatuurstudie verfijnd en aangepast wat resulteerde in een nieuw, meer specifiek framework: het kader voor leraren in de b-stroom om de onderwijseffectiviteit te maximaliseren (KaBOEM). Dit kader geeft effectieve pedagogisch-didactische principes weer voor het ontwerpen van krachtige leeromgevingen in de b-stroom. Opvallende resultaten zijn dat er voor de meeste pedagogisch-didactische principes uit het a priori framework ook empirische evidentie bestaat specifiek voor de b-stroom. Deze evidentie ontbreekt echter voor het principe 'Overtuigingen van de leraar over leren en onderwijzen', dat moeilijk te onderzoeken is via interventiestudies, maar waarvoor er wel evidentie blijkt in kwalitatieve studies (e.g. Willegems, 2020). Het managen van de klaspraktijk, wat een deel is van het principe 'Management van de klas(praktijk)' komt amper aan bod in de interventiestudies maar is meestal een conditie voor het implementeren van de interventie. Een gelijkaardige vaststelling kan gemaakt worden bij 'Uitdagende leeractiviteiten in authentieke contexten', waarvoor er evidentie is, zij het gefragmenteerd in interventies en soms als conditie voor het implementeren van de interventie. Voor de overige principes is er evidentie dat deze een positief effect hebben op de uitkomsten van leerlingen in de b-stroom. Op basis van die evidentie konden die principes verfijnd worden. De gevonden accentverschuivingen zijn: (1) leraar faciliteert, (2) hoge verwachtingen en ambitieuzere doelen, (3) relevantie en/of verbondenheid van leerinhouden, (4) uitdagende 5 leeractiviteiten, (5) expliciet aanleren van een veilige, positieve en ondersteunde leeromgeving, (6) geleidelijke verschuiving in verantwoordelijkheid, (7) gevarieerde instructie, (8) Pedagogical Content Knowledge (PCK). Dit onderzoek kent enkele limitaties. Ten eerste is het a priori framework beperkt tot een synthese van kaders en modellen die ook effectief gepromoot werden als kader of model voor krachtige leeromgevingen. Ten tweede stellen we vast dat de primaire studies voornamelijk uitgevoerd zijn in de Verenigde Staten (n=28). Ten derde bleken de domeinen van de primaire studies niet evenwichtig verdeeld te zijn, met een oververtegenwoordiging aan interventieonderzoek naar begrijpend lezen in vergelijking met andere cognitieve en niet-cognitieve uitkomsten. Verder moet er rekening gehouden worden met het feit dat de meeste interventiestudies relatief kortdurend zijn waardoor er geen zicht is op langetermijneffecten. Ten slotte zijn principes steeds in samenhang met een of meerdere andere principes onderzocht. Dit betekent dat de principes opgenomen in KaBOEM systemisch en dynamisch moeten bekeken worden en dat net de samenhang van principes een krachtige leeromgeving voor de b-stroom creëert. KaBOEM is een visuele voorstelling de van alle inzichten in de effectiviteit van de principes voor deze doelgroep. Dit kader bevat effectieve pedagogisch-didactische principes waar een leraar en zijn team op kunnen inzetten in het creëren van een krachtige leeromgeving, waarbij de leerling het vertrekpunt vormt. Zowel de leerling als de leraar (en zijn team) kunnen de tandwielen laten draaien en zo elkaar in beweging krijgen. Om dit alles goed te laten gedijen is een veilige, ondersteunende en positieve context nodig. De pedagogisch-didactische principes zijn tenslotte wederzijds afhankelijk en kunnen niet gescheiden worden van elkaar. Dit kader kreeg de naam 'KaBOEM', een luide knal. Dit woord gebruiken jongeren wanneer iets verrassends en voor hun omgeving onverwachts gebeurt of wanneer ze iets indrukwekkends gedaan hebben. Met dit kader willen we dat leerlingen indrukwekkende prestaties neerzetten en hun omgeving verrassen. KaBOEM.</description><fulltext>true</fulltext><rsrctype>report</rsrctype><creationdate>2022</creationdate><recordtype>report</recordtype><sourceid>FZOIL</sourceid><recordid>eNqVzL0OgjAYRuEuDga9h84mmALi36jBOLipcWwaeMGmUEj7lejdu3gBOp3lyZmye1HXKEljBG8B13cNRm0bWK4tr8APsSfX9x1_wJlBGQPiyZ5f357QKdK-fIJfNMEpCsF5CpXGjE1q1XrMv43Y4lTcjufYhBZhhJWVH1QJmQqZCyGTdLdK5UZsV_k6i9jyZyzpRdlf9w_C9k1U</recordid><startdate>20221026</startdate><enddate>20221026</enddate><creator>Arnou, Charlotte</creator><creator>Van Peteghem, Heline</creator><creator>Placklé, Inge</creator><creator>Vandecandelaere, Machteld</creator><scope>FZOIL</scope></search><sort><creationdate>20221026</creationdate><title>Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie</title><author>Arnou, Charlotte ; Van Peteghem, Heline ; Placklé, Inge ; Vandecandelaere, Machteld</author></sort><facets><frbrtype>5</frbrtype><frbrgroupid>cdi_FETCH-kuleuven_dspace_20_500_12942_7084563</frbrgroupid><rsrctype>reports</rsrctype><prefilter>reports</prefilter><language>eng</language><creationdate>2022</creationdate><toplevel>online_resources</toplevel><creatorcontrib>Arnou, Charlotte</creatorcontrib><creatorcontrib>Van Peteghem, Heline</creatorcontrib><creatorcontrib>Placklé, Inge</creatorcontrib><creatorcontrib>Vandecandelaere, Machteld</creatorcontrib><collection>Lirias (KU Leuven Association)</collection></facets><delivery><delcategory>Remote Search Resource</delcategory><fulltext>fulltext_linktorsrc</fulltext></delivery><addata><au>Arnou, Charlotte</au><au>Van Peteghem, Heline</au><au>Placklé, Inge</au><au>Vandecandelaere, Machteld</au><format>book</format><genre>unknown</genre><ristype>RPRT</ristype><btitle>Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie</btitle><date>2022-10-26</date><risdate>2022</risdate><abstract>De toenemende complexiteit en diversiteit van leerlingen in de b-stroom creëren een buitengewoon uitdagende context voor leraren. De uitdagingen rond diversiteit en ongelijkheid zijn vermenigvuldigd en zijn nauw verbonden met elkaar, wat streven naar studiesucces voor elke leerling een complexe realiteit maakt voor leraren (Cochran-Smith, Ell, Grudnoff, Haigh, Hill &amp; Ludlow, 2016). Met de initiatieven om meer inclusief onderwijs te realiseren, stromen leerlingen met verschillende onderwijsbehoeften en -vaardigheden binnen. Leerlingen met een migratie- en/of lage sociaaleconomische achtergrond hebben een verhoogde kans om lager te presteren. Met andere woorden, persoonlijke of sociale omstandigheden voorspellen een lagere kans van het bereiken van hun onderwijspotentieel in de schoolse leeromgeving (OECD, 2012). Recente peilingsresultaten tonen aan dat veel van deze maatschappelijk kwetsbare leerlingen de minimumdoelstellingen niet behalen (Carpentier, Costers, Janssen, &amp; Willem, 2020). Een algemene vorming is voor deze leerlingen nochtans cruciaal om te kunnen meedraaien in onze complexe maatschappij, en deze mee vorm te geven. Een basisgeletterdheid is noodzakelijk om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De leraar en zijn team vormen de spilfiguur in de realisatie van die basisvorming. Er is nood aan kennis over kenmerken van effectieve leeromgevingen in de b-stroom en over de voorwaarden om dit te kunnen realiseren. Met dit eerste werkpakket binnen het obpwo-project 'Effectieve leeromgevingen in de b-stroom van de eerste graad van het secundair onderwijs' willen we inzichten uit de wetenschappelijke literatuur in kaart brengen inzake effectieve pedagogisch-didactische principes voor de diverse populatie in de b-stroom. Het doel van deze studie is om door middel van een best fit framework synthese effectieve pedagogisch-didactische principes te identificeren in voorgaand empirisch onderzoek. Daar waar vele bestaande frameworks of modellen (zoals o.a. Coe et al., 2020) zich in het algemeen focussen op dimensies waar leraren op kunnen inzetten om het leren te maximaliseren, willen wij onderzoeken of deze modellen ook gelden voor een meer specifieke doelgroep, namelijk de b-stroom. Een synthese van drie modellen (Coe et al., 2014, 2020; Placklé et.al, 2020, Inda-Caro et al., 2019), vertaalde zich in een a priori framework. We gingen na of de verschillende elementen in dit kader ook van toepassing zijn voor de specifieke doelgroep in de b-stroom. Dit deden we op basis van een systematische literatuurstudie naar effectieve pedagogisch-didactische principes voor deze doelgroep. Het a priori framework werd op basis van die literatuurstudie verfijnd en aangepast wat resulteerde in een nieuw, meer specifiek framework: het kader voor leraren in de b-stroom om de onderwijseffectiviteit te maximaliseren (KaBOEM). Dit kader geeft effectieve pedagogisch-didactische principes weer voor het ontwerpen van krachtige leeromgevingen in de b-stroom. Opvallende resultaten zijn dat er voor de meeste pedagogisch-didactische principes uit het a priori framework ook empirische evidentie bestaat specifiek voor de b-stroom. Deze evidentie ontbreekt echter voor het principe 'Overtuigingen van de leraar over leren en onderwijzen', dat moeilijk te onderzoeken is via interventiestudies, maar waarvoor er wel evidentie blijkt in kwalitatieve studies (e.g. Willegems, 2020). Het managen van de klaspraktijk, wat een deel is van het principe 'Management van de klas(praktijk)' komt amper aan bod in de interventiestudies maar is meestal een conditie voor het implementeren van de interventie. Een gelijkaardige vaststelling kan gemaakt worden bij 'Uitdagende leeractiviteiten in authentieke contexten', waarvoor er evidentie is, zij het gefragmenteerd in interventies en soms als conditie voor het implementeren van de interventie. Voor de overige principes is er evidentie dat deze een positief effect hebben op de uitkomsten van leerlingen in de b-stroom. Op basis van die evidentie konden die principes verfijnd worden. De gevonden accentverschuivingen zijn: (1) leraar faciliteert, (2) hoge verwachtingen en ambitieuzere doelen, (3) relevantie en/of verbondenheid van leerinhouden, (4) uitdagende 5 leeractiviteiten, (5) expliciet aanleren van een veilige, positieve en ondersteunde leeromgeving, (6) geleidelijke verschuiving in verantwoordelijkheid, (7) gevarieerde instructie, (8) Pedagogical Content Knowledge (PCK). Dit onderzoek kent enkele limitaties. Ten eerste is het a priori framework beperkt tot een synthese van kaders en modellen die ook effectief gepromoot werden als kader of model voor krachtige leeromgevingen. Ten tweede stellen we vast dat de primaire studies voornamelijk uitgevoerd zijn in de Verenigde Staten (n=28). Ten derde bleken de domeinen van de primaire studies niet evenwichtig verdeeld te zijn, met een oververtegenwoordiging aan interventieonderzoek naar begrijpend lezen in vergelijking met andere cognitieve en niet-cognitieve uitkomsten. Verder moet er rekening gehouden worden met het feit dat de meeste interventiestudies relatief kortdurend zijn waardoor er geen zicht is op langetermijneffecten. Ten slotte zijn principes steeds in samenhang met een of meerdere andere principes onderzocht. Dit betekent dat de principes opgenomen in KaBOEM systemisch en dynamisch moeten bekeken worden en dat net de samenhang van principes een krachtige leeromgeving voor de b-stroom creëert. KaBOEM is een visuele voorstelling de van alle inzichten in de effectiviteit van de principes voor deze doelgroep. Dit kader bevat effectieve pedagogisch-didactische principes waar een leraar en zijn team op kunnen inzetten in het creëren van een krachtige leeromgeving, waarbij de leerling het vertrekpunt vormt. Zowel de leerling als de leraar (en zijn team) kunnen de tandwielen laten draaien en zo elkaar in beweging krijgen. Om dit alles goed te laten gedijen is een veilige, ondersteunende en positieve context nodig. De pedagogisch-didactische principes zijn tenslotte wederzijds afhankelijk en kunnen niet gescheiden worden van elkaar. Dit kader kreeg de naam 'KaBOEM', een luide knal. Dit woord gebruiken jongeren wanneer iets verrassends en voor hun omgeving onverwachts gebeurt of wanneer ze iets indrukwekkends gedaan hebben. Met dit kader willen we dat leerlingen indrukwekkende prestaties neerzetten en hun omgeving verrassen. KaBOEM.</abstract><oa>free_for_read</oa></addata></record>
fulltext fulltext_linktorsrc
identifier
ispartof
issn
language eng
recordid cdi_kuleuven_dspace_20_500_12942_708456
source Lirias (KU Leuven Association)
title Effectieve leeromgevingen in de B-stroom Werkpakket 1: Systematische Literatuurstudie
url https://sfx.bib-bvb.de/sfx_tum?ctx_ver=Z39.88-2004&ctx_enc=info:ofi/enc:UTF-8&ctx_tim=2025-02-14T12%3A22%3A20IST&url_ver=Z39.88-2004&url_ctx_fmt=infofi/fmt:kev:mtx:ctx&rfr_id=info:sid/primo.exlibrisgroup.com:primo3-Article-kuleuven_FZOIL&rft_val_fmt=info:ofi/fmt:kev:mtx:book&rft.genre=unknown&rft.btitle=Effectieve%20leeromgevingen%20in%20de%20B-stroom%20Werkpakket%201:%20Systematische%20Literatuurstudie&rft.au=Arnou,%20Charlotte&rft.date=2022-10-26&rft_id=info:doi/&rft_dat=%3Ckuleuven_FZOIL%3E20_500_12942_708456%3C/kuleuven_FZOIL%3E%3Curl%3E%3C/url%3E&disable_directlink=true&sfx.directlink=off&sfx.report_link=0&rft_id=info:oai/&rft_id=info:pmid/&rfr_iscdi=true