Transect-rapport 1926: Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Velp, Tolschestraat 41, Gemeente Grave (NB)
In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Tolschestraat 41in Velp (gemeente Grave). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de gedeeltelijke sloop en uitbreiding van de woning in het plangebied. Bij de...
Gespeichert in:
Format: | Web Resource |
---|---|
Sprache: | dut |
Online-Zugang: | Volltext bestellen |
Tags: |
Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
|
Zusammenfassung: | In november 2018 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Tolschestraat 41in Velp (gemeente Grave). De aanleiding voor het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de gedeeltelijke sloop en uitbreiding van de woning in het plangebied. Bij de voorgenomen werkzaamheden zal grondverzet plaatsvinden, waardoor de oorspronkelijke bodem en daarmee eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied kunnen worden verstoord. In het plangebied geldt volgens het bestemmingsplan Archeologie een hoge archeologische verwachting (Waarde – Archeologie 3). Een archeologisch onderzoek is dan verplicht bij bodemingrepen met een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 50 cm -Mv. Dit betekent dat gezien de omvang van de voorgenomen ontwikkeling in het plangebied in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning een archeologische waardestelling nodig is. Hiervoor dient een archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd. Uit het archeologisch vooronderzoek is gebleken dat het plangebied een hoge verwachting kent op het aantreffen van intacte archeologische waarden, samenhangend met de ontwikkeling van het historische gehucht Zaalheuvel vanaf de Nieuwe tijd en een intacte bodemopbouw aangetroffen in de top van het dekzand. Deze waarden kunnen worden in het aanwezige esdek vanaf maaiveld (Nieuwe tijd) en direct onder het aanwezige esdek, vanaf een diepte van 80-105 cm -Mv (Laat-Paleolithicum – Late Middeleeuwen). De aan te treffen archeologische waarden kunnen samenhangen met zowel vondstconcentraties als nederzettingsterreinen, sporen van landgebruik en erfgerelateerde verschijnselen. Ter plaatse van de bestaande bebouwing zijn deze waarden in meer of mindere mate aangetast door funderingen of kelders. De aanleg van de nieuwe funderingen aan de noordzijde van het plangebied, ter plaatse van de bestaande mestkelders, is in dit verband de enige roering van der ondergrond ter buiten de bestaande funderingen. Aangezien de nieuwe funderingen de ondergrond tot een geringere diepte zullen verstoren dan de diepte van de huidige mestkelders, zullen hierbij geen archeologische waarden in gevaar komen. |
---|---|
DOI: | 10.17026/dans-28c-5q4p |