Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
1. Verfasser: Speelman, Cornelis 1628-1684 (VerfasserIn)
Format: Buch
Sprache:Dutch
Veröffentlicht: Amsterdam Müller 1908
Schriftenreihe:Werken Ser. 3,26
Schlagworte:
Online-Zugang:Inhaltsverzeichnis
Tags: Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!

MARC

LEADER 00000nam a2200000 cb4500
001 BV005187293
003 DE-604
005 20190806
007 t|
008 920527s1908 ne |||| 00||| dut d
035 |a (OCoLC)260116062 
035 |a (DE-599)BVBBV005187293 
040 |a DE-604  |b ger  |e rakwb 
041 0 |a dut 
044 |a ne  |c NL 
049 |a DE-473  |a DE-Re8  |a DE-12  |a DE-37  |a DE-188 
084 |a NK 1056  |0 (DE-625)125855:  |2 rvk 
084 |a NN 7400  |0 (DE-625)127087:  |2 rvk 
100 1 |a Speelman, Cornelis  |d 1628-1684  |e Verfasser  |0 (DE-588)101383878  |4 aut 
245 1 0 |a Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652  |b met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis  |c uitgegeven door A. Hotz 
264 1 |a Amsterdam  |b Müller  |c 1908 
300 |a CXV, 466 S. 
336 |b txt  |2 rdacontent 
337 |b n  |2 rdamedia 
338 |b nc  |2 rdacarrier 
490 1 |a Werken  |v Ser. 3,26 
600 1 7 |a Cunaeus, Joan  |0 (DE-588)12343422X  |2 gnd  |9 rswk-swf 
651 7 |a Iran  |0 (DE-588)4027653-3  |2 gnd  |9 rswk-swf 
655 7 |0 (DE-588)4076645-7  |a Reisebericht  |y 1651-1652  |2 gnd-content 
689 0 0 |a Cunaeus, Joan  |0 (DE-588)12343422X  |D p 
689 0 1 |a Iran  |0 (DE-588)4027653-3  |D g 
689 0 |5 DE-604 
700 1 |a Hotz, Albertus  |d 1855-1930  |e Sonstige  |0 (DE-588)119319640  |4 oth 
830 0 |a Werken  |v Ser. 3,26  |w (DE-604)BV037477414  |9 3,26 
856 4 2 |m Digitalisierung UB Bamberg  |q application/pdf  |u http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003207796&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA  |3 Inhaltsverzeichnis 
940 1 |q BSBQK0130 
943 1 |a oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796 
980 4 |a (DE-12)AK49152039 

Datensatz im Suchindex

DE-BY-UBR_call_number 9992 H/NK 1056 G324.3
DE-BY-UBR_katkey 3237555
DE-BY-UBR_location 9992 H
DE-BY-UBR_media_number TEMP11739140
_version_ 1822695909063917568
adam_text INHOUD. EERSTE HOOFDSTUK. Jaaktallen. Bladz. De Papoesche radja s oudtijds middelaars tus- schen de Moluksche vorsten en Nieuw-Guinea. . l Wat men oudtijds onder de Papoesche landen verstond ........ ,...... 1—2 Coram speelt een rol in de geschiedenis der Papões. De Papões van Misool stonden vijandig tegen¬ over die van de meer oostelijk wonende Papões. . 2—3 ± 1400. Legende omtrent de overheersching van het land der Papoes door Gebe.......... Б 1465 à 1512, Legenden betreffende oude betrekkingen tusschen Batjan en Misool ............ 3—5 1521. Pigafetta spreekt van een radja-Papua op Gilolo. 5 1527. Uriarte vaart langs de Papoesche eilanden. . 5 ± 1527. de Menezes te Versya (misschien Warsai). . 5 1528. Saavedra op isla del oro (misschien Schouten¬ eiland), en Urais la grande op Io 40 Z. B. . . 5—6 1529. Saavedra op de noordkust van Nieuw Guinea van 2° tot 5° Z. B. Hij wordt de ontdekker van Nieuw Guinea genoemd .......... 6 1526—1536. Goud van de eilanden //los Papuas ..... 6 1535. Verbond tusschen de Moluksche vorsten en de Papoesche radja s van Vaigama, Vaigue, Quibibi en Mincimbo ............. 6—7 1537. De moord der schepelingen van de Grijalva had waarschijnlijk niet op de Papoesche eilanden plaats. 3—8 1538. Fogaça onderzoekt dien moord en sluit vriendschap met de koningen dier eilanden. . ,..... 8 тіл ± 1550. Christenen op de Papoesche-eilanden .... 8—9 1643. Della Torre is niet op Nieuw Guinea geweest . 9 1545. Ortiz de Hetes op de eilanden voor de Geel- vink-baai. Hij neemt Nieuw Guinea, dat door hem aldus genoemd wordt, op 2° Z. B. voor de Spaan- sche kroon in bezit ...........9—11 ± 1558. Op een kaart van dit jaar komt Nieuw Guinea als een eiland voor; is onder den naam Ceiram vermeld op een Portugeesche zeekaart ..... 11 1590—1593. Over de eilanden Na, Noloa en Guinea, door pater Marta genoemd, in verband met de 72 eilan¬ den van Sultan Baab van Ternate ......11—14 1545. Tidore en de Spanjaarden stooten het hoofd voor Gebe.............. 14 1569. Nunez ontmoet Papoesche radja s op Batjan. d Acosta over de Papões van het vaste land. Pater Prancudo zegt, dat het land der Papões verdeeld is in vier rijken: Miam, Missool, Ogueo enNoton. 15 1600. Wat wist men dus op het einde der 16đe eeuw van Nieuw Guinea en de Papoesche eilanden? . 15—18 TWEEDE HOOFDSTUK. 1602. Claes Gaeff en Willem Cornelisz Schouten met het Duyfke naar Ceram om informaties te nemen omtrent Nieuw Guinea. Zij vernemen, dat daar blanke mensehen en Portugeezen wonen , maar overi¬ gens niets ..............19—20 1606. Ontdekkingstocht van Willem Jansz met het Duyfke. Hij bezoekt de zuidwestkust van Nieuw Guinea tusschen 5° Z. B. en Torres-straat. Eenige matrozen doodgeslagen ..........20—21 Luis Yaes de Torres ontdekt Torres-straat, neemt inboorlingen gevangen , ontmoet bij Onin Moor- sche kooplieden, die den Islam verspreiden, en gaat naar Batjan .............. 21 1607. Contract van Matelief met den Sultan van Ternate. 22 1609. Dit contract door Witte bevestigd en uitgebreid. Contract ran Hoen met den Sultan van Ternate en Ceramsche hoofden. Batjan veroverd. Contract van Hoen met den Sultan. . ,........22—23 1610. Briei van A. van der Dussen over de aanspra¬ ken van Batjan. Batjan en Wilato (Obi lattoe) ontvolkt; bevolking geweken naar Poerematten op de noordkust van Cer am. Op het eiland Papouwa (Misool) zijn drie koninkrijken : Weige, Mishol en Weigamo, vasaltstaten van Batjan. De bewo¬ ners rooven, vooral op Cer am. A. J. Cuff met de Middelburg naar de Papoesche koningen. . . . 23—25 Verklaring der namen: Poerematten, Wilato, Mishol en Weigamo ...........25—26 Waarschijnlijkheid, dat Batjan een verbond van alleenhandel had met de Papões van Misool, maar geen heerschappij over hen voerde ......26—27 Conclusie: in 1610 had de O. I. Compagnie geen . souvereiniteit over Papoesche eilanden erkend; de Misoolsche Papões hadden eene kolonie op Cer am s noorđkust. Baţjan maakt aanspraken op het bezit dier kust, maar kan deze niet handhaven . . . 27—28 1612. De koning van Papoou behoort waarschijnlijk op Halmaheira of daar ergens te huis ...... 28 Contract van Hoen, door Both bevestigd. . . 29 1615. Jacob le Maire en Willem Cornelisz. Schou¬ ten zoeken een nieuwen weg naar Indie .... 29 1616. Zij worden bij de Arimoa-eilanden , eerst vijan¬ dig , later vriendelijk behandeld. De Schouten-eilan¬ den ontdekt en aldus genoemd ....... 30 Bewindhebbers verlangen een nieuwen tocht naar de Zuidlanden, als vervolg van den tocht van Kosingijn. Betoog , dat Kosingijn geen afzonderlijke reis gemaakt heeft ........... 31 1617. De tocht naar het Zuidland, die in dit jaar vol¬ gens van Diemen onder den fiskaal d Edel gedaan zou zijn, heeft nooit plaats gehad .......31—32 1618. De Vos-eilanden zijn waarschijnlijk aldus ge¬ noemd] naar het jacht: //de Vos. ..... 32 1619. De moord van t scheepsvolk van t Wapen van Amsterdam op de zuidkust van Nieuw Guinea , door van Diemen vermeld, is twijfelachtig. Waarschijn¬ lijk verward met hetgeen in 1617 voorviel met het schip //Oud Hoorn. .......... 32 1620—1622. Bewindhebbers willen een nieuwen ontdekkings¬ tocht, maar Coen is er tegen. Toen The Trial bij het Zuidland schipbreuk geleden had, begreep Coen , dat verkenning veiligheidshalve noodig werd. . . 33 162a. De jachten Haring en Hazewind onder Jan Vos voor een ontdekkingstocht bestemd. De instructie schreef voor : den koers , het inbezitnemen van landen en oprichten van //steenen colummen of t sluiten van contracten, informatie naar producten, vooral naar goud, voorzichtigheid in omgang met inboorlin¬ gen, waarvan men eenige vangen moest. De tocht van Vos gaat niet door ..........33—35 Van Speult raadt een tocht naar t Zuidland aan om goud te zoeken, doch Coen weigert .... 35—36 1623. Van Speult zendt Jan Carstensz met de jachten Arnhem en Pera naar t Zuidland, met de instructie , die voor Vos bestemd was geweest ...... 36 Carstensz op de Kei- eu Aroe-eilanden. Krijgt de kust van Nieuw Guinea bij kaap Debelle in t ge¬ zicht. Dirck Melisz en vele anderen vermoord, de Moordenaars-rivier op + 4° 201 Z. B. Car¬ stensz ontdekt sneeuwbergen ; hij noemt de noord¬ westkust van Prins Frederik Hendrik-eiland, Keerweer ..............36—37 Vijandelijke ontmoeting met de inboorlingen aldaar. Ongunstig oordeel van Carstensz over land en volk. Ontmoeting met de inboorlingen bij kaap Valsch . 38 Het Vleermuizen-eiland en de Clappers-kust gedoopt. Ontmoeting met de inboorlingen van die kust, die menscheneters schijnen te zijn. De reis wordt voortgezet tot den ingang van Torres-straat, die //de Drooge Bocht genoemd wordt. Carstensz keert over Australie, de Aroe- en Kei-eilanden naar Amboina terug ...........39—40 ХЕ De Hooge Begeering maakt de conclusie , dat er in die woeste streken niets ten voordeele der Compagnie te doen is .............. 41 1620. Eidaijat, door Sultan Modafar van Ternate aan¬ gesteld tot stadhouder, ruit de bevolking op. . . 41 1621. Coen belegt een algemeenen landraad .... 41—42 1624. Leliato volgt Hidaijat op en wil het Terna- taansch gezag op Ceram uitbreiden. 1626. Wapenstilstand met Leliato. 1627. Sultan Hamza volgt Modafar op. Hij verklaart den oorlog aan de Tidoreezen en Spanjaarden. . 42 Gillis Zeijst vindt de zaken op Ceram in een verwarden toestand ... -....... 43 1628. P. Lucaszoon tracht te vergeefs de grensquaestie op Ceram te regelen. De rechten van Batjan op een gedeelte der noordkust worden niet erkend. Onzekerheid omtrent de heerschappij over Ceram s oostkust ...............43—45 1629. De Ternataansche prins Ali heft daar schatting. 1633. De Sultan Kaytsjili Gorontalo haalt volk van de oostkust van Ceram ........... 45 1637. Van Diemen tuclitigt de Ternataansche land- voogden en houdt een algemeenen landdag. De Ceram- mers van het oostelijk gedeelte der zuidkust komen in onderwerping ............45—46 1638. Van Diemen komt terug. //Bonovatie ende сот - firma tie van alle contracten tusschen Ternate en de Compagnie. Geheel Ceram aan Ternate afgestaan 48 1636. Acoley, Gouverneur van Banda, zendt Gerrit Thomas Pool en Pieter Pietersz naar lïienw Guinea met bet doel om massooi te koopen . . . 46— 4Т Zij vertrekken met de jachten Klein-Amsterdam en Wezel van Banda. Komen bij poeloe Adi. Pas¬ seeren Lakahia. Landen dicht bij kaap Debelle, aan de Moordenaars-rivier, waar Pool en anderen vermoord worden ............47—49 Pietersz zet de reis voort en ontdekt groóte rivie¬ ren in de Pisang-baai .......... 49 Hij zeilt langs de kust tot ongeveer 6° Z. Б. en. keert daarop over de Агое- ea Kei-eilanden , van Die¬ mensland en de Tenimber-groep naar Banda terug. De Ceramlaaters hebben ook geen massooi gebracht. Fietersz te vergeefs naar Ceramlaut gezonden . 49—50 Wederlegging van sommige onjuiste berichten over 1638. de reis van Pool. In 1636 is, evenmin als in 1638, een contract met Onin gesloten ....... 51 1641. Op last van Bewindhebbers zal weder eene poging gedaan worden om het Zuidland te ontdekken. . 51 1642. Abel Jansz. Tasman en Francoys Jacobsz. Visscher bestemd om met de Heemskerk en de Zeehaen den tocht te maken. Instructie bepaalt den koers, gelast doortocht te zoeken van de In¬ dische- naar de Zuidzee, om korten weg naar Chili te vinden; verder tusschen Gilolo en Nieuw Guinea en tusschen Australie en Nieuw Guinea; voorzichtigheid met bevolking aanbevolen; naar pro¬ ducten informeeren en bevolking misleiden omtrent de waarde van goud ; onbewoonde landen door oprich¬ ten van steenen en vlaggen in bezit nemen, bewoon¬ de tot submissie overhalen .........52—53 Vertrekken van Batavia, via Mauritius; komen over van Diemensland, Nieuw-Zeeland, Nieuw- Ierland, bij Arimoa-eilanden. Vriendschappelijke ontmoeting met de inboorlingen. Passeeren Schou¬ ten-eiland. Gaan tusschen Waigeoe en Halmaheira door naar Ceram. Keeren naar Batavia terug . 53—54 1643. De Hooge Begeering is met den uitslag der reis niet tevreden .............54—55 1644. Tasman en Visscher met de Limmen, de Zee¬ meeuw en de Brak voor nieuwe reis bestemd. Instructie: van kaap Valsch Z. O. langs de kust varen; voorzichtigheid en informatie naar producten, als vroeger aanbevolen ; een nieuwe manier van inbezit- neming voorgeschreven, met kolonisatie in t verschiet. 55—55 Zeilen van Batavia over Makassar, Amboina en Banda naar kaap Valsch en verder naar den ingang van Torr es-straat; ontdekken geen doortocht. De Hooge Regeering is ontevreden over de reis . 56—51 ХПІ De Gapingh із waarschijnlijk in 1644 niet op Nieuw Guinea geweest. ......... 57 Maerten Gerritz Fries en Visscher op reis om de Spaansche zilverschepen van Acapulco te onder¬ scheppen; doen de noordkust van Nieuw Guinea aan ; vinden geen goud , maar eene woeste , beestach¬ tige bevolking ............. 58 In dit jaar is geen contract met Onin bevestigd. 59 1645. Adriaen Dortsman neemt op de Zuid-Ooster¬ eilanden informatiën naar Nieuw Guinnea en den massooi-handel .............59—60 1642. Polematte sluit een verbond met de Compie . . 60 1645. Lisabatta en Hatoewe brengen schatting aan Ter¬ nate. Kimelaha Loehoe gedood en opgevolgd door Madjira. .............. 60 1647. Arnold de Vlaming van Outshoorn te Amboina. 60—61 1648. Sultan Hamza opgevolgd door Mandarsjah . . 61 1649. Nieuwe moeilijkheden. Gezantschap van Ceram laut. Karakit veroverd ......... 61 1650. Contracten met Earakitters en Gorammers; zij moeten de Papões en Tidoreezen weren. Isolement der Papões en vermoedelijke gevolgen daarvan . . 61—62 Oprakeling der Batjansche aanspraken op Ceram. 62 De Vlaming naar Batavia terug ..... 62 Men bekomt kennis van den vrede van Munster. Opvatting der bepalingen van het vredestraktaat en beschouwingen daaromtrent ........ 62—64 Sultan Mandjarsjah vlucht naar de Nederlanders. De Vlaming terug. Opstand van Madjira. Mi- soolsche Papões nemen deel aan vijandelijkheden. 64 1652. Eerste extirpatie-contract met Mandarsjah. . . 65 1653. De Vlaming verklaart den oorlog aan Tidore. Ex¬ tirpatie-contract met Batjan. De Vlaming vertrekt. 65 Simon Cos met gewapende coracora s naar de Papoesche eilanden om deze te straffen ; doet o. a. Hatoewe, Gebe, Weda, Patani, WaigeoeenSa- lawatti aan. Eerste kennismaking met een radja van Salawatti, die rooft op Amboina .... 66—67 ХІТ 1654. De Vlaming komt terug, sluit vrede met Tidore en vertrekt weder ........... 68 1653. Frederik Gommersdorp geeft de eerste berichten omtrent Onin. Slaven van Onin zeer gewild op Banda. 68—69 1654. Josua Braconier en Gommersdorp met de Haese- wint en Alckmaer naar Onin , via Goram. Waar¬ om de Gorammers de Compie te Onin tegenwerken. De mondelinge overeenkomst over levering van slaven , te Koembatti gesloten, ten onrechte als exclusief contract met Onin beschouwd ........69—70 1655. Jakob Borné met de Coutschin, Batavia en Ja¬ para naar Onin. Hij bereikt Onin niet ; de Japara verloren. Borné komt op Groot-Kei .....70—71 1656. Hij tracht wederom te vergeefs Onin te bereiken en keert naar Banda terug ........ 71 1657. Borné met de Coutschin en de Batavia naar Karas, waar de Japara vergaan en afgeloopen is. Hij komt op Roembatti ; wordt goed ontvangen , maar krijgt geen slaven; keert naar Banda terug. 72 1658. Borné vertrekt op nieuw met de Batavia en Swaluw ............... 72 1654. De Vlaming op Amboina terug ...... 72 1655. Onderwerping der Oost-Cerammers en Keffingers. 7 3 1656. Hunne hoofden sluiten een contract met de Compie . 73 1657. Zij houden zieh niet aan het contract, komen op nieuw in opstand en vluchten met een deel der bevolking naar Goram .......... 73 1658. Borné door de Gorammers vermoord. Nieuwe vijandelijkheden op Goram. . . ,.....73—74 1659. Bezetting van Cer am s oostkust en een gedeelte van Goram .............. 74 1661. Goram onderworpen .......... 74 1659. De Hooge Kegeering verbiedt de vaart van Compie s schepen naar Nieuw Guinea........ 74 De Sultan van Batjan rooft menschen op de noord- kust van Ceram ............74—7» 1657. Behendige politiek der Compie, ten doel heb¬ bende de Spanjaarden tot het verlaten van Ti¬ dore te dwingen. Saifoddien, door s Compás XV invloed tot Sultan van Tidore verheven, sluit mon¬ deling een extirpatie-contract ........75—76 1660. Unie en eeuwig verbond tusschen Ternate , Tidore en Batjan. Eerste bepaling van het grondgebied. De Papoeen of alle eilanden van dien, onder Tidore gebracht ............ 76 De Sultan van Batjan beweert op grond van dit contract, dat Misool onder Batjan behoort. Toe¬ lichting, in verband daarmede, omtrent de 4 radja Papoea ...............77—78 1661. Antony Adriaensz Multum, gevangen geweest op Onin, doet mededeelingen omtrent den slaven¬ handel ............... 79 1662 Hij wordt als tolk toegevoegd aan Willem Buij s , die met de Emeloort en Jacatra naar Onin gaat. Bui] s goed ontvangen te Roembatti; krijgt geen slaven en keert naar Banda terug ...... 79 Nioolaas Vinck met de Emeloort en Creeft naar Onin ................ 79 Vinck eerst goed ontvangen te Roembatti; door den invloed van de Oorammers c. s.; later dreigt vijandschap. Hij zeilt naar Roemakai; goed ont¬ vangen; geen slaven ........... 80 1663. Vinck op Banda terug. Zijne berichten en in¬ formation betreffende de Telok Berau ..... 81 Plan van den Gouverneur van Banda ora Onin en Tanah Berau tegen elkander in het harnas te jagen ................81—82 Vinck met de Garnael en Walingen naar Eoe- makai. Hij wordt slecht ontvangen; verkent de Telok Berau. Vijandelijkheden bij Isera. De ge- heele kust van de golf wordt opgenomen. In de baai van Sekaar trachten de inboorlingen de sche¬ pen te vermeesteren ...........82—8» Te Roembatti wordt Vinck nu goed ontvangen en koopt slaven . . . ,........85—86 Hij zeilt weer naar Roemakai. De bevolking is vijandig. Vinck keert naar Banda terug. ... 86 Dì Gouverneur van Banda wijst op het gevaarlijke XVIII 1678. Keijts te Onin. Feestelijke ontvangst. . . .105—106 Een bnrger-vaartuig van Amboina te Onin. . . 106 Ontwerp van een contract met Onin ..... 107 Na zeer langdradige onderhandelingen wordt ein¬ delijk het contract geteekend. De Nederlandsehe vlag gehesclien ............107—110 De prauw van Amboina tot vertrek gedwongen. 110 Lakoe wordt ontevreden. Ontrouw van Borry. 110—111 Keijts beschrijft land en volk van Onin , dat hij voor een eiland houdt ..........111—112 Hij komt bij Karas ten anker, ontdekt de Telok Sebekor en doopt deze Bijklof van Goens-baai . 112—113 Over het gebied van Onin, Karas en Kowiai. Gunstig oordeel over do Karas-eilanden, minder gunstig over de bevolking ......... 113 Onderhandelingen met den orang-kaja Moffon, eindigende met het sluiten van een contract . . . 114 Ontdekking en doop van Speelmans-baai. . . 115—116 Keijts doet poeloe Adi aan en ontdekt en doopt Quaelberg s baai, waar parel-oesterbanken zijn . 116—117 Hij komt op Namatotte en wordt aanvankelijk goed ontvangen. Beschrijving van land en volk . 117—119 Stuurman Goosen, Borry en anderen vermoord. 119 Ziekte , hoofdzakelijk berri-berri, aan boord. Keijts keert over poeloe Adi en Kei naar Banda terug . 120 Keijts heeft de eerste inlichtingen gegeven om¬ trent de sosolots; zijn verhaal spreekt niet van Tidoreeschen invloed . .........120—121 Betoog, dat in 1678 niets bekend was van eene Tidoreesche heerschappij over de kust van Nieuw Guinea ...............121—122 1679. Correspondentie tussehen de Gouverneurs van Ter¬ nate en Banda, waaruit de gevolgtrekking gemaakt wordt, dat Tidore geen recht op het bezit van Onin had ..............122—124 Quaelberg maakt geen gebruik van de door Keijts gesloten contracten, maar sluit nieuwe overeenkom¬ sten met de orang-kaja s Ouwan en Lakoe voorde levering van slaven. Lakoe brengt een monster XIX slechte steenkolen, zonder de vindplaats aan te wijzen ............... 124 Augustyn Dircksz met de Pisang uitgezonden om het steenkolen-eiland te zoeken en de oesterbanken van Keijts. Hij bereikt het doel niet, heeft vijan¬ delijke ontmoetingen en keert, met vele zieken, naar Banda terug ...........125—126 1680. De Hooge Hegeering wil den handel op Nieuw Guinea aan Bandasche burgers ovsiiaten .... 126 1681. Ook Ambonsche burgers mogen op Nieuw Guinea varen. De handel der burgers, die tot misbrui¬ ken aanleiding geeft en met gevaren gepaard gaat, wordt door de Comp10 aangemoedigd , omdat zij slaven noodig heeft en Lakoe en Ouwan niet aan hunne verplichtingen voldoen ..........127—128 1684. Het vaartuig van Watroe door de Papões over¬ meesterd. .......·...... 128 1685. De bevolking van Onin is hieraan schuldig . . 129 Jan Gijsbertsz goed ontvangen op de kust van Gnin. De bevolking aldaar geeft een bewijs van eerlijkheid, maar het blijkt, dat Koembatti deelge¬ nomen heeft aan vele moorden .......129—130 1686. De Hooge Regeering meent, dat de handel op Nieuw Guinea te gevaarlijk is om nog aan de bur¬ gers gepermitteerd te kunnen worden .....130—131 De zoon van den Christen-Chinees , Lucas Jansz , ontmoet Misoolsche handelaars op Karas en ont¬ komt te Onin aan een aanslag van radja Baauw . 131 1687. Hoewel eenige burgers en Mardykers goed ontvan¬ gen zijn op Onin, blijft de Hooge Begeering voor¬ zichtigheid aanbevelen .......... 132 1689. Contract met den nieuwen Sultan van Tidore, Hamza Faharoddien, waarbij weder gesproken wordt van de Papoesche eilanden, voor zoover die onder Tidore behooren. Beteugeling der Papões daarin op nieuw aanbevolen ..........132—133 1696. Eoo vers-vlo ten van Misool onder Kitjil Boelam op de kust van Onin en Kei ........ 133 1697. De Gouverneur van Ternate zendt een gezantschap XX aan den Sultan van Tidore om over de rooverijen te klagen. Men meent, dat de moord, in 1696 op Pieter Alsteijn gepleegd, plaats had gevonden te Mafoort, aan de kust der Geelvink-baai . . .133—134 Aan den Sultan van Tidore wordt gezag toege¬ kend op de noordkust van Nieuw Guinea. Hij beweert ook heer van Onin te zijn ......134—135 1683. Ternate een leen van de Compic ...... 135 1696. Nieuwe pretentiën van den Sultan van Batjan op Misool. Het komt waarschijnlijk voor, dat de Sul¬ tan ter goeder trouw meende , in 1660 als heer van Misool erkend te zijn ..........135—136 Betoog, dat Tidore s aanspraken op Onin den toets der critiek niet kunnen doorstaan .... 136—137 Proef eener verklaring van de politiek der Gouver¬ neurs van de Molukken, die medebracht de aan- sprakon van Tidore op de landen der Papões te steunen ...............137—140 1699. De Hooge Regeering werkt Tidore s uitbreiding van en macht over de Papões in de hand door Oost-Ceram , 1700. Ceramlaat en· Goram aan Tidore in leen afte staan. 141—142 Tidore laat zich meer gelden op de Papoesohe eilanden ............... 142 Besebrij ving der zuidwestkust van Nieuw Guinea door Rumphius, waaruit blijkt, hoe weinig op het einde der 17de eeuw van Nieuw Guinea en de Papoesche eilanden bekend was ......142—143 Terugblik op het tweede hoofdstuk en toestand op het einde der 174e eeuw ........144—148 DEKDE HOOFDSTUK. Kedenen , waarom op nieuw de aandacht op Nieuw Guinea gevestigd wordt. Het plan van 160 Engel- ache kooplieden, om schepen uit te zenden, met het doel specerijen te koopen en zich in den om¬ trek der Molukken te vestigen, geeft Bewindheb¬ bers aanleiding, op uitbreiding en bevestiging van grondgebied aan te dringen ........149—150 ххг Orders der Hooge Regeering, die hiermede in ver¬ band stonden . . ,.......... 151 De eerste pogingen der Engeischen mislukken. Zij worden op poeloe Fisang door de inboorlingen verdreven .............. 151—152 1701. Specerijen door de Zuidzee in Chili aan de markt gebracht. Vermoeden , dat Nieuw Guinea en de Pa¬ poesche eilanden specerijen voortbrengen . . . . 152 1702. De Gouverneur van Banda neemt, zonder den Sultan van Tidore er in te kennen, initiatief tot het doen bekruisen o. a. van Misool, Maba, Weda en een gedeelte van Nieuw Guinea ...... 152 Jan van Benthem en Frans Ernst , met de Leeu¬ werik en de Hobois van Banda vertrokken, vinden bij Misool Wessel Thewalt met de Wayer. Zij gaan gezamenlijk naar Misool; vinden daar geene noteboomen en de bevolking gevlucht ..... 153 Op Salawatti (?) vijandelijk ontvangen, op Poppa ook. Weda, Maba en Onin worden ook bezocht. Te Eoembatti neemt stuurman Kok inlanders in arrest. Ontevredenheid der Hooge Begeering over dezen tocht .............154—155 1703. Machtiging der Hooge Regeering aan Ternate tot bekruising der Papoesche eilanden met medeneming van Tidoreesche gecommitteerden. Coenraed Frede- rik Hofman met de Schaèpherder en de Kuyper hiertoe bestemd. Hofman neemt op Tidore Salema en radja Goena aan boord. Hij vindt vele specerijen te Patani en wordt genoodzaakt tot terugkeer naar Ternate door t verraad der Tidoreezen. . , .155—156 Pieter Cornelisz. heeft de kust van Weda en Maba, Jan Adolph van der Laan Gebe opgeno¬ men. Belangrijke berichten omtrent den smokkel¬ handel, waarbij Gebe een rol speelt, omtrent de schal ting door Tidore geëischt van de Papoesche eilanden en de aldaar voorkomende handels-artikelen. 156—157 De Leeuwerik en de Commer naar Roembatti, ■waar stuurman Kok en anderen gedood en velen XXII gekwetst worden. De handel verboden aan de com¬ mandanten der kruisers .........157—158 1704. Pieter Clein en van der Laan met de Tamboer, Comber, Crab en Makreel naar poeloe Pisaiig, Misool en Salawatti, waar de bevolking voor de Tidoreesche gecommitteerden op de vlucht gaat. Ziekte aan boord ............158—159 1705. Vrees voor de plannen van Dampier, die Nieuw Guinea bezocht had en weer in de Zuidzee verschenen was , doet de Hooge Regeering besluiten twee expe- di*ie3 te zende , één naar Nieuw Guinea en de Papoe- sche eilanden en één naar Australie. Voor de eerste tocht bestemd de Geelvink, Kraanvogel en Nova Guinea onder bevel van Jacob Weyland . . . 159—160 De instructie schrijft o. a. voor , via Keffing naar Onin te gaan, van daar den Gebroken Hoek om te zeilen en dan langs de noord- of buiten kust van Nieuw Guinea naar Schouten-eiland De Hooge Regeering voorschrijvende hoe te handelen , als Dam- pier ontmoet werd, geeft blijk geen gezag van Tidore op de kust van Nieuw Guinea te erkennen. . . 160—162 Gegevens omtrent de reis van de Geelvink , waar¬ onder het rapport van Zwaardecroon en Chasteleijn. 162— 16S De orang-kaja Lockman en stuurman Pieter in t Huisje aan boord genomen. Weyland bij kaap Batoe poeti en Fattaga; zeilt zonder opnemingen te doen, benoorden Waigeoe om, naar Roemangai op de noordkust van Nieuw Guinea ..... 163 Hier vernomen, dat Tidore gezag heeft op de noordkust ..............163—164 De reis rechtstreeks voortgezet naar Jappen. Hier vijandelijkheden ondervonden. Verraderlijke aard der inboorlingen. Gevangenen gemaakt ......164—165 Van Jappen overgestoken naar de kust van Nieuw Guinea. Veronderstelling, dat Geelvink s Oosthoek kaap d TJrville moet zijn. Op reis daarheen, bij Kai, gevangenen gemaakt. De opneming der kust begint 17 Mei, toen de terugreis van Geelvink s Oosthoek aanving. De bewoners van Âropen vluchten . . 165—167 xxiir Bij de «Groene Vlakke hoek wordt Gerrit Jacobsz van Giesen gedood ........ 167 Maffoor en Wabouw en de Kleine Geelvink- baai aangedaan. Over de ligging van Maffoor en Wabouw, in verband met de heerschappij vaa Tidore. 168 1705. De inlanders zijn schuw. IndeKleine Geelvink- baai wordt een notemuscaat gevonden van slechte qualiteit ............... 16» Te Boemangai teruggekeerd, geeft Weylandlast aan Jurriaan Heijtman om met de Nova-Guinea den gebroken Hoek op te nemen ......169—170 De Geelvink en Kraanvogel , benoorden Waigeoe om, naar Gebe en Weda; daarna naar Misool. Wegens hevige ziekte en sterfte van het scheeps¬ volk naar Boeroe vertrokken. Ontmoeting met stuurman van Dyk en de Crab. De Kraanvogel naar Amboina, de Geelvink naar Batavia. . .170—172 De Nova-Guinea voldoet aan de opdracht, doch schiet op het vaartuig van een Tidoreeschen ge¬ committeerde. De straten Sagewien en Dampier opgenomen; daarna gaat de Nova-Guinea naar den Visschershoek , waar het kaarten-maken gestaakt wordt, en keert naar Banda terug ......172—173 Belangrijke resultaten van deze reis: de dwaling omtrent den Gebroken Hoek hersteld, kennisma¬ king met de woeste bevolking, die voor een gedeelte Tidore erkent en aanraking gehad heeft met Eu- ropeërs en Tidoreezen .........173—175 Geschiedenis der gevangen genomen Papões . . 175 De gevonden specerijen zijn van slechte soort, maar men meent, dat sommige streken geschikt zijn voor cultuur en inwoning ......... 175 Weyland en het scheepsvolk door de Hooge Begee¬ ring beloond ............. 176· Van Ternate uitgezonden, om vreemde schepen op te sporen en te extirpeeren, Jacobus van Geyn en Pieter Lijn, met de Oostvoorn, Leervisch en Makreel; Johan Adolph van der Laan met de Commer, Laricque en Crab. De Leervisch en XXIV Makreel drijven af; de Oostvoorn komt op Salawatti. 17ft Mafoorť staat onder Salawatti. Berichten der ontmoetingen van Weyland bij Waigeoe. ... 177 1705. Eadja Boelan van Misool schijnt het Tidoreesch gezag te erkennen. De vier Papoesche koningen van Misool, Waigama, Salawatti en Waigeoe voor t eerst op het tooneel. De aan hen gerichte brief van den Sultan van Tidore ...... 178 Pieter Cornelisz doet opnemingen bij Salawatti. De radja van Salawatti schijnt Tidore en de Comp·*5 genegen ............... 179 Geene specerijboomen op Salawatti en Batante gevonden. Het beschieten der Tidoreezen door de Nova- Guinea maakt een slechten indruk. Op Wai¬ geoe wordt de Oostvoorn goed ontvangen . . . 180 Ziekte. Tocht naar het binnenland en de hoofd¬ plaats Cabilolo. Geene specerij-boomen ontdekt, dan slechte. Cornelisz neemt de kust van Waigeoe en het binnen-meer op. De Oostvoorn en Leervisch te Temate terug .....·......181—182 Van der Laan met Commer, Laricqae en Crab op * visite en extirpatie ......... 182 Misool doorzocht; geen specerijen gevonden ; stuur¬ man Libbeke neemt de kust en omliggende eilanden op. De radja van Waigama verhuist naar de noord- kust. Op Poppa en Boo geen specerijen; zij worden opgenomen. Op poeloePisang 5800 specerij-boomen omgekapt. Het eiland in kaart gebracht. Wegens ziekte, ook berri-berri, naar Ternate terug . . . 182—184 De Hooge Begeering is door de reizen van 1705 gerust gesteld op het punt van vreemde vestiging en specerijen. Zij maakt zich een te groot denkbeeld van Tidore s heerschappij over Nieuw Guinea. Be¬ toog dat de Hooge Regeering overdrijft. . . . 184— 18& 2703—1706. Beis van Dampieri hij wordt door een gedeelte der zijnen verlaten. Morgan wordt op Amboina als zeeroover behandeld, waarmede de Hooge Re¬ geering geen genoegen neemt. Lampier op Batjan xxv gevangen genomen en geboeid naar Amboma gevoerd. De Hooge Kegeeriug keurt dit ai ......186—189 1706. Kaartbeschrijving van Roozelaar. De Papoesche eilanden zijn, behalve eenige kleine ongenoemde eilan¬ djes: Pisang, Boo, Poppa, Misool, Salawatti, Ba¬ tanta, Waigeoe en G agy. Gebe werd niet onder de Papoesche eilanden gebracht, maar een gedeelte der noordkust van Nieuw Guinea wel, Eoozelaar s mededeelingen omtrent land en volk .....189—191 Zeilorder voor Baltus van Santen, die met de Nova Guinea opnemingen doet, in den omtrek van Ceram, Salawatti, Keffing en de zuidelijke Papoe¬ sche eilanden .............191—193 1710. De Hooge Kegeering verscherpt de orders op het handhaven van het grondgebied ....... 192 Claasz noemt in zijne memorie van overgave Gebe onder de Papoesche eilanden, en zegt, dat op Nieuw Guinea onder Tidöre staan, de negorijen: Aas, Warassaij, Maar, Amberbakj, Woboer, Mo- lobaan, Arrafak, Wandamin, Berwaij, Pewir en Hoppon. Beschouwingen hieromtrent. Misool niet onder Batjan opgenomen .........193—195 1711. De kaart der Papoesche eilanden van Petersom. Tijdperk van rust. Opneming en bekruising gestaakt. 195 1714. Vrede van Utrecht, met Spanje, waardoor de rechten op Nieuw Guinea, die Spanje gehad mocht hebben, vervallen ............195—196 1705—1728. De Tidoreesche contracten van 1705, 1709 en 1728 blijven slechts een gedeelte der Papoesche eilanden aan Tidore toekennen ....... 196 1716. De Sultan van Tidore verklaart zich onmachtig de Papões te beteugelen ......... 197 1716—1717. Vruchtelooze kruistocht van Frans Reaal. . . 197 1720—1723. In de memorie van overgave van Heinsius wordt gezegd , dat de Sultan van Tidore zich onder allerlei voorwendsels aan het beteugelen der Papões onttrok. Opstand van Patani. Betoog, dat ook on¬ macht een rol gespeeld zal hebben ......137—199 XXVI 1720. Orders van Bewindhebbers omtrent het plaatsen van merkpalen .......... . .199—200· Geruchten, dat Spanje veroveringen wil maken in de Molukken ............200—201 1721—1722. Eeis van Jacob Koggeveen met de Arend, Thienhoven en de Africaansche Galeij .... 201 1722. Koggeveen door ziekte van het volk genoodzaakt langs Nieuw Guinea te varen. Journaal van de reis langs de kust verloren. De schepen van Koggeveen door de Hooge Eegeering verbeurd verklaard . . 202—203 1723. Onbeduidende kruistocht van Pieter van Wou¬ denberg en Adriaan Cagias ........ 204 1725. Idem van Commelyn .......... 204 De sluikerijen en rooverijen nemen toe. Salawatti door de Fataniërs aangevallen. Ternate steunt de Pataniërs ..............204—205 1726. De Sultan van Ternate met de Pataniërs Daar Makjan ................ 205 1728. Sultan Hassan Oedin van Tidore opgevolgd door prins Gape. Verbeterde verstandhouding tuschen de beide Sultans en einde van den opstand van Patani. 205 Versterking van de Compie te Patani ; plan om van daar de handelingen van Tidore op Nieuw Guinea en de Papoesche eilanden gade te slaan en de extir- patie te waarborgen. Over de kruistochten der Pa¬ taniërs naar Nieuw Guinea........206—207 1730. Enoch Christiaan Wiggers met de Pataniërs naar Gebe, Waigeoe, Ham, Aas, Dorei, Schou¬ ten- en Padeaido-eilanden, Jappen, Massis (Koe- roedoe?) , de Arimoa-eilanden, Meosnoem, Mefoor, Amberbaken Warsai en Salawatti ..... 208 Vijandelijkheden te Ram en Aas (Asi). Gevecht op Meossoir. Gevechten bij de Arimoa-eilanden, waar 60 Papões gedood en 150 gevangen genomen worden. Wiggers gewond. Terugreis. De Sultan van Tidore is ontevreden over deze zending, zoodat Wiggers op Salawatti vijandig ontvangen wordt. 209—211 ± 1731. Aanval op Ceram door Papoesche roovers op aansporing van den Sultan van Tidore .... 211, XXVII 1732. Wiggers en de Sengadji van Patani zullen de roovers straffen, maar deze zijn door Tidore gewaar¬ schuwd. De Sengadji overrompelt het fort te Patani. Opstand .............. 212 Over de oorzaken van dit gedrag ...... 213 1733. De Pataniërs weigeren pardon ....... 213 Nieuw contract met Tidore, waarin boeten in slaven worden vastgesteld, door den Sultan te beta¬ len voor Papoesche roof- en moordpartijen. Betoog, dat dit contract onmogelijke voorwaarden stelt . . 213—215 1734. Bernard sluit weder een contract met Tidore, houdende verscherping der bepalingen op de passen. Bij extirpatie moeten gijzelaars gegeven worden . . 215 Geruchten, dat de Spanjaarden smokkelhandel drijven op Salawatti. De gegevens omtrent dit eiland zijn reeds vergeten ......... 216 1735. Patani neemt het pardon aan. Pardonbrief aan de vier Papoesche koningen ......... 217 1737. Jan Oortwyn Sandbergen en Gerrit Hendrik Duvel met de Snuffelaar, Ondank en Zijdeteelt naar Salawatti om te informeeren naar vreemdelin¬ gen en specerijen, en het eiland in kaart te bren¬ gen. Er zijn gecommitteerden van Tidore — Driesje en Badhaar — aan boord. Tegenspoeden op deze reis. Op een onbekende kust, waar Tidore onbekend is, vijandig ontvangen ...........217—219 Aankomst op Salawatti. Gezantschap naar wal. Kimelaha Meauw door drank openhartig gemaakt. De radja is afwezig. Confidenties van Meauw . . 219—221 Eene commissie naar den kapitein-laut Arbay. Deze is afwezig. Hoofden van Waigeoe en Gebe en Cerammers ontmoet. Gebrek aan drinkwater. De Cerammers vragen geene passen .....221—222 Vruchtelooze pogingen om drinkwater te bekomen. 222—223 Arbay komt terug; zijne negorij is versterkt. Hij gedraagt zich dubbelzining. Hij wordt vriendelijk tegen Driesje en Buykhnysen en hoort den brief des Sultana voorlezen ......, . . . 224—225 Hij belooft drinkwater, maar geeft het niet. Zieken xxna aan boord. De bevolking ongeneigd om de Comp 0 te helpen ..............226—25 Water bekomen middels geschenken en betaling. Verhaal der twisten over de troonsopvolging te Sa- lawatti tusschen Abdoel en Arbay. Berichten om¬ trent den handel . ..........227—25 Grieven van Arbay. Men wantrouwt zijne be¬ doelingen. Terugreis. Vele zieken. Бе Snuffe- laar te Sawaai ............229—2 F 1738. De Snuffelaar keert naar Ternate terug ... 2 De Zijdeteelt, door gebrek aan volk ronddrijvende, wordt naar Amboina gebracht .......331— 2.r De Onda ĺ k wordt lek en zinkt. De weinige geredden staan aan herhaalde aanvallen van zeeroo- vers bloot. De chirurgijn Jan van der Hemmen door den radja van Waigama gered. Treurige uit¬ slag van dezen tocht ..........232—2 Tidore s invloed neemt toe, maar de Sultan werkt bekruising en extirpatie tegen. ....... 2! 1741—1742. Bartel Stompe extirpeert onvoldoende op poeloe Pisang ............... 2Г 1743. Bericht, dat op Salawatti specerijboomen zijn, en dat de Spanjaarden zich daar gevestigd hebben. 234—2 1744. Da Kietx met de Looverendaal, Leijerdorp, Uitgeleide en twee sampangs naar Salawatti tot opsporing der Spanjaarden. Geen enkel schip be¬ reikt de bestemming. Zeer groot aantal zieken en dooden ............... 2! 1745. De Looverendaal en Leijerdorp komen, na hulp ontvangen te hebben, te Ternate. De Uitgeleide vergaat. Gebrek aan schepen en volk belet kruis¬ tochten te doen ............ 23S — 2Í 1746. Burgerraart van Banda, die nagenoeg te niet gegaan was, op zekere voorwaarden toegestaan door de Hooge Begeering. De handel aanvankelijk met goeden uitslag hervat ..........236—2 S 1747—1749. Samuel Wagenaar, eerst goed behandeld op Karas, wordt later met een groot deel der zijnen aldaar vermoord ............237—2! XXIX Marcas Snijder en Siburg vluchten in tijds van Karas ............... 238 De Gouverneur van Banda geeft geen verlof meer voor die vaart. De Hooge Regeer ng eischt een borg¬ tocht van de handelaars op Nieuw Guinea en waar¬ schuwt de Comp 5 s dienaren den inboorlingen geen leed te doen. De onderkoopman Cray gestraft. . 238—239 1757. Papoesche rooverijen en boete, daarvoor ver¬ schuldigd ............... 239 1761. Poging van den Sultan van Tidore om den radja van Salawatti en den kapitein-laut van Misool gevangen te nemen ........... 239 Treurig lot van 33 Papões , door Tidore uitgeleverd. 240 Ternate wil oorlog met Tidore. De Sultan Djama- loedin van Tidore heult met Batjan tegen de Comp^ en heeŕt eene gegronde grief, wegens het gedrag van stuurman Klaas Mourits .......240—241 Nieuwe rooverijen der Papões onder de radja s van Salawatti en Waigeoe, den kapitein-laut van Misool en eenige Sengadji s ........ 241 ,759—1761. Het specerijen-monopolie door de Engelschên be¬ dreigd, die veel gebruik maken van de Pitt s passage. De Ho age Eegeering geeft bevelen, hoe de vreem¬ delingen te behandelen ..........241—242 1761. Berichten omtrent den bouw van een Engelsen fort op Salawatti. Johan Sabastiaan van Masson en August Hendrik Gregory, met een protest van Tidore naar Salawatti gezonden, gaan daar niet heen, maar geven het protest over aan kapitein Duwes van the Warwik. Deze handeling streng afgekeurd ..............242—244 De Gouverneur-Generaal van der Parra acht den toestand bedenkelijk en gelast een onderzoek naar de rechten der Compic op het bezit van de Groote-Oost. Hierop gevolgd: het Rapport over s Compic s Eegt op de Groote-Oost door E. de Klerk J. E. van Mijlendonk en W. A. Alting. 244—245 Vraagpunten in het rapport behandeld, waaron¬ der punt 4 en 5 speciaal over Salawatti handelen. xxx De conclusie luidt, dat de Papo esche eilanden en de negorijen van Nieuw Guinea, door Glaasz ge¬ noemd, onder Tidore behooren. Omtrent Onin is het rapport onzeker .......... .245—247 Omtrent Salawatti neemt de conclusie aan, dat de En gelschen er specerijen kunnen bekomen en dus verdreven moeten worden ........247—248 De conclusie toont het nut der bekruisingen aan en stelt een grooten kruistocht voor, gesteund door 2 à 3 oorlogsschepen. Ook extirpatie en uitbreiding van rechtstreeksch gebied aangeprezen, benevens goede behandeling der inlanders en t verbieden van het verleenen van hulp aan vreemdelingen .....248—249 De Hooge Begeei ing besluit hierop de Engelschen niet aan te vallen , maar een grooten kruistocht te laten maken, waartoe schepen en militairen van Batavia gezonden zullen worden. Jan Jonkers zal de ge- heele expeditie commandeeren , Jan Estienne Gonzal de zeemacht, Christiaan Lodewijk Baljaard de landmacht. Burgers mogen meegaan en rooven; Compies dienaren niet. Verwoesting van prauwen en negorijen en extirpatie gelast. De regeering wil geen nieuwe plaatsen in bezit nemen, maar herhaalt de bevelen omtrent goede behandeling van inlanders en wering van vreemdelingen ....... . 249—252 1762. Ten behoeve der expeditie vertrekken van Batavia naar Ternate: de Vrouwe Elisabeth, Prinses van Oranje, Leervisch, Buys, Boos, Nagtegaal, Gar- naal en Kaneelboom. De Nagtegaal niet op Ternate aangekomen; de Leervisch door de Arend en Draak vervangen ........... 252 De instructie schrijft den koers voor, geeft in overweging de Makassaren bij Misool te overval¬ len, gelast overal te extirpeeren, Salawatti, Onin en Misool te tüchtigen, den radja en kapitein-laut van Salawatti en den kapitein-laut van Misool te arresteeren, op Waigeoe en Batanta naar be¬ vinding te handelen, elders de bevolking vriendelijk te behandelen, en voorzorgen ts nemen tegen ziekte. 253—254 XXXI De Sultan van TičLore weigert coracora s en ge¬ committeerden mede te zenden. Jonker vertrekt met de Compies schepen, 2 burgersloepea en 8 Tranataansehe coracora s. ........254—255 De zwakke pogingen om den radja van Salawatti te arresteeren muslukken. Hevige ziekte. Bijna ■ alle officieren sterven. Nadat Salawatti in kaart gebracht is, moet men spoedig besluiten naar Ter¬ nate terug te keeren ..........255—256 1763. De vloot met zeer vele zieken op Ternate terug; men had vernomen, dat er geene Engelschen wa¬ ren op Salawatti , en zoekt de oorzaak der ziekte — berri-berri — in het klimaat ........ 256 Slechte gevolgen van het mislnkken van den tocht. De Hooge Regeering en Bewindhebbers verlangen bekruising en kastijding van Onin, maar de middelen ontbreken. De Ternataansche Alfoeren wil Schoon- derwoert niet naar de Papões zenden. Extirpatie op poeloe Pisang ........... 257—258 Engelsche schepen in de Molukken ..... 258 1764. De Engelsche kapitein Watson op Salawatti vijandig ontvangen ...........258—259 1765. Verhaal van Cawsey van zijne gevangenneming, toen de sloepen door coracora s van Salawatti omsin¬ geld waren ..............259—260 1766—1767. Eooverijen der Papões en Pataniërs op Terna- taansch gebied; de Sultan doet weinig tot beteu¬ geling; de Gouverneur Breton acht onderdrukking met geweld niet mogelijk .........260—261 1767. Hij kondigt weder een algemeen pardon af en scheldt den Sultan de verschuldigde boete kwijt, mits deze afstand doet van zija leenrecht op Oost-Ceram, enz. 262 1768. Munnik sluit het contract, waarbij die afstand gedaan wordt, voor altoos; later verzoekt de Sultan hem het leenrecht na 20 jaren terug te geven . . 262 Sultan Djamaloedin verlangt prins Garamahongi tot troonopvolger en wil hem aandeel geven in de regeering ............... 263 Nieuwe ontdekkings reizen worden door de Яе- XXXII der landers niet meer gedaan, en de resultaten van vroegere reizen werden vergeten. Onmacht. EDgelsohen en Franschen nemen de rol over. Mo¬ nopolie bedreigd. Wetenschappelijk onderzoek. . . 363 1766—1768. Louis de Bougainville met la Boudeuse en l Etoile uit de Zuid-zee komende, met vele zieken, krijgt de noordkust van Nieuw Guinea op 3° 17 l Z. B. in t gezicht, komt voor de Amberno, ziet verder weinig van de kust en wordt op Boeroe en te Batavia vriendelijk ontvangen .......364—365 1770. James Cook, met de Endeavour eene reis om de wereld makende, neemt Nieuw Zuid Wallis in be¬ zit, ontdekt op nieuw Torres-straat, loopt het Vleermuizen-eiland in t gezicht, heeft op 6° 15 1 Z. B. eene vijandelijke ontmoeting met de inboor¬ lingen, bij welke gelegenheid deze een soort van rook uit bamboes blazen, en zet de reis voort over Savoe naar Batavia, waar de Endeavour goed en vlug hersteld wordt ...........265—269 1770—1771. Bericht, dat Provost, een Franschman, notemus- caatplantjes van Gebe en Patani naar Mauritius had overgebracht ............369—270 Het juiste tijdstip van de reis van l Isle de France en Ie Necessaire, onder den chevalier de Coëtivi, waaraan Provost en Sonnerat deelnamen, is niet zeker bekend ........... 370 Opgesmukt reisverhaal. Op ongenoemde plaatsen . (waarschijnlijk Gebe en Patani) zou men curieuse ontmoetingen gehad hebben met den Sultan van Ti- dore, den Sengadji van Patani, een ambassadeur van den Keizer van Salawatti en eindelijk met een ongenoemden koning, die met een eskader een be¬ zoek kwam brengen. Het doel van den tocht werd bereikt en het monopolie der Compie wordt onhoud¬ baar geacht ............. 37O—27S 1771. Valckenaer Gouverneur te Ternate. Hij ontwaart , dat de vreemdelingen geschenken geven aan inland- sche vorsten. Tidore heult met Batjan en de zee- roovers van Magindanao. Eene Tidoreesche ex- xxxnr pe ditie naar Patani, Gebe en de Papoesche eilan¬ den, door Hemmekam en Waker met de Snuffe- laar meegemaakt, heeft weinig succes, maar vond vele noteboomen op poeloe Pisang ......273—274 1772—1774. Nieuwe vijandelijkheden der Papões; de Hooge Begeering besluit eene expeditie uit te rusten, maar komt daarop wegens gebrek aan volk terug. Op Onin kan niet geëxtirpeerd worden. Ternate soms bedreigd door de Magindanaoërs ......274—275 1773. De Engelschen, onder Herbert op Balambangan gevestigd , komen er voor uit , dat ze s Compás mo¬ nopolie ondermijnen willen ....... .275—276 1774. De radja van Waigeoe gevangen genomen en ver¬ bannen ...............276—277 Bericht van de verschijning van Forrest op Ba- tjan. Hemmekan en Oavanon zoeken hem te ver¬ geefs. Gebe een smokkelnest. ....... .277—278 Plan der Engelschen om Balambangan tot een middelpunt van den specerij-handel te maken, zon¬ der de rechten der Compie te schenden. Instructie voor Forrest .............278—279 Hadji Oemar zal Forrest de specerijlanden wij¬ zen. Men zal naar Nieuw Guinea gaan, waarop de Comp^ geen aanspraak kan maken ..... 279 Forrest vertrekt met een klein scheepje, la Tar¬ tare, van Balambangan, door David Baxter, Laurent Lound en eenige inlanders vergezeld; hij knoopt vriendschappelijke betrekkingen aan met den Sultan van Batjan ...........280—281 Hij zeilt over Gagi naar Tomogui, neemt den tolk Mareea aan boord, wantrouwt de Gebeërs en Pataniërs, die hij ontmoet ; ontvangt hulp van Ba¬ tjan; maakt de Tartare, benevens een Batjansche prauw , die Borneo — een coracora, die Bangey ge¬ doopt wordt, voor de verdere reis gereed. . . .281—282 1775. Forrest doet de baai van Offak en de Ajoe-eilan- den aan. De Borneo en Bangey in een storm uit het gezicht. Forrest komt te Dorei, waar ook de Bangey verschijnt, terwijl de Borneo vergaan is. XXXIT Hij ontmoet eene Tidoreesche coracora en verblijft daar ongeveer drie weken in een hutje aan den wal. Hij roemt het klimaat, beschrijft de inboorlingen, met wien hij op goeden voet stond, maar dringt het binnenland niet in. Hij verzamelt meer dan 100 noteplantjes, ¡die waarschijnlijk van slechte qualiteit waren , en noemt geene nrascaatnoten onder de han¬ delsartikels van Dorei. Hij reist terug over Wai- geoe, Misool, de Kanari-groep , Gebe en Min¬ danao naar Borneo; ontmoet den radja van Misool en de vrouw van den radja van Waigeoe ; doet een onjuist verhaal van de gevangenneming van dien ra¬ dja, en vindt Balambangan door de Eagelschen verlaten ...............282—286 Vergeefsche poging om op Onin te extirpeeren, dat noch met Tidore, noch met Misool te doen wil hebben ............... 287 1775—1778. Fapoesche rooverijen nemen toe en de Magin- danaoërs bedreigen Ternate. Toezeggingen der Hooge Regeering ........... 288 1778. Gouverneur Thomaszen vervangt Valckenaer . 288 1779. De Sultans van Tidore en Batjan en de kroonprins van Tidore gevangen genomen en naar Batavia ge¬ zonden. Tidore wordt een leen van de Compie; en prins Gaygira wordt tot Sultan van Tidore verheven . 288—289 Terugblik op het hoofdstuk en toestand in 1779. 289—294 YÍERDE HOOFDSTUK. Hoop van Thomaszen op herstel der rust. J. Semăn naar Maba, Weda en Patani en de vier Papoesche koningen gezonden tot afkondiging van den vrede. Op Maba, Weda en Patani slaagt hij maar half en kuiperijen van Gaygira of Tido¬ reesche prinsen brengen zijn leven in gevaar . . 295—296 1780. Op Salawatti belooven de vier Papoesche konin¬ gen zich over eenigen tijd te onderwerpen. Te Patani teruggekeerd, vindt Semat een zeer vijandige stemming . . . . . . . . . . . . . . 297 хххт Dood van Sultan Gaygira. Troonsopvolgings- quaesties. Cornabé, de opvolger van Thomaszen, kiest in stede van Noekoe of Kamaloedin, prins Pata Alam .............297—298 Het protest van Noekoe e. s. met moord en brand¬ stichting beantwoord. Kamaloedin gevangen. Noe- koe vlucht naar Patani en roept Papões, Magin- danaoërs en Engelschen te hulp. Hij wil Semat vermoorden, die naar Ternata vlucht .....298—299 Aete van investiture van Sultan Pata Alam, waarin o. a. «alle de negorijen op de vaste wal der Papoeèn onder Tidore gebracht worden. Oude contracten vervallen ...........299—300 De amnestie werkt niets uit. Noekoe biijft vij¬ andig. Paulus Birtholomeus en Eek op Obi door Papões gevangen genomen en naar Salawatti ge¬ voerd, waar Post, die hen zou loskoopen, ook gevangen genomen wordt. Noekoe s macht op Patani, enz. neemt toe ..............300—301 1781. De oproerige hoofden van Patani, enz. gearresteerd. 301 Noekoe s plan om Ternate, Batjan en Макјац te onderwerpen. Lot der gevangenen , Post, Jacobs , bartholomeus en Eck. Vijandelijkheden tussehen Ternataansche en Tidoreesahe benden .... 302—303 Van Pleuren opent de correspondentie met Noe- koe, die hiervan meesterlijk partij weet te trekken. Hij noemt zich Sultan en koning der Papoesche districten en begeeft zich naar Ceram. Van Pleu- ren s hoop op onderwerping teleurgesteld. . . . 304—306 1782. Vrij rustig, maar de Papões zijn op Noekoe s hand. Pati Alam verdacht met Noekoe te heulen. Zijne grooten zijn niet te vertrouwen en loopen soms naar Noekoe over .........306—308 1783. Noekoe s vloot door de Amboineesche verslagen. Pata Alam heeft bezwaar tegen t zenden van ge¬ zanten naar de Papões, maar Cornabé zendt van Dijk, die vermoord wordt, terwijl de Tidoreezeu naar Noekoe overloopen .........308—309 Noekoe s vloot voor Tern ite. Paniek op Tidore. XXXVI Agaat« met de lijfwacht vermoord. Sultan Pata Alam van verraad verdacht. Bloedbad op Ti dore door de Comp10 en Ternate aangericht. Pata Alam gevangen en verbannen ..........309—310 Cornabé wil Tidore onder rechtstreeksch bestuur brengen en alle connecties met de Papões, Patani, enz afbreken. Voorwaarden van onderwerping der hoofden ............... 310 1784. De Hooge Regeering wil geen rechtstreeksch bestuur en verleent amnestie aan de Papões, die zich binnen б maanden onderwerpen. Kamaloedin tot Sultan van Tidore bestemd ....... 311 1780—1784. Connecties tusschen Banda en de kust van Nieuw Guinea. De Hooge Regeering wil de contracten van Keijts met Onin en Karas vernieuwen. De sloep van de Northumberland door Papões aan¬ gevallen. Op Banda vreest men een aanval van Noekoe en de Engelsohen ........311—312 1784. Vrede van Parijs met Engeland. De Engel- schen verkrijgen vrije vaart in de Oostersche zeeën. Maatregelen in verband hiermede door de Gouver¬ neurs te nemen ............312—313 1785. Kam aioedia op den troon; hij woont te Ter¬ nate. Zijne zendelingen kondigen de amnestie af, maar dit heeft weinig uitwerking en Koekoe onder¬ werpt zich niet ............313—314 Moeilijke positie vaii Kamaloedin, die, hoewel geen krachtigen steun vindende bij de Compie en door verraders omringd, toch Noekoe op Ceram wil aantasten, wat niet toegestaan wordt. De onder¬ worpen hoofden van Patani, Gebe, enz. zijn ook niet te vertrouwen. Kamaloedin naar Tidore. .314—315 Noekoe vertrouwt de amnestie niet, komt soms op Boeli en heeft overal aanhangers en spionnen. Hij zendt gezanten naar Calcutta, die afgewezen worden. Hij versterkt zijn aanhang; vrees, dat men hem nooit meester zal worden .......315—316 1787. Anastasuis van Halm met de Ceres, Scipio, Lynx en Pijl te Ternate. De Ceres en Lynx naar XXXVII Makasser. Er wordt gedelibereerd, en men maakt het Kamaloedin lastig, maar aan de aarzeling of men Noekoe aan zou vallen of niet, komt een ein¬ de door de tijding, dat deze door zijnen aanhang verlaten zoude zijn. De Scipio en Pijl vertrekken naar Amboina ............316—317 De rooverijen der Papões houden aan, maar de aanwezigheid van t eskader werkt goed. De En- gelschen maken het ook niet lastig met de vrije vaart. 318 De extirpateurs te Patani, enz. door Noekoe bedreigd ............... 319 1788. . Een vlootje van Kamaloedin bij Salawatti door Noekoe verslagen. De weg van list en overreding aanbevolen .............. 319 Nieuwe onderhandelingen. Noekoe s //waarachtig //verbond , houdende voorwaarden van onderwerping. Noekoe heeft invloed op de Aroe-en Kei-eilanden, boezemt Kamaloedin vrees in en noemt zich Sul¬ tan van Ceram en de Papoeën ......320—321 1789. De Tidoreezen bemachtigen Salawatti; de bevolking vraagt een wettigen koning. De Hooge Begeering is tevreden over Kamaloedin. Noekoe s vloot bij Ceram door den Gouverneur van Amboina verslagen. Noekoe vlucht naar Misool. Vijandelijkheden der Aroeërs en Magindanaoërs ........321—323 1790. Prins Arowé, tot radja van Salawatti benoemd, wordt daar met gejuich ontvangen en de radja s van Misool en Waigama onderwerpen zich; de Tidoreesche - vloot keert wegens ziekte terug. Noe¬ koe wijkt naar Goram. Aroe bezet. Prins Melked- din onderwerpt zich ...........323—324 Linke en Hertsman naar Halmaheira gezonden om te extirpeeren, met de Windhond. Vechtpartijen aan boord. Te War sai worden 11 schepelingen ge¬ vangen gehouden; eindelijk komt de Windhond te Maba ...............325—326 De gevangenen van Warsai verlost. Linke en Hertsman gestraft .......... . 326 Eene Tidoreesche expeditie zal naar Mefoor gaan. XXXVIII Goram en Goram onder Amboina gebracht; maar de Bandasche burgers hebben vrije vaart. ... 327 1791. Noekoe versterkt zich op Goram. Werner Gobius met de Bellona en Mercuur, versterkt met Compus sohepen en coracora s, tuchtigt de Aroê-eilanden en Teor; hij sneuvelt in een gevecht op Goram . 327—328 1790—1792. MacCluer naar de Pelew- of Palau-eilanden , China, enz. Hij gaat met de Panther en Endea¬ vour langs de Schouten-eilanden en de noordkust van Nieuw Guinea naar Misool; vervolgens naar de westkust en de Telok Berau, die naar hem genoemd wordt en waar Nicholson vermoord wordt. Volgt de zuidkust tot 6° Z. В.; daarna naar Timor. MacCluer heeft connecties aangeknoopt op Misool en Gebe. Verhaal der deserteurs van de Panther. 328—331 1791. Schipbreuk van de Pandora in Torres-straat. . 331 1792. William Bligh met de Providence en Assistant door Torres-straat naar Timor .......331—332 Noekoe wordt met rust gelaten. Goram niet aangevallen. Plannen van en geruchten omtrent Noekoe ............... 332 1793. Heijdeman, op verkenning gezonden, voert niet veel uit ............... 333 Stuurman Dell van de Hornmzeer en de Chester¬ field, die onder William Eampton en Matthew В. Alt Torres-straat doorzeilen, neemt de kust van Nieuw Guinea voor de Britsche kroon in bozit. 333—334 d Entrecasteaux op Waigeoe met l Espérance. 335 John Hayes met The Duke of Clarence naar Dorei; blijft daar drie maanden en bouwt een fort, dat bezet blijft, onder kapitein Court. De Papões vallen hem aan ..........336—337 1794. Hayes op Batjan en Boeroe geweest. Hij ver¬ klaart, dat de Engeïschen het fort Coronation gesticht hebben, aan de Bestoration Bay op New Albion ............... 338 The Duchess of Clarsnce bij Coronation; ver¬ klaringen van de Sipaijers en de Orous .... 338—339 XXXIX Hayes over Timor naar Batavia. Hij zegt naar Bengalen te gaan. maar komt te Macio. . . . 339—340 1793. MacC .uer op Palau-eilanden. De Panther en Endeavour te Macao. Vertrekken naar Bombay. 340—341 1794. MacCluer geeft de kolonisatie der Palau-eilan¬ den op en komt ziek te Macao aan .....341—342 Hayes draagt hem op naar Dorai te gaan , en gaat zelf naar Canton. MacCluer vertrekt over de Palau-eilanden naar Dorei .......342—343 Treurige toestand der Engel schen, toen hij met de Venus aldaar aankwam. De Engelschen ver¬ oorzaken geen klachten. MacCluer met de Venus naar Boeroe .............343—344 1795. MacCluer te Dorei terug ........ 344 1794. Protesten van den Saltan van Tidore, en hunne geschiedenis . . . ,.........345—346 1795. MacCluer erkent de Tidoreesche passen niet en zegt, dat Noekoe de geheele Papoe aan de Engelschen afgestaan heeft. Engelsche aanteeke- ningen op de passen gemaakt, en de handel aan Compies onderdanen geweigerd .......346—347 MacCluer handelde in overeenstemming met Noe¬ koe. Geruchten en berichten omtrent fort Corona¬ tion en de Engelschen, o. a. melding makende van een aanplant van noteboomen en van vijande¬ lijkheden met de inboorlingen ........347—349 MacCluer vertrekt over Boeroe naar Amboina, waar hij als een lorrendraaier behandeld wordt. .349—350 Borei door de Engelschen verlaten. Onzekerheid, waarin men te Ternate verkeerde omtrent de vesti¬ ging der Engelschen. De kolonisten komen met de Resource en Duchess of Clarence te Waroe. Noe- koe s gezanten naar Bengalen .......350—352 Beschouwingen over de vestiging der Engelschen op Nieuw Guinea ten betooge, dat zij als proef ondernomen werd om, naar omstandigheden, door de Fngelsche Compie te worden gedesavoueerd of gesanctionneerd . · ...........352—354 1794. Noekoe s macht neemt toe. Prins Djanalabdin, van Ceilon naar Noekoe gevlucht , beweert , dat het gezag over de Papões aan hem opgedragen is. De vloot van Noekoe groeit aan ; de zendelingen der Comp 6 kunnen het doel hunner reis niet bereiken . 354—356 Ternate versterkt; Kamaloedin versuft. Onrust op Tidore. De vrees voor Noekoe neemt toe. Be¬ windhebbers raden minnelijke schikking aan. Hooge Begeering wenscht algemeene amnestie en afstand in leen aan Noekoe van de Papoe of Ceram s noordkust ..............356—358 1795. Noekoe versterkt zijne partij en wordt gesteund door de Engelsche kapiteins Bisdon en Lander; hij komt op Gebe. Correspondentie tusschen Noè- koe en Kamaloedin. Fatani, fflaba, Weda en Tobello kiezen Noekoe s partij, toen hij met de Engelsche schepen in die streken kwam .... 358—360 Budach wordt Gouverneur; hij ziet het gevaar; maar ook op Menado, Gorontalo en Goram spe¬ len de roovers den baas. Onmacht om het gezag behoorlijk te handhaven .......... 360 Vrees voor een aanval der Franschen schijnt ongegrond. Engeland de grootste vijand der Ba- taafsche republiek ........... 361 1796. Prins Hassan als onderhandelaar naar Noekoe, die antwdbrdt, dat hij niets met de Comp«5 te maken wil hebben. Hij wordt nu bij besluit tot onver- zoenlijken vijand verklaard ........361—362 Het Komité tot de zaken van den Oost-Indi- schen handel ............. 362 De Engelsche vloot in de Molukken. Val van Amboina en Banda. De Sultan van Ternate af¬ gezet en weggezonden. Sarkam in zijne plaats op den troon ..............362—363 Brief door Noekoe, Court, Risdon en Stewart onderteekend , waarbij Kamaloedin gedreigd wordt en aangemaand de Compie te verlaten. Debrief blijft onbeantwoord .............363—365 De toestand wordt moeielijk. Kamaloedin ver¬ liest alle gezag ............ 365 XLI 1797. Pack enham eischt Ternate op. Geweigerd. Hij beschiet de plaats, neemt de Windhond en een Chineesche bark ............365—366 Val van Menado en van Batjan, waarbij Noe- koe tegenwoordig is ........... 366 Noekoe verschijnt met 70 zeilen en een En- gelsch schip voor Tidore; de hoofden onderwerpen zich ; Kamaloedin en de lijfwacht vluchten naar Ternate. Noekoe neemt Tidore in bezit; hij valt Ternate herhaaldelijk aan en wordt afgeslagen. De Engelschen vertrekken ; Noekoe vestigt zich op Tidore en noemt zich : Sultan ш Tidore en den resorte van dien ...........366—368 Gebrek te Ternate. Voordeelen behaald op Noe- koe s vloot .............. 368 Proviand-prauwen door de Tidoreezen veroverd. Djanalabdin bij Noekoe aangekomen. Nadeelige geruchten over Noekoe .......... 369 Gevechten. Noekoe verbrandt gebouwen op Ter¬ nate. Lützow s laadschouwen doen uitnemende dien¬ sten ................369—370 Hassan door Noekoe gevangen genomen, toen hij als Budach s onderhandelaar op Tidore kwam. Djanalabdin is door Noekoe tot radja-moeda ver¬ heven.· Prins Mossel loopt over naar Noekoe en wordt rijksbestuurder. Ontevredenheid te Ternate, ook onder t garnizoen. Lützow verslaat de Ti¬ doreezen en brengt sagoe binnen ......370—371 Banda s Welvaren aan Eisdon overgegeven. Deze en Lander eischen Ternate te vergeefs op .371—372 Hongersnood en desertie. Aankomst van De //Aandacht . Een aanval van Noekoe afgeslagen. 372—373 1798. Commodore Ballart eischt Ternate op; den vol¬ genden dag doet Forrest dit. Budach weigert. Noekoe « vloot tracht zich met de Engelschen te vereenigen. Gevechten. Eijst en sagoe binnen Ter¬ nate gebracht .............373—374 Noekoe benoemt een Goegoegoe van Taháni tot koning van Djelolo .......... . 374 Nijpend gebrek te Ternate; de bevolking vermin¬ dert; de inkomsten verdwijnen. Prins Hassan te Ternate terug. Aankomst van de Helena en Wa¬ ker. Hevig gevecht, doch Noekoe afgeslagen. Spanning .............. 375 1799. Insluiting van Ternate; gebrek. Eenige sagoe bekomen. Opeisching van commodore Hills door Budach afgeslagen. Sommatie en bedreiging. Ter- lucco aangevallen en door Walter verdedigd. Hills belet toevoer van levensmiddelen .......376—377 Djiko werft Alfoersche hulpbenden. Aanval van von Lützow op Tidore; h¡j verslaat de vloot bij Soasio, maar wordt door de Or pne is verdreven. De Aandacht en Waker in svijands handen. .377—378 Gevaarlijke toestand. Gelukkig komt Le Même met l Unie en la Friponne op de reede; maar hij vertrekt weder, na eene mislukte expeditie tegen Tidore ...............378—380 Budach ziek. Aankomst van zijnen vervanger Willem Jacob Cranssen met le Comte de Co- benzei, de Kraai, Spion en Onverwactt . . . 380—381 Formatie eener nieuwe expeditie. Elphinstone opent onderhandelingen over uitwisseling van krijgs¬ gevangenen. Verkenning naar Batjan. Aanvalsplan van Cranssen .............381—383 Cranssen voert de expeditie aan, doch keert on- verrichterzake terug ; de Tidoreesche vloot was ver¬ dreven; een aanval op de forten mislukte, doch 80 victualie-prauwen werden buit gemaakt. Engelsche schepen in t gezicht, en daarom naar Ternate te¬ ruggekeerd. De Ternataansche coracora-vloot blijft in zee; van een nieuwen aanval wordt afgezien. .383—385 1800. Opheffing der Oost-Indische Compagnie. Baad der Aziatische bezittingen. Dood van Johan Gofried Budach .........385—386 Cranssen s poging om, middels verraad van Boe- gineezen, Noekoe in z n macht te krijgen, misluit volkomen ..............386—387 Vertrek van le Comte de Cobenzel en gesel·:e- ХШІ dénis van de gestolen kroon van Ternate, ten ge¬ volge waarvan Cranssen de Ternataansche Alfoeren onder rechtstreeksch bestuur stelt .......387—389 De bevolking van Mak j an zal naar Ternate over¬ gebracht worden. Er heerscht een zekere rust, nu de Engelschen vertrokken zijn .......389—390 Prins Hassan met eene geheime zending naar Tidore; is ook een handlanger van Noekoe. Djana- labdin door de Engelschen gevangen genomen. . 390—392 Hassan benoemd tot radja-moeda van Tidore. Merkwaardige raadszitting te Ternate op 11 Sep¬ tember; rol door Hassan gespeeld. Gewisselde brie¬ ven. Amnestie .............392—396 Feestelijke installatie van Hassan als radja-moeda. 396 Hassan, naar Tidore teruggekeerd , wordt belaagd door prins Ceijlon e. s. en verliest zijnen invloed . 397—398 Hassan s en Cranssen s plan om Tahoeloe te vermeesteren. De onderneming mislukt volkomen; Hassan wordt vermoord en de oorlog breekt op nieuw uit. Cranssen door de Tidoreesche vloot aangevallen ..............398—402 Beschouwingen over het karakter en de politiek van Cranssen .............402—403 1801. De voor Temate bestemde schepen door de En¬ gelschen genomen. Jassim volgt Sarkam op als Sultan van Ternate ........... 404 Een Engelse i eskader voor Ternate. Astle en Burr eischen de plaats op ruwe wijze op. Cranssen weigert. De Waker genomen. Ernstig gevecht met de Engelschen , die , na aanzienlijke verliezen geleden te hebben, vertrekken ..........404—405 Gevechten met Noekoe bij Sindangoly. . . . 406 Burr eischt Ternate op nieuw op. Cranssen weigert. De parlementairs trachten hem tot over¬ gave te bewegen. Aanval van het eskader van Hayes, in vereeniging met Noekoe s vloot. Noekoe s hulp. Verraad. Kajoemera in s vijands handen, van Sockum en Rodijk willen Cranssen tot de over- XLIV gave dwingen. Cranssen wijst nieuwe voorstellen tot overgave af. ............ 406—408 Samenzwering van Rodijk en van Dockum e. s. Cranssen door de samenzweerders gevangen genomen. De politieke Raad neemt het bestuur in handen en geeft Ternate den 21sten Juni over aan de Engel- schen. Intocht der Engelschen en van Noekoe. 408—410 Bepalingen van de capitulatie. Cranssens s gedrag goedgekeurd; de leden van den raad zullen door den advocaat-fiskaal vervolgd worden. . . . 410—411 Noekoe erkend als wettige Sultan. Vredesver¬ drag tusschen Tidore en Ternate van 5 November. Tidore heeft den voorrang boven Ternate . . . 411—412 Majoor Webber zoekt Noekoe op. Hij verklaart Djelolo vogelvrij. De Engelschen schijnen Gebe en Fau gekocht te hebben. . . ,.....412—413 1802. Vrede van Amiens. Cranssen wordt Gouver¬ neur van Amboina en is met Melissen en Boek- holst in commissie tot overneming der Oostersche provinciën .............. 413 1803. Boekholst door Wieling, Melissen door Buyskes vervangen. Buyskes en de benoemde gezagheb- ber der Molukken, Goldbach, in subcommissie naar Ternate. ............413—414 Cranssen belast met de leiding der inlandsche zaken in de Molukken. Hij vertrouwt Djanalab- din en draagt hem eene zending op naar С eram, Papoe, enz. Noekoe wil dezen prins laten oplichten ; dit mislukt, en nu houdt hij hem te vriend. Gold- bach houdt Tidore te vriend. Cranssen keurt dit af. ...............414—415 Pogingen, tijdens het Engelsen bestuur aange¬ wend, om Ternate in opstand te brengen . . .415—416 Brutale handelingen en eischen van Noekoe. Vergeefsohe poging om van Bockum en Rodijk te arresteeren ............ .416—417 De commissarissen Cranssen en Wieling te Ter¬ nate. Noekoe verschijnt niet. Aankomst van Dja- n al ab din ......,........ 417 XLV Djanalabdin als Äoekoe s gezant te Ternate. Noekoe eischt o. a.: voorrang boven Ternate, af¬ stand van Makjan aan hem en van Gilolo aan Djelolo. Noekoe s brief om vergiffenis; zijne eischen. 418—419 Onderhandelingen met Djanalabđin, en besluit, waarbij Kajassa aan Djelolo wordt afgestaan, ter¬ wijl de andere zaken door de Hooge Regeering beslist zouden worden , en algemeen pardon verleend wordt. Nieuwe eischen van Noekoe, Djelolo en Djanalabdin. Vertrek der Commissarissen Cranssen en Wieling .............419—420 Toenadering tusschen Noekoe en Goldbach. Crans¬ sen steunt Djanalabdin en Ibrahim. De Hooge Begeering beslist niet omtrent Noekoe s eischen; Djelolo verbreekt zijne verbindtenis; oorlog met Engeland ; een en ander veroorzaakt nieuwe onlusten. 420—422 1804. Ibrahim wijkt naar Tidore en wil met Djana¬ labdin en Djelolo, die de Tobelloreezen haalt, Temate aanvallen ...........422— 42S Wieling vervangt Goldbach. Cranssen gemach¬ tigd om met Noekoe te onderhandelen. Eene com¬ missie naar Tidore; deze wordt vrij ongepast ont¬ vangen ...............423—424 Luitenant Feterszen op expeditie tegen Djelolo. Hij voert niet veel uit , blijkens rapport van Dibbetz , die met de Phoenix gevolgd was ......424—425 Noekoe maakt bezwaar tegen zeven artikelen van het ontworpen contract. Hij wil Ceram niet af¬ staan, zelf prinsen en grooten straffen, zijne forten niet slechten , geene Papoesche slaven leveren , geene uitgewekenen uitleveren en zelf de Papoesche ko¬ ningen aanstellen ............425—426 Wieling S wederlegging dezer bezwaren ; hij wil alleen van de levering der Papoesche slaven afzien. Noekoe vraagt den afstand van Ceram, als gunst. 426—427 Vijandelijkheden van Djelolo op Halmaheira . 428—42» Pieter Wijnand naar Ceram, waar nog onrust heerscht. Eene expeditie, onder Schroijenstein en anderen naar Ceram gezonden, heeft weinig succes XLVI 1805 en komt met vele zieken te Ternate terug. Hoff¬ man en Hazel houden een saniri op Cera m . . 429—43fr Engelsche schepen bij Gebe. Noekoe belet den aanvoer van levensmiddelen. Feitelijk was het weer oorlog. Vijandelijkheden. Cranssen machtigtWie- ling krachtig tegen Noekoe op te treden. Onbe¬ schaamde brief van Noekoe. Kooversvloot van Sa- naffi van Gebe. Djelolo noemt zich Sultan en radja. 430—431 l Hirondelle op brandwacht te Ternate. Toe¬ voer van Batavia ontvangen. Alle correspondentie met Tidore afgebroken. Dood van Noekoe . . . 432 Beschouwingen over het karakter van Noekoe . 432—435 Djanalabdin Sultan van Tidore zonder den Gou¬ verneur hiervan kennis te geven. De Voorspoed door de Tidoreezen aangetast en andere vijandelijk¬ heden. Expeditie van Luitenant Swarts. Makjan- ners naar Ternate ...........435—436 Cranssen opent onderhandelingen met Djana- labdin , en deze met Ternate. Weinig hoop op succes. 43 6—437 1806. De Tťrnataansche vloot aangevallen. Verschij¬ ning der Engelschen. De brik Belgica genomen door de Greyhound onder Elphinstone, en aan Dja- nalabdin verkocht. Weintre herneemt de Belgica. 437—439 Nieuwe onderhandelingen met Djanalabdin over de uitlevering van Djelolo, de 7 artikelen en de erkenning als Sultan. De Tidoreesche forten ver¬ overd, Djanalabdin vlucht. Tidoreesche hoofden bezweren de 21 artikelen. Djelolo verslagen; hij vlucht en sterft ............439—440 1807. Sultan Jassim overleden en opgevolgd door Mo¬ hamad Ali. Expeditie tegen Maba, Weda en Fatani. De hoofden van Fatani verzoeken onder rechtstreeksch bestuur te staan. Vele Halmahei ra¬ sche hoofden teekenen de 21 artikelen .....440—441 Djanalabdin, naar Misool gevlucht, opent onder¬ handelingen met Cranssen. Een Engelsch schip, bij Wardjo gestrand, wordt geplunderd. Luitenant Herder naar Maba, waar weder met de Engel¬ schen geheuld wordt ..........441—443 XLVII 1808. Cran s sen wil Djanalabdin erkennen, Wieling niet. De opstandelingen van Maba, door Engel- scheu gesteund, worden gevaarlijk. Gebrek aan macht te Ternate. Herder retireert, na een onge¬ lukkig gevecht .............443—445 Bevelen van Daendels De Mandarijn onder Camarens te Ternate. Djanalabdin naar Maba. Carnarens maakt bezwaar tegen eene expeditie naar Maba. Djanalabdin valt Fatani aan, doch wordt geslagen ............... 445__447 Cranssen, overtuigd van Djanalabdin s verraad, biedt prins Mossel den troon van Tidore aan ; deze neemt slechts voorwaardelijk aan ....... 447 Daendels kent aan de militaire autoriteiten de tweede plaats toe in de Oostersche provinciën. Cranssen teruggeroepen. Wieling tot Gouverneur van Amboina, Coop à Groen tot gezaghebber te Ternate benoemd........... 447—448 1809. Weling wil Mossel tot Sultan kronen; de zoons van Djelolo willen Mossel gevangen nemen. . 448—449 Een gelukte en een mislukte aanval op Wosso. De Tidoreezen worden niet vertrouwd. Bekruising. 449—450 De Tidoreesche hoofden vragen op nieuw onder rechtstreeksch bestuur te blijven. Coop à Groen naar Banda. Joh. von Mittman gezaghebber а. і. van Ternate W lliam O Bryan Drury verklaart Java en de Molukfcen in staat van blokkade. . 450—451 Eeorganisatie der Oostersche provinciën. Zij worden verdeeld in prefecturen, onderprefecturen en een commandement. Wieling overleden. Prins Mos¬ sel door Đaendels tot Sultan benoemd. Hij belooft bij Filz te mboina te zullen komen .....451—452 1810. De zendelingen van von Mittman, die Mossel van Amboina zouden halen, brengen de tijding , dat Amboina door de Engelschea genomen is. Mossel bevindt zich ook daar. Men vreest nu zijne komst. Djanalabdin wint veld op Halmaheira en valt Batjan aan .............452—453- XLVIII Maatregelen van verdediging van von Mittman. Oproer onder t garnizoen gedempt. Geldgebrek . 453—454 Edward Tucker, Commandant van de Dover, eisoht Ternate op. De overgave geweigerd. Lan¬ ding van Forbes. Kajoemera overrompeld. Luite¬ nant S chuts lijdt zware verliezen. Kapitein Mul¬ der beschiet de Dover. Ternate besehoten. Capi¬ tulatie op 31 Augustus. Val van Menado en Banda ...............454—457 Ternate een onderdeel der Molukken, welker Gouverneur te Amboina zetelt. Forbes Comman¬ dant van Ternate. Dood van Djanalabdin. Mos¬ sel wordt Sultan ............ 457 1811. Djamaloedin, zoon van Djanalabdin , maakt eene demonstratie op Ternate en wordt door Forbes gevangen genomen en verbannen. Asgar, zoon van Djelolo, gevangen genomen en verbannen. //Treaty //of amity and alliance met den Sultan van Ternate (5 November). Makjan onder Te·nate . . . .457—459 1814. Contract tusschen Ternate en Tidore van 27 October. De districten: Mansary, Karandifer, Amburpura en TTmbarpon op Nieuw Guinea on¬ der Tidore gebracht ...........459—461 1815. Djamaloedin tot Sultan-moeda verheven. Maba, Weda en Fatani aan hem afgestaan. //Articles of //agreement waarbij de positie van Djamaloedin geregeld wordt, (6 Maart). Onlusten tusschen Tidore en Maba. Onlusten op Goram. Prins Ibra¬ him en Sele gevangen ..........461—464 1814. Conventie van 13 Augustus 1814 met Enge¬ land. Betoog, dat deze conventie het recht van bezit van Ti ore op de Papoesche eilanden en een deel van Nieuw Guinea erkent. Commissarissen- Generaal voor het overnemen der koloniën van de Engelschen benoemd . ,........464—466· 1816. Aankomst der Commissarissen te Batavia. N En¬ gelhard en J. &. van Middelkoop zullen de Mo¬ lukken overnemen ........... 466 1817. Kapitein-Luitenant ter zee J, de Groot en J. A. XLIX •Neijs naar Ternate om dit van Mackenzie over te nemen. Moeilijkheden over de teraggave der in 1811 in beslag genomen wapens ea munitie van DjamaJoedin .............466—467 Vernieuwing der contracten met Ternate en Ti- dore; de rechtsmacht der Sultans aan banden ge¬ legd ; extirpatie gehandhaafd. Slechte qualiteit der noten van Patani, Civiel bestuur te Ternate. Neijs resident. Djamaloedin vlucht en komt weer in op¬ stand ...............467—468 Terugblik en toestand in 1817......468—471
any_adam_object 1
author Speelman, Cornelis 1628-1684
author_GND (DE-588)101383878
(DE-588)119319640
author_facet Speelman, Cornelis 1628-1684
author_role aut
author_sort Speelman, Cornelis 1628-1684
author_variant c s cs
building Verbundindex
bvnumber BV005187293
classification_rvk NK 1056
NN 7400
ctrlnum (OCoLC)260116062
(DE-599)BVBBV005187293
discipline Geschichte
format Book
fullrecord <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01738nam a2200421 cb4500</leader><controlfield tag="001">BV005187293</controlfield><controlfield tag="003">DE-604</controlfield><controlfield tag="005">20190806 </controlfield><controlfield tag="007">t|</controlfield><controlfield tag="008">920527s1908 ne |||| 00||| dut d</controlfield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(OCoLC)260116062</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-599)BVBBV005187293</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-604</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="e">rakwb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1="0" ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="044" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">ne</subfield><subfield code="c">NL</subfield></datafield><datafield tag="049" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-473</subfield><subfield code="a">DE-Re8</subfield><subfield code="a">DE-12</subfield><subfield code="a">DE-37</subfield><subfield code="a">DE-188</subfield></datafield><datafield tag="084" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">NK 1056</subfield><subfield code="0">(DE-625)125855:</subfield><subfield code="2">rvk</subfield></datafield><datafield tag="084" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">NN 7400</subfield><subfield code="0">(DE-625)127087:</subfield><subfield code="2">rvk</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Speelman, Cornelis</subfield><subfield code="d">1628-1684</subfield><subfield code="e">Verfasser</subfield><subfield code="0">(DE-588)101383878</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652</subfield><subfield code="b">met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis</subfield><subfield code="c">uitgegeven door A. Hotz</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="a">Amsterdam</subfield><subfield code="b">Müller</subfield><subfield code="c">1908</subfield></datafield><datafield tag="300" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">CXV, 466 S.</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">n</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">nc</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="490" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Werken</subfield><subfield code="v">Ser. 3,26</subfield></datafield><datafield tag="600" ind1="1" ind2="7"><subfield code="a">Cunaeus, Joan</subfield><subfield code="0">(DE-588)12343422X</subfield><subfield code="2">gnd</subfield><subfield code="9">rswk-swf</subfield></datafield><datafield tag="651" ind1=" " ind2="7"><subfield code="a">Iran</subfield><subfield code="0">(DE-588)4027653-3</subfield><subfield code="2">gnd</subfield><subfield code="9">rswk-swf</subfield></datafield><datafield tag="655" ind1=" " ind2="7"><subfield code="0">(DE-588)4076645-7</subfield><subfield code="a">Reisebericht</subfield><subfield code="y">1651-1652</subfield><subfield code="2">gnd-content</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2="0"><subfield code="a">Cunaeus, Joan</subfield><subfield code="0">(DE-588)12343422X</subfield><subfield code="D">p</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2="1"><subfield code="a">Iran</subfield><subfield code="0">(DE-588)4027653-3</subfield><subfield code="D">g</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2=" "><subfield code="5">DE-604</subfield></datafield><datafield tag="700" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Hotz, Albertus</subfield><subfield code="d">1855-1930</subfield><subfield code="e">Sonstige</subfield><subfield code="0">(DE-588)119319640</subfield><subfield code="4">oth</subfield></datafield><datafield tag="830" ind1=" " ind2="0"><subfield code="a">Werken</subfield><subfield code="v">Ser. 3,26</subfield><subfield code="w">(DE-604)BV037477414</subfield><subfield code="9">3,26</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="2"><subfield code="m">Digitalisierung UB Bamberg</subfield><subfield code="q">application/pdf</subfield><subfield code="u">http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&amp;doc_library=BVB01&amp;local_base=BVB01&amp;doc_number=003207796&amp;sequence=000002&amp;line_number=0001&amp;func_code=DB_RECORDS&amp;service_type=MEDIA</subfield><subfield code="3">Inhaltsverzeichnis</subfield></datafield><datafield tag="940" ind1="1" ind2=" "><subfield code="q">BSBQK0130</subfield></datafield><datafield tag="943" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796</subfield></datafield><datafield tag="980" ind1="4" ind2=" "><subfield code="a">(DE-12)AK49152039</subfield></datafield></record></collection>
genre (DE-588)4076645-7 Reisebericht 1651-1652 gnd-content
genre_facet Reisebericht 1651-1652
geographic Iran (DE-588)4027653-3 gnd
geographic_facet Iran
id DE-604.BV005187293
illustrated Not Illustrated
indexdate 2024-12-23T11:31:28Z
institution BVB
language Dutch
oai_aleph_id oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796
oclc_num 260116062
open_access_boolean
owner DE-473
DE-BY-UBG
DE-Re8
DE-BY-UBR
DE-12
DE-37
DE-188
owner_facet DE-473
DE-BY-UBG
DE-Re8
DE-BY-UBR
DE-12
DE-37
DE-188
physical CXV, 466 S.
psigel BSBQK0130
publishDate 1908
publishDateSearch 1908
publishDateSort 1908
publisher Müller
record_format marc
series Werken
series2 Werken
spellingShingle Speelman, Cornelis 1628-1684
Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
Werken
Cunaeus, Joan (DE-588)12343422X gnd
subject_GND (DE-588)12343422X
(DE-588)4027653-3
(DE-588)4076645-7
title Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
title_auth Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
title_exact_search Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
title_full Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz
title_fullStr Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz
title_full_unstemmed Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz
title_short Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652
title_sort journaal der reis van den gezant der o i compagnie joan cunaeus naar perzie in 1651 1652 met route kaart en plattegrond en plaat von persepolis
title_sub met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
topic Cunaeus, Joan (DE-588)12343422X gnd
topic_facet Cunaeus, Joan
Iran
Reisebericht 1651-1652
url http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003207796&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA
volume_link (DE-604)BV037477414
work_keys_str_mv AT speelmancornelis journaalderreisvandengezantderoicompagniejoancunaeusnaarperziein16511652metroutekaartenplattegrondenplaatvonpersepolis
AT hotzalbertus journaalderreisvandengezantderoicompagniejoancunaeusnaarperziein16511652metroutekaartenplattegrondenplaatvonpersepolis