Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis
Gespeichert in:
1. Verfasser: | |
---|---|
Format: | Buch |
Sprache: | Dutch |
Veröffentlicht: |
Amsterdam
Müller
1908
|
Schriftenreihe: | Werken
Ser. 3,26 |
Schlagworte: | |
Online-Zugang: | Inhaltsverzeichnis |
Tags: |
Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
|
MARC
LEADER | 00000nam a2200000 cb4500 | ||
---|---|---|---|
001 | BV005187293 | ||
003 | DE-604 | ||
005 | 20190806 | ||
007 | t| | ||
008 | 920527s1908 ne |||| 00||| dut d | ||
035 | |a (OCoLC)260116062 | ||
035 | |a (DE-599)BVBBV005187293 | ||
040 | |a DE-604 |b ger |e rakwb | ||
041 | 0 | |a dut | |
044 | |a ne |c NL | ||
049 | |a DE-473 |a DE-Re8 |a DE-12 |a DE-37 |a DE-188 | ||
084 | |a NK 1056 |0 (DE-625)125855: |2 rvk | ||
084 | |a NN 7400 |0 (DE-625)127087: |2 rvk | ||
100 | 1 | |a Speelman, Cornelis |d 1628-1684 |e Verfasser |0 (DE-588)101383878 |4 aut | |
245 | 1 | 0 | |a Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 |b met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis |c uitgegeven door A. Hotz |
264 | 1 | |a Amsterdam |b Müller |c 1908 | |
300 | |a CXV, 466 S. | ||
336 | |b txt |2 rdacontent | ||
337 | |b n |2 rdamedia | ||
338 | |b nc |2 rdacarrier | ||
490 | 1 | |a Werken |v Ser. 3,26 | |
600 | 1 | 7 | |a Cunaeus, Joan |0 (DE-588)12343422X |2 gnd |9 rswk-swf |
651 | 7 | |a Iran |0 (DE-588)4027653-3 |2 gnd |9 rswk-swf | |
655 | 7 | |0 (DE-588)4076645-7 |a Reisebericht |y 1651-1652 |2 gnd-content | |
689 | 0 | 0 | |a Cunaeus, Joan |0 (DE-588)12343422X |D p |
689 | 0 | 1 | |a Iran |0 (DE-588)4027653-3 |D g |
689 | 0 | |5 DE-604 | |
700 | 1 | |a Hotz, Albertus |d 1855-1930 |e Sonstige |0 (DE-588)119319640 |4 oth | |
830 | 0 | |a Werken |v Ser. 3,26 |w (DE-604)BV037477414 |9 3,26 | |
856 | 4 | 2 | |m Digitalisierung UB Bamberg |q application/pdf |u http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003207796&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |3 Inhaltsverzeichnis |
940 | 1 | |q BSBQK0130 | |
943 | 1 | |a oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796 | |
980 | 4 | |a (DE-12)AK49152039 |
Datensatz im Suchindex
DE-BY-UBR_call_number | 9992 H/NK 1056 G324.3 |
---|---|
DE-BY-UBR_katkey | 3237555 |
DE-BY-UBR_location | 9992 H |
DE-BY-UBR_media_number | TEMP11739140 |
_version_ | 1822695909063917568 |
adam_text | INHOUD.
EERSTE HOOFDSTUK.
Jaaktallen.
Bladz.
De Papoesche radja s oudtijds middelaars tus-
schen de Moluksche vorsten en Nieuw-Guinea.
.
l
Wat men oudtijds onder de Papoesche landen
verstond
........ ,...... 1—2
Coram
speelt een rol in de geschiedenis der
Papões.
De
Papões
van Misool stonden vijandig tegen¬
over die van de meer oostelijk wonende
Papões.
. 2—3
±
1400.
Legende omtrent de overheersching van het land
der Papoes door
Gebe..........
Б
1465
à
1512,
Legenden betreffende oude betrekkingen tusschen
Batjan en Misool
............ 3—5
1521.
Pigafetta spreekt van een radja-Papua op Gilolo.
5
1527.
Uriarte vaart langs de Papoesche eilanden.
. 5
±
1527.
de
Menezes
te Versya (misschien Warsai).
. 5
1528.
Saavedra op
isla
del oro
(misschien Schouten¬
eiland), en
Urais
la grande op
Io
40
Z. B.
. . 5—6
1529.
Saavedra op de noordkust van Nieuw
Guinea
van
2°
tot
5°
Z. B. Hij wordt de ontdekker van
Nieuw
Guinea
genoemd
.......... 6
1526—1536.
Goud van de eilanden
//los Papuas
..... 6
1535.
Verbond tusschen de Moluksche vorsten en de
Papoesche radja s van Vaigama, Vaigue, Quibibi
en Mincimbo
............. 6—7
1537.
De moord der schepelingen van de Grijalva had
waarschijnlijk niet op de Papoesche eilanden plaats.
3—8
1538.
Fogaça
onderzoekt dien moord en sluit vriendschap
met de koningen dier eilanden.
. ,..... 8
тіл
±
1550.
Christenen op
de Papoesche-eilanden
.... 8—9
1643.
Della
Torre is
niet op Nieuw
Guinea
geweest
. 9
1545.
Ortiz
de Hetes
op de eilanden voor
de
Geel-
vink-baai. Hij neemt Nieuw
Guinea,
dat door hem
aldus genoemd wordt, op
2°
Z. B. voor de Spaan-
sche kroon in bezit
...........9—11
±
1558.
Op een kaart van dit jaar komt Nieuw
Guinea
als een eiland voor; is onder den naam Ceiram
vermeld op een Portugeesche zeekaart
..... 11
1590—1593.
Over de eilanden Na,
Noloa en Guinea, door
pater
Marta
genoemd, in verband met de
72
eilan¬
den van Sultan Baab van
Ternate
......11—14
1545.
Tidore en de Spanjaarden stooten het hoofd
voor
Gebe.............. 14
1569.
Nunez
ontmoet Papoesche radja s op Batjan.
d Acosta over de
Papões
van het vaste land. Pater
Prancudo zegt, dat het land der
Papões
verdeeld
is in vier rijken:
Miam, Missool,
Ogueo enNoton.
15
1600.
Wat wist men dus op het einde der
16đe
eeuw
van Nieuw
Guinea
en de Papoesche eilanden?
. 15—18
TWEEDE HOOFDSTUK.
1602.
Claes Gaeff
en
Willem
Cornelisz Schouten met
het Duyfke naar Ceram om informaties te nemen
omtrent Nieuw
Guinea.
Zij vernemen, dat daar
blanke mensehen en Portugeezen wonen
,
maar overi¬
gens niets
..............19—20
1606.
Ontdekkingstocht van
Willem Jansz
met het
Duyfke. Hij bezoekt de zuidwestkust van Nieuw
Guinea
tusschen
5°
Z. B. en Torres-straat. Eenige
matrozen doodgeslagen
..........20—21
Luis Yaes de
Torres
ontdekt Torres-straat,
neemt inboorlingen gevangen
,
ontmoet bij Onin Moor-
sche kooplieden, die den Islam verspreiden, en gaat
naar Batjan
.............. 21
1607.
Contract van Matelief met den Sultan van
Ternate.
22
1609.
Dit contract door Witte bevestigd en uitgebreid.
Contract ran
Hoen
met den Sultan van
Ternate
en
Ceramsche
hoofden. Batjan veroverd. Contract
van
Hoen met
den Sultan. . ,........22—23
1610.
Briei
van A. van
der Dussen
over
de
aanspra¬
ken
van Batjan. Batjan
en
Wilato
(Obi lattoe)
ontvolkt; bevolking geweken naar Poerematten op
de noordkust van
Cer
am.
Op het eiland Papouwa
(Misool) zijn drie koninkrijken
:
Weige, Mishol
en Weigamo, vasaltstaten van Batjan. De bewo¬
ners rooven, vooral op
Cer am. A. J.
Cuff
met de
Middelburg naar de Papoesche koningen.
. . . 23—25
Verklaring der namen: Poerematten, Wilato,
Mishol en Weigamo
...........25—26
Waarschijnlijkheid, dat Batjan een verbond van
alleenhandel had met de
Papões
van Misool, maar
geen heerschappij over hen voerde
......26—27
Conclusie: in
1610
had de O.
I.
Compagnie geen
.
souvereiniteit over Papoesche eilanden erkend; de
Misoolsche
Papões
hadden eene kolonie op
Cer
am s
noorđkust.
Baţjan
maakt aanspraken op het bezit
dier kust, maar kan deze niet handhaven
. . . 27—28
1612.
De koning van Papoou behoort waarschijnlijk op
Halmaheira of daar ergens te huis
...... 28
Contract van Hoen, door
Both
bevestigd.
. . 29
1615.
Jacob le Maire en Willem Cornelisz.
Schou¬
ten zoeken een nieuwen weg naar
Indie
.... 29
1616.
Zij worden bij de Arimoa-eilanden
,
eerst vijan¬
dig
,
later vriendelijk behandeld. De Schouten-eilan¬
den ontdekt en aldus genoemd
....... 30
Bewindhebbers verlangen een nieuwen tocht naar
de Zuidlanden, als vervolg van den tocht van
Kosingijn. Betoog
,
dat Kosingijn geen afzonderlijke
reis gemaakt heeft
........... 31
1617.
De tocht naar het Zuidland, die in dit jaar vol¬
gens van
Diemen
onder den fiskaal d Edel gedaan
zou zijn, heeft nooit plaats gehad
.......31—32
1618.
De Vos-eilanden zijn waarschijnlijk aldus ge¬
noemd] naar het jacht: //de Vos.
..... 32
1619.
De moord van t scheepsvolk van t Wapen van
Amsterdam
op
de
zuidkust van Nieuw
Guinea
,
door
van
Diemen
vermeld,
is
twijfelachtig. Waarschijn¬
lijk verward met hetgeen in
1617
voorviel met het
schip //Oud Hoorn.
.......... 32
1620—1622.
Bewindhebbers willen een nieuwen ontdekkings¬
tocht, maar
Coen
is er tegen. Toen The Trial bij
het Zuidland schipbreuk geleden had, begreep
Coen
,
dat verkenning veiligheidshalve noodig werd.
. . 33
162a. De jachten Haring en Hazewind onder Jan Vos
voor een ontdekkingstocht bestemd. De instructie
schreef voor
:
den koers
,
het inbezitnemen van landen
en oprichten van //steenen colummen of t sluiten
van contracten, informatie naar producten, vooral
naar goud, voorzichtigheid in omgang met inboorlin¬
gen, waarvan men eenige vangen moest. De tocht
van Vos gaat niet door
..........33—35
Van Speult raadt een tocht naar t Zuidland aan
om goud te zoeken, doch
Coen
weigert
.... 35—36
1623.
Van Speult zendt Jan Carstensz met de jachten
Arnhem en
Pera
naar t Zuidland, met de instructie
,
die voor Vos bestemd was geweest
...... 36
Carstensz op de Kei-
eu Aroe-eilanden.
Krijgt
de kust van Nieuw
Guinea bij
kaap
Debelle in
t ge¬
zicht. Dirck Melisz en vele anderen vermoord,
de Moordenaars-rivier op
+ 4°
201 Z. B. Car¬
stensz ontdekt sneeuwbergen
;
hij noemt de noord¬
westkust van Prins
Frederik
Hendrik-eiland,
Keerweer
..............36—37
Vijandelijke ontmoeting met de inboorlingen aldaar.
Ongunstig oordeel van Carstensz over land en volk.
Ontmoeting met de inboorlingen bij kaap Valsch
. 38
Het Vleermuizen-eiland en de Clappers-kust
gedoopt. Ontmoeting met de inboorlingen van die
kust, die menscheneters schijnen te zijn. De reis
wordt voortgezet tot den ingang van Torres-straat,
die //de Drooge Bocht genoemd wordt. Carstensz
keert over
Australie, de
Aroe- en Kei-eilanden
naar Amboina terug
...........39—40
ХЕ
De Hooge Begeering maakt de conclusie
,
dat
er in
die
woeste streken niets ten voordeele der Compagnie
te doen
is
.............. 41
1620.
Eidaijat, door Sultan Modafar van
Ternate
aan¬
gesteld tot stadhouder, ruit de bevolking op.
. . 41
1621.
Coen
belegt een algemeenen landraad
.... 41—42
1624.
Leliato volgt Hidaijat op en wil het Terna-
taansch gezag op Ceram uitbreiden.
1626.
Wapenstilstand met Leliato.
1627.
Sultan Hamza volgt Modafar op. Hij verklaart
den oorlog aan de Tidoreezen en Spanjaarden.
. 42
Gillis Zeijst vindt de zaken op Ceram in een
verwarden toestand
... -....... 43
1628.
P. Lucaszoon tracht te vergeefs de grensquaestie
op Ceram te regelen. De rechten van Batjan op
een gedeelte der noordkust worden niet erkend.
Onzekerheid omtrent de heerschappij over Ceram
s
oostkust
...............43—45
1629.
De Ternataansche prins
Ali
heft daar schatting.
1633.
De Sultan Kaytsjili Gorontalo haalt volk van de
oostkust van Ceram
........... 45
1637.
Van
Diemen tuclitigt
de Ternataansche land-
voogden en houdt een algemeenen landdag. De Ceram-
mers van het oostelijk gedeelte der zuidkust komen
in onderwerping
............45—46
1638.
Van
Diemen
komt terug. //Bonovatie
ende
сот
-
firma
tie
van alle contracten tusschen
Ternate
en
de Compagnie.
Geheel Ceram aan
Ternate
afgestaan
48
1636.
Acoley, Gouverneur van Banda,
zendt
Gerrit
Thomas Pool en
Pieter
Pietersz
naar lïienw
Guinea
met
bet doel om massooi te koopen
. . . 46—
4Т
Zij vertrekken met de jachten Klein-Amsterdam
en Wezel van
Banda.
Komen bij poeloe
Adi.
Pas¬
seeren Lakahia. Landen dicht bij kaap
Debelle,
aan de Moordenaars-rivier, waar Pool en anderen
vermoord worden
............47—49
Pietersz zet de reis voort en ontdekt
groóte
rivie¬
ren in de Pisang-baai
.......... 49
Hij zeilt langs de kust tot ongeveer
6°
Z.
Б.
en.
keert daarop over de
Агое-
ea
Kei-eilanden
, van Die¬
mensland
en
de Tenimber-groep
naar
Banda
terug.
De Ceramlaaters hebben ook geen massooi gebracht.
Fietersz te vergeefs naar Ceramlaut gezonden
. 49—50
Wederlegging van sommige onjuiste berichten over
1638.
de reis van Pool. In
1636
is, evenmin als in
1638,
een contract met Onin gesloten
....... 51
1641.
Op last van Bewindhebbers zal weder eene poging
gedaan worden om het Zuidland te ontdekken.
. 51
1642.
Abel Jansz. Tasman en Francoys Jacobsz.
Visscher bestemd om met de Heemskerk en de
Zeehaen den tocht te maken. Instructie bepaalt
den koers, gelast doortocht te zoeken van de In¬
dische- naar de Zuidzee, om korten weg naar
Chili te vinden; verder tusschen Gilolo en Nieuw
Guinea
en tusschen
Australie
en Nieuw
Guinea;
voorzichtigheid met bevolking aanbevolen; naar pro¬
ducten informeeren en bevolking misleiden omtrent
de waarde van goud
;
onbewoonde landen door oprich¬
ten van steenen en vlaggen in bezit nemen, bewoon¬
de tot submissie overhalen
.........52—53
Vertrekken van
Batavia, via
Mauritius; komen
over van
Diemensland,
Nieuw-Zeeland, Nieuw-
Ierland, bij Arimoa-eilanden. Vriendschappelijke
ontmoeting met de inboorlingen. Passeeren Schou¬
ten-eiland. Gaan tusschen Waigeoe en Halmaheira
door naar Ceram. Keeren naar
Batavia
terug
. 53—54
1643.
De Hooge Begeering is met den uitslag der reis
niet tevreden
.............54—55
1644.
Tasman en Visscher met de
Limmen,
de Zee¬
meeuw en de Brak voor nieuwe reis bestemd.
Instructie: van kaap Valsch Z. O. langs de kust
varen; voorzichtigheid en informatie naar producten,
als vroeger aanbevolen
;
een nieuwe manier van inbezit-
neming voorgeschreven, met kolonisatie in t verschiet.
55—55
Zeilen van
Batavia
over Makassar, Amboina
en
Banda
naar kaap Valsch en verder naar den
ingang van
Torr
es-straat; ontdekken geen doortocht.
De Hooge Regeering is ontevreden over de reis
. 56—51
ХПІ
De
Gapingh
із
waarschijnlijk
in
1644
niet op
Nieuw
Guinea
geweest.
......... 57
Maerten Gerritz Fries en Visscher op reis om
de Spaansche zilverschepen van
Acapulco
te onder¬
scheppen; doen de noordkust van Nieuw
Guinea
aan
;
vinden geen goud
,
maar eene woeste
,
beestach¬
tige bevolking
............. 58
In dit jaar is geen contract met Onin bevestigd.
59
1645.
Adriaen Dortsman neemt op de Zuid-Ooster¬
eilanden informatiën naar Nieuw Guinnea en den
massooi-handel
.............59—60
1642. Polematte
sluit een verbond met de Compie
. . 60
1645.
Lisabatta en Hatoewe brengen schatting aan
Ter¬
nate.
Kimelaha Loehoe gedood en opgevolgd door
Madjira.
.............. 60
1647.
Arnold
de Vlaming van Outshoorn te Amboina.
60—61
1648.
Sultan Hamza opgevolgd door Mandarsjah
. . 61
1649.
Nieuwe moeilijkheden. Gezantschap van Ceram
laut.
Karakit
veroverd
......... 61
1650.
Contracten met Earakitters en Gorammers; zij
moeten de
Papões
en Tidoreezen weren. Isolement
der
Papões
en vermoedelijke gevolgen daarvan
. . 61—62
Oprakeling der Batjansche aanspraken op Ceram.
62
De Vlaming naar
Batavia
terug
..... 62
Men bekomt kennis van den vrede van Munster.
Opvatting der bepalingen van het vredestraktaat en
beschouwingen daaromtrent
........ 62—64
Sultan Mandjarsjah vlucht naar de Nederlanders.
De Vlaming terug. Opstand van Madjira. Mi-
soolsche
Papões
nemen deel aan vijandelijkheden.
64
1652.
Eerste extirpatie-contract met Mandarsjah.
. . 65
1653.
De Vlaming verklaart den oorlog aan Tidore. Ex¬
tirpatie-contract met
Batjan. De
Vlaming vertrekt.
65
Simon
Cos met gewapende coracora s naar de
Papoesche eilanden om deze te straffen
;
doet o. a.
Hatoewe,
Gebe,
Weda, Patani, WaigeoeenSa-
lawatti aan. Eerste kennismaking met een radja
van Salawatti, die rooft op Amboina
.... 66—67
ХІТ
1654.
De Vlaming komt terug, sluit vrede met Tidore
en vertrekt weder
........... 68
1653. Frederik
Gommersdorp geeft de eerste berichten
omtrent Onin. Slaven van Onin zeer gewild op
Banda.
68—69
1654.
Josua
Braconier
en Gommersdorp met de Haese-
wint en Alckmaer naar Onin
,
via
Goram.
Waar¬
om de Gorammers de Compie te Onin tegenwerken.
De mondelinge overeenkomst over levering van slaven
,
te Koembatti gesloten, ten onrechte als exclusief
contract met Onin beschouwd
........69—70
1655.
Jakob
Borné met de Coutschin, Batavia en
Ja¬
para naar Onin. Hij bereikt Onin niet
;
de
Japara
verloren.
Borné
komt op Groot-Kei
.....70—71
1656.
Hij tracht wederom te vergeefs Onin te bereiken
en keert naar
Banda
terug
........ 71
1657.
Borné met
de Coutschin
en de Batavia
naar
Karas,
waar de Japara vergaan en afgeloopen is.
Hij komt op Roembatti
;
wordt goed ontvangen
,
maar krijgt geen slaven; keert naar
Banda
terug.
72
1658.
Borné
vertrekt op nieuw
met de Batavia en
Swaluw
............... 72
1654.
De Vlaming op Amboina terug
...... 72
1655.
Onderwerping der Oost-Cerammers en Keffingers.
7 3
1656.
Hunne hoofden sluiten een contract met de Compie
. 73
1657.
Zij houden
zieh
niet aan het contract, komen op
nieuw in opstand en vluchten met een deel der
bevolking naar
Goram
.......... 73
1658.
Borné
door de Gorammers vermoord. Nieuwe
vijandelijkheden op
Goram.
. . ,.....73—74
1659.
Bezetting van
Cer
am s
oostkust en een gedeelte
van
Goram
.............. 74
1661.
Goram
onderworpen
.......... 74
1659.
De Hooge Kegeering verbiedt de vaart van Compie s
schepen naar Nieuw
Guinea........ 74
De Sultan van Batjan rooft
menschen
op de noord-
kust van Ceram
............74—7»
1657.
Behendige politiek der Compie, ten doel heb¬
bende de Spanjaarden tot het verlaten van Ti¬
dore te dwingen. Saifoddien, door s
Compás
XV
invloed tot Sultan van Tidore verheven, sluit mon¬
deling een extirpatie-contract
........75—76
1660.
Unie en eeuwig verbond tusschen
Ternate
,
Tidore
en Batjan. Eerste bepaling van het grondgebied.
De Papoeen of alle eilanden van dien, onder
Tidore gebracht
............ 76
De Sultan van Batjan beweert op grond van dit
contract, dat Misool onder Batjan behoort. Toe¬
lichting, in verband daarmede, omtrent de
4
radja
Papoea
...............77—78
1661.
Antony Adriaensz
Multum,
gevangen geweest
op Onin, doet mededeelingen omtrent den slaven¬
handel
............... 79
1662
Hij wordt als tolk toegevoegd aan
Willem
Buij
s
,
die met de Emeloort en Jacatra naar Onin gaat.
Bui]
s
goed ontvangen te Roembatti; krijgt geen
slaven en keert naar
Banda
terug
...... 79
Nioolaas Vinck met de Emeloort en Creeft naar
Onin
................ 79
Vinck eerst goed ontvangen te Roembatti; door
den invloed van de Oorammers c. s.; later dreigt
vijandschap. Hij zeilt naar Roemakai; goed ont¬
vangen; geen slaven
........... 80
1663.
Vinck op
Banda
terug. Zijne berichten
en in¬
formation
betreffende de Telok Berau
..... 81
Plan van den Gouverneur van
Banda ora
Onin
en Tanah Berau tegen elkander in het harnas te
jagen
................81—82
Vinck met de Garnael en Walingen naar Eoe-
makai. Hij wordt slecht ontvangen; verkent de
Telok Berau. Vijandelijkheden bij Isera. De ge-
heele kust van de golf wordt opgenomen. In de
baai van Sekaar trachten de inboorlingen de sche¬
pen te vermeesteren
...........82—8»
Te Roembatti wordt Vinck nu goed ontvangen
en koopt slaven
. . . ,........85—86
Hij zeilt weer naar Roemakai. De bevolking is
vijandig. Vinck keert naar
Banda
terug.
... 86
Dì
Gouverneur van
Banda
wijst op het gevaarlijke
XVIII
1678.
Keijts
te Onin.
Feestelijke ontvangst. .
. .105—106
Een bnrger-vaartuig van Amboina te Onin.
. . 106
Ontwerp van een contract met Onin
..... 107
Na zeer langdradige onderhandelingen wordt ein¬
delijk het contract geteekend. De Nederlandsehe
vlag gehesclien
............107—110
De prauw van Amboina tot vertrek gedwongen.
110
Lakoe wordt ontevreden. Ontrouw van Borry.
110—111
Keijts beschrijft land en volk van Onin
,
dat hij
voor een eiland houdt
..........111—112
Hij komt bij
Karas
ten anker, ontdekt de Telok
Sebekor
en doopt deze Bijklof van Goens-baai
. 112—113
Over het gebied van Onin,
Karas
en Kowiai.
Gunstig oordeel over do Karas-eilanden, minder
gunstig over de bevolking
......... 113
Onderhandelingen met den orang-kaja Moffon,
eindigende met het sluiten van een contract
. . . 114
Ontdekking en doop van Speelmans-baai.
. . 115—116
Keijts doet poeloe
Adi
aan en ontdekt en doopt
Quaelberg s baai, waar parel-oesterbanken zijn
. 116—117
Hij komt op Namatotte en wordt aanvankelijk
goed ontvangen. Beschrijving van land en volk
. 117—119
Stuurman Goosen, Borry en anderen vermoord.
119
Ziekte
,
hoofdzakelijk berri-berri, aan boord. Keijts
keert over poeloe
Adi en
Kei naar
Banda
terug
. 120
Keijts heeft de eerste inlichtingen gegeven om¬
trent de sosolots; zijn verhaal spreekt niet van
Tidoreeschen invloed
. .........120—121
Betoog, dat in
1678
niets bekend was van eene
Tidoreesche heerschappij over de kust van Nieuw
Guinea
...............121—122
1679.
Correspondentie tussehen de Gouverneurs van
Ter¬
nate
en
Banda,
waaruit de gevolgtrekking gemaakt
wordt, dat Tidore geen recht op het bezit van
Onin had
..............122—124
Quaelberg maakt geen gebruik van de door Keijts
gesloten contracten, maar sluit nieuwe overeenkom¬
sten met de orang-kaja s Ouwan en Lakoe voorde
levering van slaven. Lakoe brengt een monster
XIX
slechte steenkolen, zonder de vindplaats aan te
wijzen
............... 124
Augustyn
Dircksz met de Pisang uitgezonden om
het steenkolen-eiland te zoeken en de oesterbanken
van Keijts. Hij bereikt het doel niet, heeft vijan¬
delijke ontmoetingen en keert, met vele zieken,
naar
Banda
terug
...........125—126
1680.
De Hooge Hegeering wil den handel op Nieuw
Guinea
aan
Bandasche
burgers ovsiiaten
.... 126
1681.
Ook Ambonsche burgers mogen op Nieuw
Guinea
varen. De handel der burgers, die tot misbrui¬
ken aanleiding geeft en met gevaren gepaard gaat,
wordt door de
Comp10
aangemoedigd
,
omdat zij slaven
noodig heeft en Lakoe en Ouwan niet aan hunne
verplichtingen voldoen
..........127—128
1684.
Het vaartuig van Watroe door de
Papões
over¬
meesterd.
.......·...... 128
1685.
De bevolking van Onin is hieraan schuldig
. . 129
Jan Gijsbertsz goed ontvangen op de kust van
Gnin. De bevolking aldaar geeft een bewijs van
eerlijkheid, maar het blijkt, dat Koembatti deelge¬
nomen heeft aan vele moorden
.......129—130
1686.
De Hooge Regeering meent, dat de handel op
Nieuw
Guinea
te gevaarlijk is om nog aan de bur¬
gers gepermitteerd te kunnen worden
.....130—131
De zoon van den Christen-Chinees
, Lucas
Jansz
,
ontmoet Misoolsche handelaars op
Karas en
ont¬
komt te Onin aan een aanslag van radja Baauw
. 131
1687.
Hoewel eenige burgers en Mardykers goed ontvan¬
gen zijn op Onin, blijft de Hooge Begeering voor¬
zichtigheid aanbevelen
.......... 132
1689.
Contract met den nieuwen Sultan van Tidore,
Hamza Faharoddien, waarbij weder gesproken wordt
van de Papoesche eilanden, voor zoover die onder
Tidore behooren. Beteugeling der
Papões
daarin
op nieuw aanbevolen
..........132—133
1696.
Eoo
vers-vlo ten van Misool onder Kitjil Boelam
op de kust van Onin en Kei
........ 133
1697.
De Gouverneur van
Ternate
zendt een gezantschap
XX
aan den Sultan van Tidore om
over
de
rooverijen
te
klagen.
Men meent, dat de moord, in
1696
op
Pieter
Alsteijn gepleegd, plaats had gevonden te
Mafoort, aan de kust der Geelvink-baai
. . .133—134
Aan den Sultan van Tidore wordt gezag toege¬
kend op de noordkust van Nieuw
Guinea.
Hij
beweert ook heer van Onin te zijn
......134—135
1683.
Ternate een leen van de Compic
...... 135
1696.
Nieuwe pretentiën van den Sultan van Batjan op
Misool. Het komt waarschijnlijk voor, dat de Sul¬
tan ter goeder trouw meende
,
in
1660
als heer van
Misool erkend te zijn
..........135—136
Betoog, dat Tidore s aanspraken op Onin den
toets der critiek niet kunnen doorstaan
.... 136—137
Proef eener verklaring van de politiek der Gouver¬
neurs van de Molukken, die medebracht de aan-
sprakon van Tidore op de landen der
Papões
te
steunen
...............137—140
1699.
De Hooge Regeering werkt Tidore s uitbreiding van
en macht over de
Papões
in de hand door Oost-Ceram
,
1700.
Ceramlaat en·
Goram
aan Tidore in leen
afte
staan.
141—142
Tidore laat zich meer gelden op de Papoesohe
eilanden
............... 142
Besebrij ving der zuidwestkust van Nieuw
Guinea
door Rumphius, waaruit blijkt, hoe weinig op het
einde der 17de eeuw van Nieuw
Guinea en
de
Papoesche eilanden bekend was
......142—143
Terugblik op het tweede hoofdstuk en toestand
op het einde der 174e eeuw
........144—148
DEKDE HOOFDSTUK.
Kedenen
,
waarom op nieuw de aandacht op Nieuw
Guinea
gevestigd wordt. Het plan van
160
Engel-
ache kooplieden, om schepen uit te zenden, met
het doel specerijen te koopen en zich in den om¬
trek der Molukken te vestigen, geeft Bewindheb¬
bers aanleiding, op uitbreiding en bevestiging van
grondgebied aan te dringen
........149—150
ххг
Orders
der Hooge
Regeering,
die
hiermede
in ver¬
band
stonden
. . ,.......... 151
De
eerste pogingen
der Engeischen
mislukken.
Zij
worden
op
poeloe Fisang
door
de
inboorlingen
verdreven
.............. 151—152
1701.
Specerijen door de Zuidzee in Chili aan de markt
gebracht. Vermoeden
,
dat Nieuw
Guinea en
de Pa¬
poesche eilanden specerijen voortbrengen
. . . . 152
1702.
De Gouverneur van
Banda
neemt, zonder den
Sultan van Tidore er in te kennen, initiatief tot
het doen bekruisen o. a. van Misool, Maba, Weda
en een gedeelte van Nieuw
Guinea
...... 152
Jan van Benthem en Frans Ernst
,
met de Leeu¬
werik en de Hobois van
Banda
vertrokken, vinden
bij Misool
Wessel
Thewalt met de Wayer. Zij
gaan gezamenlijk naar Misool; vinden daar geene
noteboomen en
de bevolking gevlucht
..... 153
Op Salawatti
(?)
vijandelijk ontvangen, op
Poppa
ook. Weda, Maba en Onin worden ook bezocht.
Te Eoembatti neemt stuurman Kok
inlanders in
arrest. Ontevredenheid der Hooge Begeering over
dezen tocht
.............154—155
1703.
Machtiging der Hooge Regeering aan
Ternate tot
bekruising der Papoesche eilanden met medeneming
van Tidoreesche gecommitteerden. Coenraed Frede-
rik Hofman met de Schaèpherder en de Kuyper
hiertoe bestemd. Hofman neemt op Tidore
Salema
en radja Goena aan boord. Hij vindt vele specerijen
te Patani en wordt genoodzaakt tot terugkeer naar
Ternate
door t verraad der Tidoreezen.
. , .155—156
Pieter
Cornelisz. heeft de kust van Weda en
Maba, Jan
Adolph van
der Laan
Gebe
opgeno¬
men. Belangrijke berichten omtrent den smokkel¬
handel, waarbij
Gebe
een rol speelt, omtrent de
schal
ting
door Tidore geëischt van de Papoesche
eilanden en de aldaar voorkomende handels-artikelen.
156—157
De Leeuwerik en de Commer naar Roembatti,
■waar stuurman Kok en anderen gedood en velen
XXII
gekwetst worden. De
handel
verboden aan de com¬
mandanten der kruisers
.........157—158
1704.
Pieter
Clein en van der Laan met de Tamboer,
Comber, Crab
en Makreel naar poeloe
Pisaiig,
Misool en Salawatti, waar de bevolking voor de
Tidoreesche gecommitteerden op de vlucht gaat.
Ziekte aan boord
............158—159
1705.
Vrees voor de plannen van
Dampier, die
Nieuw
Guinea
bezocht had en weer in de Zuidzee verschenen
was
,
doet de Hooge Regeering besluiten twee expe-
di*ie3 te zende
,
één naar Nieuw
Guinea
en de Papoe-
sche eilanden en één naar
Australie.
Voor de eerste
tocht bestemd de Geelvink, Kraanvogel en Nova
Guinea
onder bevel
van Jacob
Weyland
. . . 159—160
De instructie schrijft o. a. voor
,
via Keffing
naar Onin te gaan, van daar den Gebroken Hoek
om te zeilen en dan langs de noord- of buiten kust van
Nieuw
Guinea
naar Schouten-eiland De Hooge
Regeering voorschrijvende hoe te handelen
,
als Dam-
pier ontmoet werd, geeft blijk geen gezag van Tidore
op de kust van Nieuw
Guinea
te erkennen.
. . 160—162
Gegevens omtrent de reis van de Geelvink
,
waar¬
onder het rapport van Zwaardecroon en Chasteleijn.
162—
16S
De
orang-kaja Lockman
en stuurman
Pieter in
t Huisje aan boord genomen. Weyland bij kaap
Batoe
poeti
en Fattaga; zeilt zonder opnemingen
te doen, benoorden Waigeoe om, naar Roemangai
op de noordkust van Nieuw
Guinea
..... 163
Hier vernomen, dat Tidore gezag heeft op de
noordkust
..............163—164
De reis rechtstreeks voortgezet naar Jappen. Hier
vijandelijkheden ondervonden. Verraderlijke aard der
inboorlingen. Gevangenen gemaakt
......164—165
Van Jappen overgestoken naar de kust van Nieuw
Guinea.
Veronderstelling, dat Geelvink s Oosthoek
kaap d TJrville moet zijn. Op reis daarheen, bij
Kai,
gevangenen gemaakt. De opneming der kust begint
17
Mei, toen de terugreis van Geelvink s Oosthoek
aanving. De bewoners van
Âropen
vluchten
. . 165—167
xxiir
Bij de «Groene Vlakke hoek wordt
Gerrit
Jacobsz van Giesen gedood
........ 167
Maffoor en Wabouw en de Kleine Geelvink-
baai aangedaan. Over de ligging van Maffoor en
Wabouw, in verband met de heerschappij vaa Tidore.
168
1705.
De
inlanders
zijn schuw. IndeKleine Geelvink-
baai wordt een notemuscaat gevonden van slechte
qualiteit
............... 16»
Te Boemangai teruggekeerd, geeft Weylandlast
aan Jurriaan Heijtman om met
de Nova-Guinea
den gebroken Hoek op te nemen
......169—170
De Geelvink en Kraanvogel
,
benoorden Waigeoe
om, naar
Gebe
en Weda; daarna naar Misool.
Wegens hevige ziekte en sterfte van het scheeps¬
volk naar Boeroe vertrokken. Ontmoeting met
stuurman van
Dyk
en de
Crab.
De Kraanvogel
naar Amboina, de Geelvink naar
Batavia.
. .170—172
De Nova-Guinea
voldoet aan de opdracht, doch
schiet op het vaartuig van een Tidoreeschen ge¬
committeerde. De straten
Sagewien
en Dampier
opgenomen; daarna gaat
de Nova-Guinea
naar den
Visschershoek
,
waar het kaarten-maken gestaakt
wordt, en keert naar
Banda
terug
......172—173
Belangrijke resultaten van deze reis: de dwaling
omtrent den Gebroken Hoek hersteld, kennisma¬
king met de woeste bevolking, die voor een gedeelte
Tidore erkent en aanraking gehad heeft met Eu-
ropeërs en Tidoreezen
.........173—175
Geschiedenis der gevangen genomen
Papões
. . 175
De gevonden specerijen zijn van slechte soort,
maar men meent, dat sommige streken geschikt zijn
voor cultuur en inwoning
......... 175
Weyland en het scheepsvolk door de Hooge Begee¬
ring beloond
............. 176·
Van
Ternate
uitgezonden, om vreemde schepen
op te sporen en te extirpeeren,
Jacobus van
Geyn
en
Pieter
Lijn, met de Oostvoorn, Leervisch en
Makreel;
Johan
Adolph
van der Laan
met de
Commer, Laricque en Crab.
De
Leervisch en
XXIV
Makreel drijven af;
de Oostvoorn
komt op
Salawatti.
17ft
Mafoorť
staat onder Salawatti. Berichten der
ontmoetingen van Weyland bij Waigeoe.
... 177
1705.
Eadja Boelan van Misool schijnt het Tidoreesch
gezag te erkennen. De vier Papoesche koningen
van Misool, Waigama, Salawatti en Waigeoe
voor t eerst op het tooneel. De aan hen gerichte
brief van den Sultan van Tidore
...... 178
Pieter Cornelisz
doet opnemingen bij Salawatti.
De radja van Salawatti schijnt Tidore en de
Comp·*5
genegen
............... 179
Geene specerijboomen op Salawatti en
Batante
gevonden. Het beschieten der Tidoreezen door de
Nova-
Guinea
maakt een slechten indruk. Op Wai¬
geoe wordt de Oostvoorn goed ontvangen
. . . 180
Ziekte. Tocht naar het binnenland en de hoofd¬
plaats Cabilolo. Geene specerij-boomen ontdekt, dan
slechte. Cornelisz neemt de kust van Waigeoe en
het binnen-meer op. De Oostvoorn en Leervisch
te
Temate
terug
.....·......181—182
Van der Laan
met Commer, Laricqae en Crab
op
*
visite en extirpatie
......... 182
Misool doorzocht; geen specerijen gevonden
;
stuur¬
man Libbeke neemt de kust en omliggende eilanden
op. De radja van Waigama verhuist naar de noord-
kust. Op
Poppa en Boo
geen specerijen; zij worden
opgenomen. Op poeloePisang
5800
specerij-boomen
omgekapt. Het eiland in kaart gebracht. Wegens
ziekte, ook berri-berri, naar
Ternate
terug
. . . 182—184
De Hooge Begeering is door de reizen van
1705
gerust gesteld op het punt van vreemde vestiging
en specerijen. Zij maakt zich een te groot denkbeeld
van Tidore s heerschappij over Nieuw
Guinea.
Be¬
toog dat de Hooge Regeering overdrijft.
. . . 184—
18&
2703—1706.
Beis
van Dampieri hij wordt door een gedeelte
der zijnen verlaten. Morgan wordt op Amboina
als zeeroover behandeld, waarmede de Hooge Re¬
geering geen genoegen neemt. Lampier op Batjan
xxv
gevangen genomen en geboeid naar Amboma gevoerd.
De Hooge Kegeeriug keurt dit ai
......186—189
1706.
Kaartbeschrijving van Roozelaar. De Papoesche
eilanden zijn, behalve eenige kleine ongenoemde eilan¬
djes: Pisang,
Boo,
Poppa, Misool, Salawatti,
Ba¬
tanta,
Waigeoe en G
agy.
Gebe
werd niet onder
de
Papoesche eilanden gebracht, maar een gedeelte der
noordkust van Nieuw
Guinea
wel, Eoozelaar s
mededeelingen omtrent land en volk
.....189—191
Zeilorder
voor Baltus van Santen, die met de
Nova
Guinea
opnemingen doet, in den omtrek van
Ceram, Salawatti, Keffing en de zuidelijke Papoe¬
sche eilanden
.............191—193
1710.
De Hooge Kegeering verscherpt de orders op het
handhaven van het grondgebied
....... 192
Claasz noemt in zijne memorie van overgave
Gebe
onder de Papoesche eilanden, en zegt, dat op
Nieuw
Guinea
onder Tidöre staan, de negorijen:
Aas, Warassaij, Maar, Amberbakj, Woboer, Mo-
lobaan, Arrafak, Wandamin, Berwaij, Pewir en
Hoppon.
Beschouwingen hieromtrent. Misool niet
onder Batjan opgenomen
.........193—195
1711.
De kaart der Papoesche eilanden van Petersom.
Tijdperk van rust. Opneming en bekruising gestaakt.
195
1714.
Vrede van Utrecht, met Spanje, waardoor de
rechten op Nieuw
Guinea, die
Spanje gehad mocht
hebben, vervallen
............195—196
1705—1728.
De Tidoreesche contracten van
1705, 1709
en
1728
blijven slechts een gedeelte der Papoesche
eilanden aan Tidore toekennen
....... 196
1716.
De Sultan van Tidore verklaart zich onmachtig
de
Papões
te beteugelen
......... 197
1716—1717.
Vruchtelooze kruistocht van Frans Reaal.
. . 197
1720—1723.
In de memorie van overgave van Heinsius
wordt gezegd
,
dat de Sultan van Tidore zich onder
allerlei voorwendsels aan het beteugelen der
Papões
onttrok. Opstand van Patani. Betoog, dat ook on¬
macht een rol gespeeld zal hebben
......137—199
XXVI
1720.
Orders
van
Bewindhebbers omtrent het plaatsen
van merkpalen
.......... . .199—200·
Geruchten, dat Spanje veroveringen wil maken
in de Molukken
............200—201
1721—1722.
Eeis
van Jacob
Koggeveen met de Arend,
Thienhoven en de Africaansche Galeij
.... 201
1722.
Koggeveen door ziekte van het volk genoodzaakt
langs Nieuw
Guinea
te varen. Journaal van de reis
langs de kust verloren. De schepen van Koggeveen
door de Hooge Eegeering verbeurd verklaard
. . 202—203
1723.
Onbeduidende kruistocht van
Pieter van
Wou¬
denberg en Adriaan Cagias
........ 204
1725.
Idem van Commelyn
.......... 204
De sluikerijen en rooverijen nemen toe. Salawatti
door de Fataniërs aangevallen.
Ternate
steunt de
Pataniërs
..............204—205
1726.
De Sultan van
Ternate
met de Pataniërs Daar
Makjan
................ 205
1728.
Sultan
Hassan Oedin
van Tidore opgevolgd door
prins
Gape.
Verbeterde verstandhouding
tuschen de
beide Sultans en einde van den opstand van Patani.
205
Versterking van de Compie te Patani
;
plan om van
daar de handelingen van Tidore op Nieuw
Guinea
en de Papoesche eilanden gade te slaan en de extir-
patie te waarborgen. Over de kruistochten der Pa¬
taniërs naar Nieuw
Guinea........206—207
1730.
Enoch
Christiaan Wiggers met de Pataniërs
naar
Gebe,
Waigeoe, Ham, Aas, Dorei, Schou¬
ten- en Padeaido-eilanden, Jappen, Massis (Koe-
roedoe?)
,
de Arimoa-eilanden, Meosnoem, Mefoor,
Amberbaken Warsai en Salawatti
..... 208
Vijandelijkheden te Ram en Aas
(Asi).
Gevecht
op Meossoir. Gevechten bij de Arimoa-eilanden,
waar
60
Papões
gedood en
150
gevangen genomen
worden. Wiggers gewond. Terugreis. De Sultan
van Tidore is ontevreden over deze zending, zoodat
Wiggers op Salawatti vijandig ontvangen wordt.
209—211
±
1731.
Aanval op Ceram door Papoesche roovers op
aansporing van den Sultan van Tidore
.... 211,
XXVII
1732.
Wiggers
en de Sengadji
van Patani zullen
de
roovers straffen, maar deze zijn door Tidore gewaar¬
schuwd. De Sengadji overrompelt het fort te Patani.
Opstand
.............. 212
Over de oorzaken van dit gedrag
...... 213
1733.
De Pataniërs weigeren pardon
....... 213
Nieuw contract met Tidore, waarin boeten in
slaven worden vastgesteld, door den Sultan te beta¬
len voor Papoesche roof- en moordpartijen. Betoog,
dat dit contract onmogelijke voorwaarden stelt
. . 213—215
1734.
Bernard
sluit weder een contract met Tidore,
houdende verscherping der bepalingen op de passen.
Bij extirpatie moeten gijzelaars gegeven worden
. . 215
Geruchten, dat de Spanjaarden smokkelhandel
drijven op Salawatti. De gegevens omtrent dit
eiland zijn reeds vergeten
......... 216
1735.
Patani neemt het pardon aan.
Pardonbrief
aan de
vier Papoesche koningen
......... 217
1737.
Jan Oortwyn
Sandbergen en
Gerrit
Hendrik
Duvel met de Snuffelaar, Ondank en Zijdeteelt
naar Salawatti om te informeeren naar vreemdelin¬
gen en specerijen, en het eiland in kaart te bren¬
gen. Er zijn gecommitteerden van Tidore
—
Driesje
en Badhaar
—
aan boord. Tegenspoeden op deze reis.
Op een onbekende kust, waar Tidore onbekend is,
vijandig ontvangen
...........217—219
Aankomst op Salawatti. Gezantschap naar wal.
Kimelaha Meauw door drank openhartig gemaakt.
De radja is afwezig. Confidenties van Meauw
. . 219—221
Eene commissie naar den kapitein-laut Arbay.
Deze is afwezig. Hoofden van Waigeoe en
Gebe
en Cerammers ontmoet. Gebrek aan drinkwater.
De Cerammers vragen geene passen
.....221—222
Vruchtelooze pogingen om drinkwater te bekomen.
222—223
Arbay komt terug; zijne negorij is versterkt. Hij
gedraagt zich dubbelzining. Hij wordt vriendelijk
tegen Driesje en Buykhnysen en hoort den brief
des
Sultana
voorlezen
......, . . . 224—225
Hij belooft drinkwater, maar geeft het niet. Zieken
xxna
aan boord. De bevolking ongeneigd om de
Comp 0
te helpen
..............226—25
Water bekomen middels geschenken en betaling.
Verhaal der twisten over de troonsopvolging te Sa-
lawatti tusschen Abdoel en Arbay. Berichten om¬
trent den handel
. ..........227—25
Grieven van Arbay. Men wantrouwt zijne be¬
doelingen. Terugreis. Vele zieken.
Бе
Snuffe-
laar te Sawaai
............229—2
F
1738.
De Snuffelaar keert naar
Ternate
terug
... 2
De Zijdeteelt, door gebrek aan volk ronddrijvende,
wordt naar Amboina gebracht
.......331—
2.r
De Onda
ĺ k
wordt lek en zinkt.
De
weinige
geredden staan aan herhaalde aanvallen van zeeroo-
vers bloot. De chirurgijn Jan van der Hemmen
door den radja van Waigama gered. Treurige uit¬
slag van dezen tocht
..........232—2
Tidore s invloed neemt toe, maar de Sultan werkt
bekruising en extirpatie tegen.
....... 2!
1741—1742.
Bartel Stompe extirpeert onvoldoende op poeloe
Pisang
...............
2Г
1743.
Bericht, dat op Salawatti specerijboomen zijn,
en dat de Spanjaarden zich daar gevestigd hebben.
234—2
1744.
Da Kietx met de Looverendaal, Leijerdorp,
Uitgeleide en twee sampangs naar Salawatti tot
opsporing der Spanjaarden. Geen enkel schip be¬
reikt de bestemming. Zeer groot aantal zieken en
dooden
............... 2!
1745.
De Looverendaal en Leijerdorp komen, na hulp
ontvangen te hebben,
te Ternate. De
Uitgeleide
vergaat. Gebrek aan schepen en volk belet kruis¬
tochten te doen
............
23S
—
2Í
1746.
Burgerraart van
Banda, die
nagenoeg te niet
gegaan was, op zekere voorwaarden toegestaan door
de Hooge Begeering. De handel aanvankelijk met
goeden uitslag hervat
..........236—2
S
1747—1749.
Samuel Wagenaar,
eerst goed behandeld op
Karas,
wordt later met een groot deel der zijnen
aldaar vermoord
............237—2!
XXIX
Marcas
Snijder en Siburg vluchten in tijds van
Karas
............... 238
De Gouverneur van
Banda
geeft geen verlof meer
voor die vaart. De Hooge Regeer ng eischt een borg¬
tocht van de handelaars op Nieuw
Guinea en
waar¬
schuwt de
Comp 5
s dienaren den inboorlingen geen
leed te doen. De onderkoopman Cray gestraft.
. 238—239
1757.
Papoesche rooverijen en boete, daarvoor ver¬
schuldigd
............... 239
1761.
Poging van den Sultan van Tidore om den radja
van Salawatti en den kapitein-laut van Misool
gevangen te nemen
........... 239
Treurig lot van
33
Papões
,
door Tidore uitgeleverd.
240
Ternate
wil oorlog met Tidore. De Sultan Djama-
loedin van Tidore heult met Batjan tegen de Comp^
en
heeŕt eene
gegronde grief, wegens het gedrag
van stuurman Klaas Mourits
.......240—241
Nieuwe rooverijen der
Papões
onder de radja s
van Salawatti en Waigeoe, den kapitein-laut van
Misool en eenige Sengadji s
........ 241
,759—1761.
Het specerijen-monopolie door de Engelschên be¬
dreigd, die veel gebruik maken van de
Pitt s
passage.
De Ho
age
Eegeering geeft bevelen, hoe de vreem¬
delingen te behandelen
..........241—242
1761.
Berichten omtrent den bouw van een Engelsen
fort op Salawatti.
Johan
Sabastiaan van Masson
en August Hendrik
Gregory, met
een protest van
Tidore naar Salawatti gezonden, gaan daar niet
heen, maar geven het protest over aan kapitein
Duwes van the Warwik. Deze handeling streng
afgekeurd
..............242—244
De Gouverneur-Generaal van der
Parra
acht
den toestand bedenkelijk en gelast een onderzoek
naar de rechten der Compic op het bezit van de
Groote-Oost. Hierop gevolgd: het Rapport over
s Compic
s
Eegt op de Groote-Oost door E. de
Klerk J. E. van Mijlendonk en W.
A. Alting.
244—245
Vraagpunten in het rapport behandeld, waaron¬
der punt
4
en
5
speciaal over Salawatti handelen.
xxx
De conclusie luidt, dat
de Papo
esche
eilanden en
de negorijen van Nieuw
Guinea,
door Glaasz ge¬
noemd, onder Tidore behooren. Omtrent Onin is
het rapport onzeker
.......... .245—247
Omtrent Salawatti neemt de conclusie aan, dat
de En
gelschen er
specerijen kunnen bekomen en
dus verdreven moeten worden
........247—248
De conclusie toont het nut der bekruisingen aan
en stelt een grooten kruistocht voor, gesteund door
2
à
3
oorlogsschepen. Ook extirpatie en uitbreiding
van rechtstreeksch gebied aangeprezen, benevens goede
behandeling der
inlanders en
t verbieden van het
verleenen van hulp aan vreemdelingen
.....248—249
De Hooge Begeei ing besluit hierop de Engelschen
niet aan te vallen
,
maar een grooten kruistocht te laten
maken, waartoe schepen en militairen van
Batavia
gezonden zullen worden. Jan Jonkers zal de ge-
heele expeditie commandeeren
,
Jan
Estienne
Gonzal
de zeemacht, Christiaan Lodewijk Baljaard de
landmacht. Burgers mogen meegaan en rooven;
Compies dienaren niet. Verwoesting van prauwen
en negorijen en extirpatie gelast. De regeering wil
geen nieuwe plaatsen in bezit nemen, maar herhaalt
de bevelen omtrent goede behandeling
van inlanders
en wering van vreemdelingen
....... . 249—252
1762.
Ten behoeve der expeditie vertrekken van
Batavia
naar
Ternate: de
Vrouwe
Elisabeth,
Prinses van
Oranje, Leervisch,
Buys, Boos,
Nagtegaal, Gar-
naal en Kaneelboom. De Nagtegaal niet op
Ternate
aangekomen; de Leervisch door de Arend
en Draak vervangen
........... 252
De instructie schrijft den koers voor, geeft in
overweging de Makassaren bij Misool te overval¬
len, gelast overal te extirpeeren, Salawatti, Onin
en Misool te
tüchtigen, den
radja en kapitein-laut
van Salawatti en den kapitein-laut van Misool
te arresteeren, op Waigeoe en
Batanta
naar be¬
vinding te handelen, elders de bevolking vriendelijk
te behandelen, en voorzorgen ts nemen tegen ziekte.
253—254
XXXI
De Sultan van
TičLore
weigert
coracora s en
ge¬
committeerden mede te zenden. Jonker vertrekt
met de Compies schepen,
2
burgersloepea en
8
Tranataansehe coracora s.
........254—255
De zwakke pogingen om den radja van Salawatti
te arresteeren muslukken. Hevige ziekte. Bijna
■
alle officieren sterven. Nadat Salawatti in kaart
gebracht is, moet men spoedig besluiten naar
Ter¬
nate
terug te keeren
..........255—256
1763.
De vloot met zeer vele zieken op
Ternate
terug;
men had vernomen, dat er geene Engelschen wa¬
ren op Salawatti
,
en zoekt de oorzaak der ziekte
—
berri-berri
—
in het klimaat
........ 256
Slechte gevolgen van het mislnkken van den tocht.
De Hooge Regeering en Bewindhebbers verlangen
bekruising en kastijding van Onin, maar de middelen
ontbreken. De Ternataansche Alfoeren wil Schoon-
derwoert niet naar de
Papões
zenden. Extirpatie
op poeloe Pisang
........... 257—258
Engelsche schepen in de Molukken
..... 258
1764.
De Engelsche kapitein
Watson op
Salawatti
vijandig ontvangen
...........258—259
1765.
Verhaal van Cawsey van zijne gevangenneming, toen
de sloepen door coracora s van Salawatti omsin¬
geld waren
..............259—260
1766—1767.
Eooverijen der
Papões
en Pataniërs op Terna-
taansch gebied; de Sultan doet weinig tot beteu¬
geling; de Gouverneur Breton acht onderdrukking
met geweld niet mogelijk
.........260—261
1767.
Hij kondigt weder een algemeen pardon af en scheldt
den Sultan de verschuldigde boete kwijt, mits deze
afstand doet van
zija
leenrecht op Oost-Ceram, enz.
262
1768.
Munnik sluit het contract, waarbij die afstand
gedaan wordt, voor altoos; later verzoekt de Sultan
hem het leenrecht na
20
jaren terug te geven
. . 262
Sultan Djamaloedin verlangt prins Garamahongi
tot troonopvolger en wil hem aandeel geven in de
regeering
............... 263
Nieuwe ontdekkings reizen worden door de
Яе-
XXXII
der
landers
niet meer gedaan, en de resultaten
van vroegere reizen werden vergeten. Onmacht.
EDgelsohen en
Franschen
nemen de rol over. Mo¬
nopolie bedreigd. Wetenschappelijk onderzoek.
. . 363
1766—1768.
Louis de Bougainville
met la Boudeuse en
l Etoile
uit de Zuid-zee komende, met vele zieken,
krijgt de noordkust van Nieuw
Guinea
op
3° 17
l
Z. B. in t gezicht, komt voor de Amberno, ziet
verder weinig van de kust en wordt op Boeroe en
te Batavia
vriendelijk ontvangen
.......364—365
1770.
James
Cook, met
de Endeavour eene
reis om de
wereld makende, neemt Nieuw Zuid Wallis in be¬
zit, ontdekt op nieuw Torres-straat, loopt het
Vleermuizen-eiland in t gezicht, heeft op
6° 15
1
Z. B. eene vijandelijke ontmoeting met de inboor¬
lingen, bij welke gelegenheid deze een soort van
rook uit bamboes blazen, en zet de reis voort over
Savoe naar
Batavia,
waar
de Endeavour
goed en
vlug hersteld wordt
...........265—269
1770—1771.
Bericht, dat
Provost,
een Franschman, notemus-
caatplantjes van
Gebe
en Patani naar Mauritius
had overgebracht
............369—270
Het juiste tijdstip van de reis van l Isle de
France
en Ie
Necessaire,
onder den
chevalier de
Coëtivi, waaraan
Provost
en
Sonnerat
deelnamen,
is niet zeker bekend
........... 370
Opgesmukt reisverhaal. Op ongenoemde plaatsen
.
(waarschijnlijk
Gebe
en Patani) zou men
curieuse
ontmoetingen gehad hebben met den Sultan van Ti-
dore, den Sengadji van Patani, een ambassadeur
van den Keizer van Salawatti en eindelijk met een
ongenoemden koning, die met een
eskader
een be¬
zoek kwam brengen. Het doel van den tocht werd
bereikt en het monopolie der Compie wordt onhoud¬
baar geacht
.............
37O—27S
1771.
Valckenaer Gouverneur te Ternate. Hij ontwaart
,
dat de vreemdelingen geschenken geven aan inland-
sche vorsten. Tidore heult met Batjan en de zee-
roovers van Magindanao. Eene Tidoreesche ex-
xxxnr
pe ditie
naar Patani,
Gebe
en de Papoesche
eilan¬
den, door
Hemmekam en
Waker met de Snuffe-
laar meegemaakt, heeft weinig succes, maar vond
vele
noteboomen
op poeloe Pisang
......273—274
1772—1774.
Nieuwe vijandelijkheden der
Papões;
de Hooge
Begeering besluit eene expeditie uit te rusten, maar
komt daarop wegens gebrek aan volk terug. Op
Onin kan niet geëxtirpeerd worden.
Ternate
soms
bedreigd door de Magindanaoërs
......274—275
1773.
De Engelschen, onder
Herbert
op Balambangan
gevestigd
,
komen er voor uit
,
dat ze s
Compás
mo¬
nopolie ondermijnen willen
....... .275—276
1774.
De radja van Waigeoe gevangen genomen en ver¬
bannen
...............276—277
Bericht van de verschijning
van Forrest op
Ba-
tjan. Hemmekan en Oavanon zoeken hem te ver¬
geefs.
Gebe
een smokkelnest.
....... .277—278
Plan der Engelschen om Balambangan tot een
middelpunt van den specerij-handel te maken, zon¬
der de rechten der Compie te schenden. Instructie
voor
Forrest
.............278—279
Hadji
Oemar zal
Forrest de specerijlanden
wij¬
zen. Men zal naar Nieuw
Guinea
gaan, waarop
de Comp^ geen aanspraak kan maken
..... 279
Forrest
vertrekt met een klein scheepje, la Tar¬
tare, van Balambangan, door
David
Baxter,
Laurent Lound en eenige inlanders
vergezeld; hij
knoopt vriendschappelijke betrekkingen aan met den
Sultan van Batjan
...........280—281
Hij zeilt over
Gagi
naar Tomogui, neemt den
tolk
Mareea
aan boord, wantrouwt de Gebeërs en
Pataniërs, die hij ontmoet
;
ontvangt hulp van Ba¬
tjan; maakt de Tartare, benevens een Batjansche
prauw
,
die Borneo
—
een coracora, die Bangey ge¬
doopt wordt, voor de verdere reis gereed.
. . .281—282
1775.
Forrest
doet de baai van Offak en de Ajoe-eilan-
den aan. De
Borneo
en Bangey in een storm uit
het gezicht.
Forrest
komt te Dorei, waar ook de
Bangey verschijnt, terwijl de
Borneo
vergaan is.
XXXIT
Hij ontmoet eene Tidoreesche coracora en verblijft
daar ongeveer drie weken in een hutje aan den wal.
Hij roemt het klimaat, beschrijft de inboorlingen,
met wien hij op goeden voet stond, maar dringt het
binnenland niet in. Hij verzamelt meer dan
100
noteplantjes, ¡die waarschijnlijk van slechte qualiteit
waren
,
en noemt geene nrascaatnoten onder de han¬
delsartikels van Dorei. Hij reist terug over Wai-
geoe, Misool, de Kanari-groep
, Gebe
en
Min¬
danao
naar
Borneo;
ontmoet den radja van Misool
en de vrouw van den radja van Waigeoe
;
doet een
onjuist verhaal van de gevangenneming van dien ra¬
dja, en vindt Balambangan door de Eagelschen
verlaten
...............282—286
Vergeefsche poging om op Onin te extirpeeren,
dat noch met Tidore, noch met Misool te doen wil
hebben
............... 287
1775—1778.
Fapoesche rooverijen nemen toe en de Magin-
danaoërs bedreigen
Ternate.
Toezeggingen der
Hooge Regeering
........... 288
1778.
Gouverneur Thomaszen vervangt Valckenaer
. 288
1779.
De Sultans van Tidore en Batjan en de kroonprins
van Tidore gevangen genomen en naar
Batavia
ge¬
zonden. Tidore wordt een leen van de Compie; en prins
Gaygira wordt tot Sultan van Tidore verheven
. 288—289
Terugblik op het hoofdstuk en toestand in
1779. 289—294
YÍERDE
HOOFDSTUK.
Hoop van Thomaszen op herstel der rust. J.
Semăn
naar Maba, Weda en Patani en de vier
Papoesche koningen gezonden tot afkondiging van
den vrede. Op Maba, Weda en Patani slaagt
hij maar half en kuiperijen van Gaygira of Tido¬
reesche prinsen brengen zijn leven in gevaar
. . 295—296
1780.
Op Salawatti belooven de vier Papoesche konin¬
gen zich over eenigen tijd te onderwerpen. Te
Patani teruggekeerd, vindt Semat een zeer vijandige
stemming
. . . . . . . . . . . . . . 297
хххт
Dood
van Sultan Gaygira. Troonsopvolgings-
quaesties.
Cornabé,
de opvolger
van Thomaszen,
kiest
in
stede
van Noekoe of Kamaloedin,
prins
Pata Alam
.............297—298
Het protest van Noekoe e.
s. met
moord en brand¬
stichting beantwoord.
Kamaloedin
gevangen. Noe-
koe vlucht naar Patani en roept
Papões,
Magin-
danaoërs en Engelschen te hulp. Hij wil Semat
vermoorden, die naar
Ternata
vlucht
.....298—299
Aete van
investiture
van Sultan
Pata Alam,
waarin o. a. «alle de negorijen op de vaste wal
der Papoeèn onder Tidore gebracht worden. Oude
contracten vervallen
...........299—300
De amnestie werkt niets uit. Noekoe biijft vij¬
andig.
Paulus
Birtholomeus en Eek op
Obi door
Papões
gevangen genomen en naar Salawatti ge¬
voerd, waar Post, die hen zou loskoopen, ook gevangen
genomen wordt. Noekoe s macht op Patani, enz.
neemt toe
..............300—301
1781.
De oproerige hoofden van Patani, enz. gearresteerd.
301
Noekoe s plan om
Ternate,
Batjan
en
Макјац
te onderwerpen. Lot der gevangenen
,
Post, Jacobs
,
bartholomeus en
Eck.
Vijandelijkheden tussehen
Ternataansche
en
Tidoreesahe
benden
.... 302—303
Van Pleuren opent de correspondentie met Noe-
koe, die hiervan meesterlijk partij weet te trekken.
Hij noemt zich Sultan en koning der Papoesche
districten en begeeft zich naar Ceram. Van Pleu-
ren s hoop op onderwerping teleurgesteld.
. . . 304—306
1782.
Vrij rustig, maar de
Papões
zijn op Noekoe s
hand.
Pati
Alam
verdacht met Noekoe te heulen.
Zijne grooten zijn niet te vertrouwen en loopen
soms naar Noekoe over
.........306—308
1783.
Noekoe s vloot door de Amboineesche verslagen.
Pata Alam
heeft bezwaar tegen t zenden van ge¬
zanten naar de
Papões,
maar Cornabé zendt van
Dijk, die vermoord wordt, terwijl de Tidoreezeu
naar Noekoe overloopen
.........308—309
Noekoe s vloot voor
Tern
ite.
Paniek op Tidore.
XXXVI
Agaat«
met
de lijfwacht vermoord. Sultan
Pata
Alam
van verraad verdacht. Bloedbad op
Ti dore
door de
Comp10
en
Ternate
aangericht.
Pata Alam
gevangen en verbannen
..........309—310
Cornabé
wil Tidore onder rechtstreeksch bestuur
brengen en alle connecties met de
Papões, Patani,
enz afbreken. Voorwaarden van onderwerping der
hoofden
............... 310
1784.
De Hooge Regeering wil geen rechtstreeksch
bestuur en verleent amnestie aan de
Papões,
die
zich binnen
б
maanden onderwerpen. Kamaloedin
tot Sultan van Tidore bestemd
....... 311
1780—1784.
Connecties tusschen
Banda en
de kust van Nieuw
Guinea.
De Hooge Regeering wil de contracten
van Keijts met Onin en
Karas
vernieuwen. De
sloep van de
Northumberland door
Papões
aan¬
gevallen. Op
Banda
vreest men een aanval van
Noekoe en de Engelsohen
........311—312
1784.
Vrede van Parijs met Engeland. De Engel-
schen verkrijgen vrije vaart in de Oostersche zeeën.
Maatregelen in verband hiermede door de Gouver¬
neurs te nemen
............312—313
1785.
Kam aioedia op den troon; hij woont
te Ter¬
nate.
Zijne zendelingen kondigen de amnestie af,
maar dit heeft weinig uitwerking en Koekoe onder¬
werpt zich niet
............313—314
Moeilijke positie
vaii
Kamaloedin, die, hoewel
geen krachtigen steun vindende bij de Compie en
door verraders omringd, toch Noekoe op Ceram
wil aantasten, wat niet toegestaan wordt. De onder¬
worpen hoofden van Patani,
Gebe,
enz. zijn ook
niet te vertrouwen. Kamaloedin naar Tidore.
.314—315
Noekoe vertrouwt de amnestie niet, komt soms
op Boeli en heeft overal aanhangers en spionnen.
Hij zendt gezanten naar
Calcutta, die
afgewezen
worden. Hij versterkt zijn aanhang; vrees, dat men
hem nooit meester zal worden
.......315—316
1787.
Anastasuis van Halm met de
Ceres, Scipio,
Lynx en Pijl
te Ternate.
De Ceres
en Lynx naar
XXXVII
Makasser. Er wordt gedelibereerd, en men maakt
het Kamaloedin lastig, maar aan de aarzeling of
men Noekoe aan zou vallen of niet, komt een ein¬
de door de tijding, dat deze door zijnen aanhang
verlaten zoude zijn. De Scipio en Pijl vertrekken
naar Amboina
............316—317
De rooverijen der
Papões
houden aan, maar de
aanwezigheid van t
eskader
werkt goed. De En-
gelschen maken het ook niet lastig met de vrije vaart.
318
De extirpateurs te Patani, enz. door Noekoe
bedreigd
............... 319
1788. .
Een vlootje van Kamaloedin bij Salawatti door
Noekoe verslagen. De weg van list en overreding
aanbevolen
.............. 319
Nieuwe onderhandelingen. Noekoe s //waarachtig
//verbond , houdende voorwaarden van onderwerping.
Noekoe heeft invloed op de Aroe-en Kei-eilanden,
boezemt Kamaloedin vrees in en noemt zich Sul¬
tan van Ceram en de Papoeën
......320—321
1789.
De Tidoreezen bemachtigen Salawatti; de bevolking
vraagt een wettigen koning. De Hooge Begeering
is tevreden over Kamaloedin. Noekoe s vloot bij
Ceram door den Gouverneur van Amboina verslagen.
Noekoe vlucht naar Misool. Vijandelijkheden der
Aroeërs en Magindanaoërs
........321—323
1790.
Prins Arowé, tot radja van Salawatti benoemd,
wordt daar met gejuich ontvangen en de radja s
van Misool en Waigama onderwerpen zich; de
Tidoreesche
-
vloot keert wegens ziekte terug. Noe¬
koe wijkt naar
Goram. Aroe
bezet. Prins Melked-
din onderwerpt zich
...........323—324
Linke en Hertsman naar Halmaheira gezonden
om te extirpeeren, met de Windhond. Vechtpartijen
aan boord. Te War
sai
worden
11
schepelingen ge¬
vangen gehouden; eindelijk komt de Windhond te
Maba
...............325—326
De gevangenen van Warsai verlost. Linke en
Hertsman gestraft
.......... . 326
Eene Tidoreesche expeditie zal naar Mefoor gaan.
XXXVIII
Goram
en
Goram
onder Amboina gebracht; maar
de Bandasche
burgers hebben vrije vaart.
... 327
1791.
Noekoe versterkt zich op
Goram.
Werner Gobius
met de
Bellona
en Mercuur, versterkt met
Compus
sohepen en coracora s, tuchtigt de Aroê-eilanden
en
Teor;
hij sneuvelt in een gevecht op
Goram
. 327—328
1790—1792.
MacCluer naar de Pelew- of Palau-eilanden
,
China, enz. Hij gaat met
de Panther
en
Endea¬
vour
langs de Schouten-eilanden en de noordkust
van Nieuw
Guinea
naar Misool; vervolgens naar
de westkust en de Telok Berau, die naar hem
genoemd wordt en waar
Nicholson
vermoord wordt.
Volgt de zuidkust tot
6°
Z.
В.;
daarna naar
Timor.
MacCluer heeft connecties aangeknoopt op Misool
en
Gebe.
Verhaal der deserteurs van
de Panther. 328—331
1791.
Schipbreuk van de
Pandora in
Torres-straat.
. 331
1792.
William
Bligh met de
Providence en Assistant
door Torres-straat naar
Timor
.......331—332
Noekoe wordt met rust gelaten.
Goram
niet
aangevallen. Plannen van en geruchten omtrent
Noekoe
............... 332
1793.
Heijdeman, op verkenning gezonden, voert niet
veel uit
............... 333
Stuurman Dell van de Hornmzeer en de
Chester¬
field,
die onder
William Eampton en Matthew
В.
Alt Torres-straat doorzeilen, neemt de kust
van Nieuw
Guinea
voor de Britsche kroon in bozit.
333—334
d Entrecasteaux op
Waigeoe met l Espérance.
335
John Hayes met The Duke of Clarence
naar
Dorei; blijft daar drie maanden en bouwt een
fort, dat bezet blijft, onder kapitein
Court. De
Papões
vallen hem aan
..........336—337
1794.
Hayes op
Batjan en Boeroe geweest. Hij ver¬
klaart, dat de Engeïschen het fort
Coronation
gesticht hebben, aan de
Bestoration
Bay
op New
Albion
............... 338
The Duchess of
Clarsnce bij
Coronation;
ver¬
klaringen van de Sipaijers en de Orous
.... 338—339
XXXIX
Hayes over Timor
naar
Batavia.
Hij zegt naar
Bengalen te gaan. maar komt te
Macio.
. . . 339—340
1793.
MacC .uer op Palau-eilanden. De
Panther en
Endeavour
te Macao.
Vertrekken naar
Bombay.
340—341
1794.
MacCluer geeft de kolonisatie der Palau-eilan¬
den op en komt ziek
te Macao
aan
.....341—342
Hayes
draagt hem op naar
Dorai te
gaan
,
en
gaat zelf naar
Canton.
MacCluer vertrekt over
de Palau-eilanden naar Dorei
.......342—343
Treurige toestand der Engel
schen,
toen hij met
de Venus
aldaar aankwam. De Engelschen ver¬
oorzaken geen klachten. MacCluer
met de Venus
naar Boeroe
.............343—344
1795.
MacCluer te Dorei terug
........ 344
1794.
Protesten
van den Saltan van
Tidore, en hunne
geschiedenis
. . . ,.........345—346
1795.
MacCluer erkent de Tidoreesche passen niet
en zegt, dat Noekoe de geheele Papoe aan de
Engelschen afgestaan heeft. Engelsche aanteeke-
ningen op de passen gemaakt, en de handel aan
Compies onderdanen geweigerd
.......346—347
MacCluer handelde in overeenstemming met Noe¬
koe. Geruchten en berichten omtrent fort
Corona¬
tion
en de Engelschen, o. a. melding makende
van een aanplant van
noteboomen en
van vijande¬
lijkheden met de inboorlingen
........347—349
MacCluer vertrekt over Boeroe naar Amboina,
waar hij als een lorrendraaier behandeld wordt.
.349—350
Borei
door de Engelschen verlaten. Onzekerheid,
waarin men
te Ternate
verkeerde omtrent de vesti¬
ging der Engelschen. De kolonisten komen met de
Resource en Duchess of Clarence
te Waroe. Noe-
koe s gezanten naar Bengalen
.......350—352
Beschouwingen over de vestiging der Engelschen
op Nieuw
Guinea ten
betooge, dat zij als proef
ondernomen werd om, naar omstandigheden, door
de Fngelsche Compie te worden gedesavoueerd of
gesanctionneerd
. · ...........352—354
1794.
Noekoe s macht neemt toe. Prins Djanalabdin,
van Ceilon
naar
Noekoe
gevlucht
,
beweert
,
dat
het gezag over de
Papões
aan hem opgedragen is.
De vloot van Noekoe groeit aan
;
de zendelingen der
Comp 6
kunnen het doel hunner reis niet bereiken
. 354—356
Ternate
versterkt; Kamaloedin versuft. Onrust op
Tidore. De vrees voor Noekoe neemt toe. Be¬
windhebbers raden minnelijke schikking aan. Hooge
Begeering wenscht algemeene amnestie en afstand
in leen aan Noekoe van de Papoe of Ceram s
noordkust
..............356—358
1795.
Noekoe versterkt zijne partij en wordt gesteund
door de Engelsche kapiteins Bisdon en
Lander;
hij komt op
Gebe.
Correspondentie tusschen Noè-
koe en Kamaloedin. Fatani, fflaba, Weda en
Tobello kiezen Noekoe
s
partij, toen hij met de
Engelsche schepen in die streken kwam
.... 358—360
Budach
wordt Gouverneur; hij ziet het gevaar;
maar ook op Menado, Gorontalo en
Goram
spe¬
len de roovers den baas. Onmacht om het gezag
behoorlijk te handhaven
.......... 360
Vrees voor een aanval
der Franschen
schijnt
ongegrond. Engeland de grootste vijand der Ba-
taafsche republiek
........... 361
1796.
Prins
Hassan als
onderhandelaar naar Noekoe,
die antwdbrdt, dat hij niets met de
Comp«5
te maken
wil hebben. Hij wordt nu bij besluit tot onver-
zoenlijken vijand verklaard
........361—362
Het
Komité
tot de zaken van den Oost-Indi-
schen handel
............. 362
De Engelsche vloot in de Molukken. Val van
Amboina en
Banda. De
Sultan van
Ternate
af¬
gezet en weggezonden.
Sarkam in
zijne plaats op
den troon
..............362—363
Brief door Noekoe,
Court,
Risdon en
Stewart
onderteekend
,
waarbij Kamaloedin gedreigd wordt
en aangemaand de Compie te verlaten.
Debrief
blijft
onbeantwoord
.............363—365
De toestand wordt moeielijk. Kamaloedin ver¬
liest alle gezag
............ 365
XLI
1797.
Pack enham
eischt
Ternate
op. Geweigerd. Hij
beschiet de plaats, neemt de Windhond en een
Chineesche bark
............365—366
Val van Menado en van Batjan, waarbij Noe-
koe tegenwoordig is
........... 366
Noekoe verschijnt met
70
zeilen en een En-
gelsch schip voor Tidore; de hoofden onderwerpen
zich
;
Kamaloedin en de lijfwacht vluchten naar
Ternate.
Noekoe
neemt Tidore in bezit; hij valt
Ternate
herhaaldelijk aan en wordt afgeslagen.
De Engelschen vertrekken
;
Noekoe vestigt zich op
Tidore en noemt zich
:
Sultan
ш
Tidore en den
resorte
van dien
...........366—368
Gebrek
te Ternate.
Voordeelen behaald op Noe-
koe s vloot
.............. 368
Proviand-prauwen door de Tidoreezen veroverd.
Djanalabdin bij Noekoe aangekomen. Nadeelige
geruchten over Noekoe
.......... 369
Gevechten. Noekoe verbrandt gebouwen op
Ter¬
nate.
Lützow s laadschouwen doen uitnemende dien¬
sten
................369—370
Hassan
door Noekoe gevangen genomen, toen
hij als Budach s onderhandelaar op Tidore kwam.
Djanalabdin is door Noekoe tot radja-moeda ver¬
heven.· Prins Mossel loopt over naar Noekoe en
wordt rijksbestuurder. Ontevredenheid
te Ternate,
ook onder t garnizoen. Lützow verslaat de Ti¬
doreezen en brengt sagoe binnen
......370—371
Banda s Welvaren aan Eisdon overgegeven.
Deze en
Lander eischen
Ternate
te vergeefs op
.371—372
Hongersnood en desertie. Aankomst van De
//Aandacht . Een aanval van Noekoe afgeslagen.
372—373
1798.
Commodore Ballart eischt
Ternate
op; den vol¬
genden dag doet
Forrest
dit.
Budach
weigert.
Noekoe « vloot tracht zich met de Engelschen te
vereenigen. Gevechten. Eijst en sagoe binnen
Ter¬
nate
gebracht
.............373—374
Noekoe benoemt een Goegoegoe van
Taháni
tot
koning van Djelolo
.......... . 374
Nijpend gebrek
te Ternate; de
bevolking vermin¬
dert;
de
inkomsten verdwijnen. Prins
Hassan te
Ternate
terug. Aankomst van de
Helena en
Wa¬
ker. Hevig gevecht, doch Noekoe afgeslagen.
Spanning
.............. 375
1799.
Insluiting van
Ternate;
gebrek. Eenige sagoe
bekomen. Opeisching
van commodore Hills door
Budach
afgeslagen. Sommatie en bedreiging. Ter-
lucco aangevallen en door
Walter
verdedigd.
Hills
belet toevoer van levensmiddelen
.......376—377
Djiko werft Alfoersche hulpbenden. Aanval van
von
Lützow op Tidore;
h¡j
verslaat de vloot bij
Soasio, maar wordt door de
Or pne
is verdreven.
De Aandacht en Waker in svijands handen.
.377—378
Gevaarlijke toestand. Gelukkig komt
Le Même
met l Unie en la Friponne op de reede;
maar hij
vertrekt
weder, na
eene mislukte expeditie tegen
Tidore
...............378—380
Budach
ziek. Aankomst van zijnen vervanger
Willem Jacob Cranssen
met le Comte de
Co-
benzei,
de Kraai, Spion en
Onverwactt
. . . 380—381
Formatie eener nieuwe expeditie. Elphinstone
opent onderhandelingen over uitwisseling van krijgs¬
gevangenen. Verkenning naar Batjan. Aanvalsplan
van Cranssen
.............381—383
Cranssen voert de expeditie aan, doch keert on-
verrichterzake terug
;
de Tidoreesche vloot was ver¬
dreven; een aanval op de forten mislukte, doch
80
victualie-prauwen werden buit gemaakt. Engelsche
schepen in t gezicht, en daarom naar
Ternate
te¬
ruggekeerd. De Ternataansche coracora-vloot blijft
in zee; van een nieuwen aanval wordt afgezien.
.383—385
1800.
Opheffing der Oost-Indische Compagnie.
Baad der Aziatische bezittingen. Dood van
Johan
Gofried
Budach
.........385—386
Cranssen s poging om, middels verraad van Boe-
gineezen, Noekoe in z n macht te krijgen, misluit
volkomen
..............386—387
Vertrek van
le Comte
de Cobenzel en gesel·:e-
ХШІ
dénis van de
gestolen kroon van
Ternate,
ten ge¬
volge waarvan Cranssen de Ternataansche Alfoeren
onder rechtstreeksch bestuur stelt
.......387—389
De bevolking van Mak
j
an
zal naar
Ternate
over¬
gebracht worden. Er heerscht een zekere rust, nu
de Engelschen vertrokken zijn
.......389—390
Prins
Hassan met
eene geheime zending naar
Tidore; is ook een handlanger van Noekoe. Djana-
labdin door de Engelschen gevangen genomen.
. 390—392
Hassan
benoemd tot radja-moeda van Tidore.
Merkwaardige raadszitting
te Ternate
op
11
Sep¬
tember; rol door
Hassan
gespeeld. Gewisselde brie¬
ven. Amnestie
.............392—396
Feestelijke installatie van
Hassan als
radja-moeda.
396
Hassan,
naar Tidore teruggekeerd
,
wordt belaagd
door prins Ceijlon e. s. en verliest zijnen invloed
. 397—398
Hassan s
en Cranssen s plan om Tahoeloe te
vermeesteren. De onderneming mislukt volkomen;
Hassan
wordt vermoord en de oorlog breekt op
nieuw uit. Cranssen door de Tidoreesche vloot
aangevallen
..............398—402
Beschouwingen over het karakter en de politiek
van Cranssen
.............402—403
1801.
De voor
Temate
bestemde schepen door de En¬
gelschen genomen. Jassim volgt
Sarkam
op als
Sultan van
Ternate
........... 404
Een Engelse
i eskader
voor
Ternate. Astle
en
Burr
eischen
de plaats op ruwe wijze op. Cranssen
weigert. De Waker genomen. Ernstig gevecht met
de Engelschen
,
die
,
na aanzienlijke verliezen geleden
te hebben, vertrekken
..........404—405
Gevechten met Noekoe bij Sindangoly.
. . . 406
Burr eischt
Ternate
op nieuw op. Cranssen
weigert. De parlementairs trachten hem tot over¬
gave te bewegen. Aanval van het
eskader
van Hayes,
in vereeniging met Noekoe s vloot. Noekoe s hulp.
Verraad. Kajoemera in s vijands handen, van
Sockum en Rodijk willen Cranssen tot de over-
XLIV
gave dwingen. Cranssen wijst nieuwe voorstellen
tot overgave af.
............ 406—408
Samenzwering van Rodijk en van Dockum e. s.
Cranssen door de samenzweerders gevangen genomen.
De politieke Raad neemt het bestuur in handen en
geeft
Ternate
den 21sten Juni over aan de Engel-
schen. Intocht der Engelschen en van Noekoe.
408—410
Bepalingen van de capitulatie. Cranssens s
gedrag goedgekeurd; de leden van den raad zullen
door den advocaat-fiskaal vervolgd worden.
. . . 410—411
Noekoe erkend als wettige Sultan. Vredesver¬
drag tusschen Tidore en
Ternate
van
5
November.
Tidore heeft den voorrang boven
Ternate
. . . 411—412
Majoor Webber zoekt Noekoe op. Hij verklaart
Djelolo vogelvrij. De Engelschen schijnen
Gebe
en Fau gekocht te hebben.
. . ,.....412—413
1802.
Vrede van
Amiens.
Cranssen wordt Gouver¬
neur van Amboina en is met Melissen en Boek-
holst in commissie tot overneming der Oostersche
provinciën
.............. 413
1803.
Boekholst door Wieling, Melissen door Buyskes
vervangen. Buyskes en de benoemde gezagheb-
ber
der
Molukken,
Goldbach, in
subcommissie
naar
Ternate.
............413—414
Cranssen belast met de leiding der inlandsche
zaken in de Molukken. Hij vertrouwt Djanalab-
din en draagt hem eene zending op naar
С
eram,
Papoe, enz. Noekoe wil dezen prins laten oplichten
;
dit mislukt, en nu houdt hij hem te vriend. Gold-
bach houdt Tidore te vriend. Cranssen keurt
dit af.
...............414—415
Pogingen, tijdens het Engelsen bestuur aange¬
wend, om
Ternate
in opstand te brengen
. . .415—416
Brutale handelingen en eischen van Noekoe.
Vergeefsohe poging om van Bockum en Rodijk
te arresteeren
............ .416—417
De commissarissen Cranssen en Wieling
te Ter¬
nate.
Noekoe verschijnt niet. Aankomst van Dja-
n
al ab din
......,........ 417
XLV
Djanalabdin
als
Äoekoe s
gezant
te Ternate.
Noekoe eischt o.
a.:
voorrang boven
Ternate,
af¬
stand van
Makjan
aan
hem en
van Gilolo
aan
Djelolo. Noekoe
s
brief
om vergiffenis; zijne eischen.
418—419
Onderhandelingen
met
Djanalabđin,
en
besluit,
waarbij Kajassa aan Djelolo wordt afgestaan, ter¬
wijl
de andere
zaken door de Hooge Regeering
beslist zouden worden
,
en algemeen pardon verleend
wordt. Nieuwe eischen van Noekoe, Djelolo en
Djanalabdin. Vertrek der Commissarissen Cranssen
en Wieling
.............419—420
Toenadering tusschen Noekoe en
Goldbach.
Crans¬
sen steunt Djanalabdin en
Ibrahim. De
Hooge
Begeering beslist niet omtrent Noekoe s eischen;
Djelolo verbreekt zijne verbindtenis; oorlog met
Engeland
;
een en ander veroorzaakt nieuwe onlusten.
420—422
1804. Ibrahim
wijkt naar Tidore en wil met Djana¬
labdin en Djelolo, die de Tobelloreezen haalt,
Temate
aanvallen
...........422—
42S
Wieling vervangt
Goldbach.
Cranssen gemach¬
tigd om met Noekoe te onderhandelen. Eene com¬
missie naar Tidore; deze wordt vrij ongepast ont¬
vangen
...............423—424
Luitenant Feterszen op expeditie tegen Djelolo.
Hij voert niet veel uit
,
blijkens rapport van Dibbetz
,
die met
de Phoenix
gevolgd was
......424—425
Noekoe maakt bezwaar tegen zeven artikelen van
het ontworpen contract. Hij wil Ceram niet af¬
staan, zelf prinsen en grooten straffen, zijne forten
niet slechten
,
geene Papoesche slaven leveren
,
geene
uitgewekenen uitleveren en zelf de Papoesche ko¬
ningen aanstellen
............425—426
Wieling
S
wederlegging dezer bezwaren
;
hij wil
alleen van de levering der Papoesche slaven afzien.
Noekoe vraagt den afstand van Ceram, als gunst.
426—427
Vijandelijkheden van Djelolo op Halmaheira
. 428—42»
Pieter
Wijnand naar Ceram, waar nog onrust
heerscht. Eene expeditie, onder Schroijenstein en
anderen naar Ceram gezonden, heeft weinig succes
XLVI
1805
en komt met vele zieken
te Ternate
terug.
Hoff¬
man en Hazel
houden een saniri op
Cera
m .
. 429—43fr
Engelsche schepen bij
Gebe.
Noekoe belet den
aanvoer van levensmiddelen. Feitelijk was het weer
oorlog. Vijandelijkheden. Cranssen machtigtWie-
ling krachtig tegen Noekoe op te treden. Onbe¬
schaamde brief van Noekoe. Kooversvloot van Sa-
naffi van
Gebe. Djelolo
noemt zich Sultan en radja.
430—431
l Hirondelle
op brandwacht
te Ternate.
Toe¬
voer van
Batavia
ontvangen. Alle correspondentie
met Tidore afgebroken. Dood van Noekoe
. . . 432
Beschouwingen over het karakter van Noekoe
. 432—435
Djanalabdin Sultan van Tidore zonder den Gou¬
verneur hiervan kennis te geven. De Voorspoed
door de Tidoreezen aangetast en andere vijandelijk¬
heden. Expeditie van Luitenant Swarts. Makjan-
ners naar
Ternate
...........435—436
Cranssen opent onderhandelingen met Djana-
labdin
,
en deze met
Ternate.
Weinig hoop op succes.
43 6—437
1806.
De
Tťrnataansche
vloot aangevallen. Verschij¬
ning der Engelschen. De brik
Belgica
genomen
door
de Greyhound
onder Elphinstone, en aan Dja-
nalabdin verkocht. Weintre herneemt
de Belgica.
437—439
Nieuwe onderhandelingen met Djanalabdin over
de uitlevering van Djelolo, de
7
artikelen en de
erkenning als Sultan. De Tidoreesche forten ver¬
overd, Djanalabdin vlucht. Tidoreesche hoofden
bezweren de
21
artikelen. Djelolo verslagen; hij
vlucht en sterft
............439—440
1807.
Sultan Jassim overleden en opgevolgd door
Mo¬
hamad
Ali.
Expeditie tegen Maba, Weda en
Fatani. De hoofden van Fatani verzoeken onder
rechtstreeksch bestuur te staan. Vele Halmahei
ra¬
sche
hoofden teekenen de
21
artikelen
.....440—441
Djanalabdin, naar Misool gevlucht, opent onder¬
handelingen met Cranssen. Een Engelsch schip,
bij Wardjo gestrand, wordt geplunderd. Luitenant
Herder naar Maba, waar weder met de Engel¬
schen geheuld wordt
..........441—443
XLVII
1808.
Cran
s
sen
wil Djanalabdin erkennen, Wieling
niet. De opstandelingen van Maba, door
Engel-
scheu
gesteund, worden gevaarlijk. Gebrek aan
macht
te Ternate.
Herder retireert, na een onge¬
lukkig gevecht
.............443—445
Bevelen van Daendels De Mandarijn onder
Camarens
te Ternate.
Djanalabdin naar Maba.
Carnarens maakt bezwaar tegen eene expeditie naar
Maba. Djanalabdin valt Fatani aan, doch wordt
geslagen
...............
445__447
Cranssen, overtuigd van Djanalabdin s verraad,
biedt prins Mossel den troon van Tidore aan
;
deze
neemt slechts voorwaardelijk aan
....... 447
Daendels kent aan de militaire autoriteiten de
tweede plaats toe in de Oostersche provinciën.
Cranssen teruggeroepen. Wieling tot Gouverneur
van
Amboina,
Coop
à
Groen tot gezaghebber
te
Ternate
benoemd...........
447—448
1809.
Weling wil Mossel tot Sultan kronen; de zoons
van Djelolo willen Mossel gevangen nemen.
. 448—449
Een gelukte en een mislukte aanval op Wosso.
De Tidoreezen worden niet vertrouwd. Bekruising.
449—450
De Tidoreesche hoofden vragen op nieuw onder
rechtstreeksch bestuur te blijven.
Coop
à
Groen
naar
Banda.
Joh.
von Mittman
gezaghebber
а. і.
van
Ternate
W lliam O
Bryan
Drury verklaart
Java
en de Molukfcen in
staat van blokkade.
. 450—451
Eeorganisatie
der
Oostersche
provinciën. Zij
worden verdeeld in prefecturen, onderprefecturen en
een
commandement.
Wieling overleden. Prins Mos¬
sel door
Đaendels
tot Sultan benoemd. Hij belooft
bij
Filz
te mboina te zullen komen
.....451—452
1810.
De zendelingen van
von Mittman,
die Mossel
van Amboina zouden halen, brengen de tijding
,
dat
Amboina door de Engelschea genomen is. Mossel
bevindt zich ook daar. Men vreest nu zijne komst.
Djanalabdin wint veld op Halmaheira en valt
Batjan aan
.............452—453-
XLVIII
Maatregelen van verdediging
van
von Mittman.
Oproer onder t garnizoen gedempt. Geldgebrek
. 453—454
Edward
Tucker,
Commandant van de Dover,
eisoht Ternate op. De overgave geweigerd.
Lan¬
ding van Forbes.
Kajoemera overrompeld. Luite¬
nant
S
chuts
lijdt zware verliezen. Kapitein Mul¬
der beschiet de Dover. Ternate
besehoten.
Capi¬
tulatie op
31
Augustus. Val van Menado en
Banda
...............454—457
Ternate een onderdeel der Molukken, welker
Gouverneur te Amboina zetelt.
Forbes Comman¬
dant
van Ternate. Dood van Djanalabdin. Mos¬
sel wordt Sultan
............ 457
1811.
Djamaloedin, zoon van Djanalabdin
,
maakt eene
demonstratie op Ternate en wordt door
Forbes
gevangen genomen en verbannen. Asgar, zoon van
Djelolo, gevangen genomen en verbannen.
//Treaty
//of amity and alliance met
den Sultan van
Ternate
(5
November). Makjan onder
Te·nate
. . . .457—459
1814.
Contract tusschen
Ternate
en Tidore van
27
October.
De districten: Mansary, Karandifer,
Amburpura en TTmbarpon op Nieuw
Guinea
on¬
der Tidore gebracht
...........459—461
1815.
Djamaloedin tot Sultan-moeda verheven. Maba,
Weda en Fatani aan hem afgestaan.
//Articles of
//agreement
waarbij de positie van Djamaloedin
geregeld wordt,
(6
Maart). Onlusten tusschen
Tidore en Maba. Onlusten op
Goram.
Prins
Ibra¬
him
en
Sele
gevangen
..........461—464
1814.
Conventie van
13
Augustus
1814
met Enge¬
land. Betoog, dat deze conventie het recht van
bezit van
Ti
ore op de Papoesche eilanden en een
deel van Nieuw
Guinea
erkent. Commissarissen-
Generaal voor het overnemen der koloniën van de
Engelschen benoemd
. ,........464—466·
1816.
Aankomst der Commissarissen
te Batavia.
N
En¬
gelhard en J.
&.
van Middelkoop zullen de Mo¬
lukken overnemen
........... 466
1817.
Kapitein-Luitenant ter zee J, de Groot en J. A.
XLIX
•Neijs
naar
Ternate
om
dit
van Mackenzie over
te nemen. Moeilijkheden over
de teraggave
der in
1811
in
beslag genomen wapens
ea
munitie van
DjamaJoedin
.............466—467
Vernieuwing der contracten met
Ternate
en Ti-
dore; de rechtsmacht der Sultans aan banden ge¬
legd
;
extirpatie gehandhaafd. Slechte qualiteit der
noten van Patani, Civiel bestuur
te Ternate.
Neijs
resident. Djamaloedin vlucht en komt weer in op¬
stand
...............467—468
Terugblik en toestand in
1817......468—471
|
any_adam_object | 1 |
author | Speelman, Cornelis 1628-1684 |
author_GND | (DE-588)101383878 (DE-588)119319640 |
author_facet | Speelman, Cornelis 1628-1684 |
author_role | aut |
author_sort | Speelman, Cornelis 1628-1684 |
author_variant | c s cs |
building | Verbundindex |
bvnumber | BV005187293 |
classification_rvk | NK 1056 NN 7400 |
ctrlnum | (OCoLC)260116062 (DE-599)BVBBV005187293 |
discipline | Geschichte |
format | Book |
fullrecord | <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>01738nam a2200421 cb4500</leader><controlfield tag="001">BV005187293</controlfield><controlfield tag="003">DE-604</controlfield><controlfield tag="005">20190806 </controlfield><controlfield tag="007">t|</controlfield><controlfield tag="008">920527s1908 ne |||| 00||| dut d</controlfield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(OCoLC)260116062</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(DE-599)BVBBV005187293</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-604</subfield><subfield code="b">ger</subfield><subfield code="e">rakwb</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1="0" ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="044" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">ne</subfield><subfield code="c">NL</subfield></datafield><datafield tag="049" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">DE-473</subfield><subfield code="a">DE-Re8</subfield><subfield code="a">DE-12</subfield><subfield code="a">DE-37</subfield><subfield code="a">DE-188</subfield></datafield><datafield tag="084" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">NK 1056</subfield><subfield code="0">(DE-625)125855:</subfield><subfield code="2">rvk</subfield></datafield><datafield tag="084" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">NN 7400</subfield><subfield code="0">(DE-625)127087:</subfield><subfield code="2">rvk</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Speelman, Cornelis</subfield><subfield code="d">1628-1684</subfield><subfield code="e">Verfasser</subfield><subfield code="0">(DE-588)101383878</subfield><subfield code="4">aut</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652</subfield><subfield code="b">met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis</subfield><subfield code="c">uitgegeven door A. Hotz</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="a">Amsterdam</subfield><subfield code="b">Müller</subfield><subfield code="c">1908</subfield></datafield><datafield tag="300" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">CXV, 466 S.</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">n</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">nc</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="490" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Werken</subfield><subfield code="v">Ser. 3,26</subfield></datafield><datafield tag="600" ind1="1" ind2="7"><subfield code="a">Cunaeus, Joan</subfield><subfield code="0">(DE-588)12343422X</subfield><subfield code="2">gnd</subfield><subfield code="9">rswk-swf</subfield></datafield><datafield tag="651" ind1=" " ind2="7"><subfield code="a">Iran</subfield><subfield code="0">(DE-588)4027653-3</subfield><subfield code="2">gnd</subfield><subfield code="9">rswk-swf</subfield></datafield><datafield tag="655" ind1=" " ind2="7"><subfield code="0">(DE-588)4076645-7</subfield><subfield code="a">Reisebericht</subfield><subfield code="y">1651-1652</subfield><subfield code="2">gnd-content</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2="0"><subfield code="a">Cunaeus, Joan</subfield><subfield code="0">(DE-588)12343422X</subfield><subfield code="D">p</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2="1"><subfield code="a">Iran</subfield><subfield code="0">(DE-588)4027653-3</subfield><subfield code="D">g</subfield></datafield><datafield tag="689" ind1="0" ind2=" "><subfield code="5">DE-604</subfield></datafield><datafield tag="700" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Hotz, Albertus</subfield><subfield code="d">1855-1930</subfield><subfield code="e">Sonstige</subfield><subfield code="0">(DE-588)119319640</subfield><subfield code="4">oth</subfield></datafield><datafield tag="830" ind1=" " ind2="0"><subfield code="a">Werken</subfield><subfield code="v">Ser. 3,26</subfield><subfield code="w">(DE-604)BV037477414</subfield><subfield code="9">3,26</subfield></datafield><datafield tag="856" ind1="4" ind2="2"><subfield code="m">Digitalisierung UB Bamberg</subfield><subfield code="q">application/pdf</subfield><subfield code="u">http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003207796&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA</subfield><subfield code="3">Inhaltsverzeichnis</subfield></datafield><datafield tag="940" ind1="1" ind2=" "><subfield code="q">BSBQK0130</subfield></datafield><datafield tag="943" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796</subfield></datafield><datafield tag="980" ind1="4" ind2=" "><subfield code="a">(DE-12)AK49152039</subfield></datafield></record></collection> |
genre | (DE-588)4076645-7 Reisebericht 1651-1652 gnd-content |
genre_facet | Reisebericht 1651-1652 |
geographic | Iran (DE-588)4027653-3 gnd |
geographic_facet | Iran |
id | DE-604.BV005187293 |
illustrated | Not Illustrated |
indexdate | 2024-12-23T11:31:28Z |
institution | BVB |
language | Dutch |
oai_aleph_id | oai:aleph.bib-bvb.de:BVB01-003207796 |
oclc_num | 260116062 |
open_access_boolean | |
owner | DE-473 DE-BY-UBG DE-Re8 DE-BY-UBR DE-12 DE-37 DE-188 |
owner_facet | DE-473 DE-BY-UBG DE-Re8 DE-BY-UBR DE-12 DE-37 DE-188 |
physical | CXV, 466 S. |
psigel | BSBQK0130 |
publishDate | 1908 |
publishDateSearch | 1908 |
publishDateSort | 1908 |
publisher | Müller |
record_format | marc |
series | Werken |
series2 | Werken |
spellingShingle | Speelman, Cornelis 1628-1684 Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis Werken Cunaeus, Joan (DE-588)12343422X gnd |
subject_GND | (DE-588)12343422X (DE-588)4027653-3 (DE-588)4076645-7 |
title | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis |
title_auth | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis |
title_exact_search | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis |
title_full | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz |
title_fullStr | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz |
title_full_unstemmed | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis uitgegeven door A. Hotz |
title_short | Journaal der reis van den gezant der O. I. Compagnie Joan Cunaeus naar Perzië in 1651-1652 |
title_sort | journaal der reis van den gezant der o i compagnie joan cunaeus naar perzie in 1651 1652 met route kaart en plattegrond en plaat von persepolis |
title_sub | met route-kaart en plattegrond en plaat von Persepolis |
topic | Cunaeus, Joan (DE-588)12343422X gnd |
topic_facet | Cunaeus, Joan Iran Reisebericht 1651-1652 |
url | http://bvbr.bib-bvb.de:8991/F?func=service&doc_library=BVB01&local_base=BVB01&doc_number=003207796&sequence=000002&line_number=0001&func_code=DB_RECORDS&service_type=MEDIA |
volume_link | (DE-604)BV037477414 |
work_keys_str_mv | AT speelmancornelis journaalderreisvandengezantderoicompagniejoancunaeusnaarperziein16511652metroutekaartenplattegrondenplaatvonpersepolis AT hotzalbertus journaalderreisvandengezantderoicompagniejoancunaeusnaarperziein16511652metroutekaartenplattegrondenplaatvonpersepolis |