III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen
Toen wetenschappers in het Zuid Amerikaanse oerwoud op onderzoek uitgingen waren ze sterk onder de indruk van de agressieve mieren die leefden op de Cecropia, de trompetboom. De mieren leven in de holle stam van deze bomen en beschermen de boom met hun agressief gedrag tegen ongewenste indringers. D...
Gespeichert in:
Veröffentlicht in: | Forum Formicidarum 2007-01 |
---|---|
1. Verfasser: | |
Format: | Artikel |
Sprache: | dut |
Online-Zugang: | Volltext |
Tags: |
Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
|
container_end_page | |
---|---|
container_issue | |
container_start_page | |
container_title | Forum Formicidarum |
container_volume | |
creator | Joke van Elven |
description | Toen wetenschappers in het Zuid Amerikaanse oerwoud op onderzoek uitgingen waren ze sterk onder de indruk van de agressieve mieren die leefden op de Cecropia, de trompetboom. De mieren leven in de holle stam van deze bomen en beschermen de boom met hun agressief gedrag tegen ongewenste indringers. Dit is wel één van de sprekendste voorbeelden van symbiose van plantensoorten en bepaalde daarin gespecialiseerde mierensoorten. Over deze vorm van symbiose gaat voorliggende verhandeling zonder overigens de pretentie te hebben daarin volledig te zijn. Er is duidelijk sprake van een geleidelijke overgang van planten die helemaal niets doen om mieren aan te lokken tot een intensieve wederzijds afhankelijke symbiose. Planten hebben baat van de mieren omdat deze herbivore insecten opruimen. Niet alle mierensoorten die leven of foerageren op planten zijn gespecialiseerde planten-mieren. Sommige soorten doen de plant zelfs schade, zoals de bladsnijdersmier, Atta, of mieren die “luizen houden” voor hun suikerhoudende afscheidingsproducten, bekend als honingdauw (Benson 1985). |
format | Article |
fullrecord | <record><control><sourceid>naturalis</sourceid><recordid>TN_cdi_naturalis_natuurtijdschriften_556504</recordid><sourceformat>XML</sourceformat><sourcesystem>PC</sourcesystem><sourcerecordid>FOFO2005006003004.pdf</sourcerecordid><originalsourceid>FETCH-naturalis_natuurtijdschriften_5565043</originalsourceid><addsrcrecordid>eNpjYeA0NDU30jUxsDTmYOAtLs5MMjA1NDY1sjQw4WQw8fT01HNUCK7MTcrML05VKEvMUyjIScwrSc1TAKLczNQiIJWZp5CSqpCXml9SlF-QmsfDwJqWmFOcyguluRm03VxDnD108xJLSosSczKL40Gs0qKSzKyU4uSMosw0oHnxpqZmpgYmxqSpBgDo4Tww</addsrcrecordid><sourcetype>Open Access Repository</sourcetype><iscdi>true</iscdi><recordtype>article</recordtype></control><display><type>article</type><title>III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen</title><source>Alma/SFX Local Collection</source><creator>Joke van Elven</creator><creatorcontrib>Joke van Elven</creatorcontrib><description>Toen wetenschappers in het Zuid Amerikaanse oerwoud op onderzoek uitgingen waren ze sterk onder de indruk van de agressieve mieren die leefden op de Cecropia, de trompetboom. De mieren leven in de holle stam van deze bomen en beschermen de boom met hun agressief gedrag tegen ongewenste indringers. Dit is wel één van de sprekendste voorbeelden van symbiose van plantensoorten en bepaalde daarin gespecialiseerde mierensoorten. Over deze vorm van symbiose gaat voorliggende verhandeling zonder overigens de pretentie te hebben daarin volledig te zijn. Er is duidelijk sprake van een geleidelijke overgang van planten die helemaal niets doen om mieren aan te lokken tot een intensieve wederzijds afhankelijke symbiose. Planten hebben baat van de mieren omdat deze herbivore insecten opruimen. Niet alle mierensoorten die leven of foerageren op planten zijn gespecialiseerde planten-mieren. Sommige soorten doen de plant zelfs schade, zoals de bladsnijdersmier, Atta, of mieren die “luizen houden” voor hun suikerhoudende afscheidingsproducten, bekend als honingdauw (Benson 1985).</description><identifier>ISSN: 1572-4093</identifier><language>dut</language><publisher>Nederlandse Entomologische Vereniging</publisher><ispartof>Forum Formicidarum, 2007-01</ispartof><oa>free_for_read</oa><woscitedreferencessubscribed>false</woscitedreferencessubscribed></display><links><openurl>$$Topenurl_article</openurl><openurlfulltext>$$Topenurlfull_article</openurlfulltext><thumbnail>$$Tsyndetics_thumb_exl</thumbnail><link.rule.ids>230,314,777,781,882</link.rule.ids></links><search><creatorcontrib>Joke van Elven</creatorcontrib><title>III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen</title><title>Forum Formicidarum</title><description>Toen wetenschappers in het Zuid Amerikaanse oerwoud op onderzoek uitgingen waren ze sterk onder de indruk van de agressieve mieren die leefden op de Cecropia, de trompetboom. De mieren leven in de holle stam van deze bomen en beschermen de boom met hun agressief gedrag tegen ongewenste indringers. Dit is wel één van de sprekendste voorbeelden van symbiose van plantensoorten en bepaalde daarin gespecialiseerde mierensoorten. Over deze vorm van symbiose gaat voorliggende verhandeling zonder overigens de pretentie te hebben daarin volledig te zijn. Er is duidelijk sprake van een geleidelijke overgang van planten die helemaal niets doen om mieren aan te lokken tot een intensieve wederzijds afhankelijke symbiose. Planten hebben baat van de mieren omdat deze herbivore insecten opruimen. Niet alle mierensoorten die leven of foerageren op planten zijn gespecialiseerde planten-mieren. Sommige soorten doen de plant zelfs schade, zoals de bladsnijdersmier, Atta, of mieren die “luizen houden” voor hun suikerhoudende afscheidingsproducten, bekend als honingdauw (Benson 1985).</description><issn>1572-4093</issn><fulltext>true</fulltext><rsrctype>article</rsrctype><creationdate>2007</creationdate><recordtype>article</recordtype><recordid>eNpjYeA0NDU30jUxsDTmYOAtLs5MMjA1NDY1sjQw4WQw8fT01HNUCK7MTcrML05VKEvMUyjIScwrSc1TAKLczNQiIJWZp5CSqpCXml9SlF-QmsfDwJqWmFOcyguluRm03VxDnD108xJLSosSczKL40Gs0qKSzKyU4uSMosw0oHnxpqZmpgYmxqSpBgDo4Tww</recordid><startdate>20070101</startdate><enddate>20070101</enddate><creator>Joke van Elven</creator><general>Nederlandse Entomologische Vereniging</general><scope>O.4</scope></search><sort><creationdate>20070101</creationdate><title>III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen</title><author>Joke van Elven</author></sort><facets><frbrtype>5</frbrtype><frbrgroupid>cdi_FETCH-naturalis_natuurtijdschriften_5565043</frbrgroupid><rsrctype>articles</rsrctype><prefilter>articles</prefilter><language>dut</language><creationdate>2007</creationdate><toplevel>online_resources</toplevel><creatorcontrib>Joke van Elven</creatorcontrib><collection>Natuurtijdschriften</collection><jtitle>Forum Formicidarum</jtitle></facets><delivery><delcategory>Remote Search Resource</delcategory><fulltext>fulltext</fulltext></delivery><addata><au>Joke van Elven</au><format>journal</format><genre>article</genre><ristype>JOUR</ristype><atitle>III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen</atitle><jtitle>Forum Formicidarum</jtitle><date>2007-01-01</date><risdate>2007</risdate><issn>1572-4093</issn><abstract>Toen wetenschappers in het Zuid Amerikaanse oerwoud op onderzoek uitgingen waren ze sterk onder de indruk van de agressieve mieren die leefden op de Cecropia, de trompetboom. De mieren leven in de holle stam van deze bomen en beschermen de boom met hun agressief gedrag tegen ongewenste indringers. Dit is wel één van de sprekendste voorbeelden van symbiose van plantensoorten en bepaalde daarin gespecialiseerde mierensoorten. Over deze vorm van symbiose gaat voorliggende verhandeling zonder overigens de pretentie te hebben daarin volledig te zijn. Er is duidelijk sprake van een geleidelijke overgang van planten die helemaal niets doen om mieren aan te lokken tot een intensieve wederzijds afhankelijke symbiose. Planten hebben baat van de mieren omdat deze herbivore insecten opruimen. Niet alle mierensoorten die leven of foerageren op planten zijn gespecialiseerde planten-mieren. Sommige soorten doen de plant zelfs schade, zoals de bladsnijdersmier, Atta, of mieren die “luizen houden” voor hun suikerhoudende afscheidingsproducten, bekend als honingdauw (Benson 1985).</abstract><pub>Nederlandse Entomologische Vereniging</pub><oa>free_for_read</oa></addata></record> |
fulltext | fulltext |
identifier | ISSN: 1572-4093 |
ispartof | Forum Formicidarum, 2007-01 |
issn | 1572-4093 |
language | dut |
recordid | cdi_naturalis_natuurtijdschriften_556504 |
source | Alma/SFX Local Collection |
title | III.A Symbiose van planten en mieren in de neotropen |
url | https://sfx.bib-bvb.de/sfx_tum?ctx_ver=Z39.88-2004&ctx_enc=info:ofi/enc:UTF-8&ctx_tim=2025-01-19T15%3A20%3A51IST&url_ver=Z39.88-2004&url_ctx_fmt=infofi/fmt:kev:mtx:ctx&rfr_id=info:sid/primo.exlibrisgroup.com:primo3-Article-naturalis&rft_val_fmt=info:ofi/fmt:kev:mtx:journal&rft.genre=article&rft.atitle=III.A%20Symbiose%20van%20planten%20en%20mieren%20in%20de%20neotropen&rft.jtitle=Forum%20Formicidarum&rft.au=Joke%20van%20Elven&rft.date=2007-01-01&rft.issn=1572-4093&rft_id=info:doi/&rft_dat=%3Cnaturalis%3EFOFO2005006003004.pdf%3C/naturalis%3E%3Curl%3E%3C/url%3E&disable_directlink=true&sfx.directlink=off&sfx.report_link=0&rft_id=info:oai/&rft_id=info:pmid/&rfr_iscdi=true |