The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases
Kopijnummerpolymorfismen zijn naast SNPs een belangrijke vorm van genetische variatie. De α- en ß-defensinelocus op chromosoom 8p23 vertoont een dergelijke variatie. Defensines spelen een belangrijke rol in het gezond houden van de barrière functie van het epitheelweefsel. Enerzijds hebben ze een an...
Gespeichert in:
1. Verfasser: | |
---|---|
Format: | Dissertation |
Sprache: | eng |
Online-Zugang: | Volltext bestellen |
Tags: |
Tag hinzufügen
Keine Tags, Fügen Sie den ersten Tag hinzu!
|
container_end_page | |
---|---|
container_issue | |
container_start_page | |
container_title | |
container_volume | |
creator | Nuytten, Hilde |
description | Kopijnummerpolymorfismen zijn naast SNPs een belangrijke vorm van genetische variatie. De α- en ß-defensinelocus op chromosoom 8p23 vertoont een dergelijke variatie. Defensines spelen een belangrijke rol in het gezond houden van de barrière functie van het epitheelweefsel. Enerzijds hebben ze een antimicrobiële werking, anderzijds zijn ze chemotactisch voor cellen van zowel het aangeboren als van het verworven immuunsysteem. Daarom hebben we de kopijnummervariatie van deze genen in kaart gebracht en de betrokkenheid van defensines onderzocht in ziekten waarbij de epitheelbarrière verstoord is zoals COPD, mucoviscidose, de ziekte van Crohn en parodontitis.Omdat er bij aanvang van deze studie geen gevalideerde test voorhanden was voor de kwantificatie van kopijnummers, hebben we zelf een kwantitatieve test ontwikkeld op basis van kwantitatieve PCR. Om een accurate test te verkrijgen, hebben we referentieconstructen aangemaakt met een gekend aantal kopijen van het herhaalde gen en 1 kopij van een referentiegen. Op deze wijze kunnen we via een standaardcurve het kopijnummer bepalen. Vervolgens hebben wij deze test gevalideerd met interfase FISH en ze gebruikt om de α- en ß-defensineregio te karakteriseren. Uit deze analyses is gebleken dat de ß-defensineregio een spreiding heeft van 2 tot 8 kopijen per diploïd genoom met een gemiddelde van 4 kopijen. Tevens bleek dat het DEFA1A3 gen 3 tot 10 keer voorkomt met een gemiddelde van 6 kopijen per diploïd genoom. Het kopijnummer van het DEFA1A3 gen bleek bovendien onafhankelijk te zijn van het kopijnummer van de ß-defensineregio.Wanneer we het aantal kopijen groepeerden volgens leeftijd en geslacht, merkten we een leeftijds- en geslachtsafhankelijke distributie van het ß-defensinekopijnummer. De distributie bleek daarenboven populatieafhankelijk te zijn. De verschillende strategieën die we tot nu toe gebruikt hebben om dit fenomeen beter te begrijpen hebben nog geen verklaring kunnen brengen. Zo is er geen variatie in het kopijnummer tussen verschillende soorten bloedcellen. Ook hebben we geen verschil in kopijnummer kunnen vaststellen tussen bloed en mondweefsel van dezelfde persoon. Verder hebben FISH-experimenten niet kunnen aantonen dat ß-defensine genen als extrachromosomaal DNA voorkomen.Na de karakterisatie van het kopijnummerpolymorfisme hebben we functionele studies uitgevoerd met oraal epitheelweefsel en aan parodontitis gerelateerde bacteriën. Het effect van twee mondpathogenen (Porphyromonas gingivalis e |
format | Dissertation |
fullrecord | <record><control><sourceid>kuleuven_FZOIL</sourceid><recordid>TN_cdi_kuleuven_dspace_1979_1987</recordid><sourceformat>XML</sourceformat><sourcesystem>PC</sourcesystem><sourcerecordid>1979_1987</sourcerecordid><originalsourceid>FETCH-kuleuven_dspace_1979_19873</originalsourceid><addsrcrecordid>eNqNjDsOwjAQRN1QoMAdtqClQClCaBGIA6SPNvZGXmFsy-uEz-mJAj00M9LozVuq3FgCdNEioDfQUUYw1JMX9qBDfIIfbh0lGDExZg7-ANpiQp0p8Wte5ieKBP0h4M7ZAsUpyTE66DAlnhyGhVBIVmrRoxNaf7tQcD41x8v2OjgaRvKtkYia2l1d1VPsq7JQmx9Imx-5_MP0BtVSUkM</addsrcrecordid><sourcetype>Institutional Repository</sourcetype><iscdi>true</iscdi><recordtype>dissertation</recordtype></control><display><type>dissertation</type><title>The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases</title><source>Lirias (KU Leuven Association)</source><creator>Nuytten, Hilde</creator><creatorcontrib>Nuytten, Hilde ; Cuppens, Harry ; Cassiman, Jean-Jacques</creatorcontrib><description>Kopijnummerpolymorfismen zijn naast SNPs een belangrijke vorm van genetische variatie. De α- en ß-defensinelocus op chromosoom 8p23 vertoont een dergelijke variatie. Defensines spelen een belangrijke rol in het gezond houden van de barrière functie van het epitheelweefsel. Enerzijds hebben ze een antimicrobiële werking, anderzijds zijn ze chemotactisch voor cellen van zowel het aangeboren als van het verworven immuunsysteem. Daarom hebben we de kopijnummervariatie van deze genen in kaart gebracht en de betrokkenheid van defensines onderzocht in ziekten waarbij de epitheelbarrière verstoord is zoals COPD, mucoviscidose, de ziekte van Crohn en parodontitis.Omdat er bij aanvang van deze studie geen gevalideerde test voorhanden was voor de kwantificatie van kopijnummers, hebben we zelf een kwantitatieve test ontwikkeld op basis van kwantitatieve PCR. Om een accurate test te verkrijgen, hebben we referentieconstructen aangemaakt met een gekend aantal kopijen van het herhaalde gen en 1 kopij van een referentiegen. Op deze wijze kunnen we via een standaardcurve het kopijnummer bepalen. Vervolgens hebben wij deze test gevalideerd met interfase FISH en ze gebruikt om de α- en ß-defensineregio te karakteriseren. Uit deze analyses is gebleken dat de ß-defensineregio een spreiding heeft van 2 tot 8 kopijen per diploïd genoom met een gemiddelde van 4 kopijen. Tevens bleek dat het DEFA1A3 gen 3 tot 10 keer voorkomt met een gemiddelde van 6 kopijen per diploïd genoom. Het kopijnummer van het DEFA1A3 gen bleek bovendien onafhankelijk te zijn van het kopijnummer van de ß-defensineregio.Wanneer we het aantal kopijen groepeerden volgens leeftijd en geslacht, merkten we een leeftijds- en geslachtsafhankelijke distributie van het ß-defensinekopijnummer. De distributie bleek daarenboven populatieafhankelijk te zijn. De verschillende strategieën die we tot nu toe gebruikt hebben om dit fenomeen beter te begrijpen hebben nog geen verklaring kunnen brengen. Zo is er geen variatie in het kopijnummer tussen verschillende soorten bloedcellen. Ook hebben we geen verschil in kopijnummer kunnen vaststellen tussen bloed en mondweefsel van dezelfde persoon. Verder hebben FISH-experimenten niet kunnen aantonen dat ß-defensine genen als extrachromosomaal DNA voorkomen.Na de karakterisatie van het kopijnummerpolymorfisme hebben we functionele studies uitgevoerd met oraal epitheelweefsel en aan parodontitis gerelateerde bacteriën. Het effect van twee mondpathogenen (Porphyromonas gingivalis en Actinobacillus actinomycetemcomitans), zowel als van twee commensale bacteriën (Fusobacterium nucleatum en Escherichia coli), evenals van twee stimulerende agentia (PMA en TNFα), werd nagegaan op de ß-defensine en IL-8 expressie in mondeptiheelweefsel. Uit deze studies is gebleken dat commensale bacteriën een ander ß-defensine inductiepatroon vertonen dan pathogene bacteriën. Aangezien pathogene bacteriën zorgen voor een verminderde opregulatie van de ß-defensines, ontsnappen ze aan het afweermechanisme van het epitheelweefsel en kunnen ze het weefsel binnendringen en ziekte veroorzaken.Voor mucoviscidose hebben we zowel een associatiestudie als functionele studies uitgevoerd. Uit de associatiestudie is gebleken dat patiënten met meer ß-defensine-kopijen een milder longfenotype hebben en tevens ook een hogere levens-verwachting. We hebben dit positief effect van een hoger aantal ß-defensinekopijen verder onderzocht door epitheelcellen met respectievelijk veel en weinig ß-defensinegenen in cultuur te brengen. Uit deze experimenten is gebleken dat wanneer er veel ß-defensinekopijen aanwezig zijn, de expressie van deze genen verhoogd wordt onder invloed van pro-inflammatoire stimuli zoals bijv. TNFα. Deze opregulatie zorgt voor een betere bescherming tegen infecties door Peudomonas aeruginosa. Dit is een belangrijke, CF gerelateerde, pathogene bacterie die zorgt voor chronische longinfecties.Bij de ziekte van Crohn en bij COPD echter bleken te veel ß-defensinegenen een ongunstig effect te hebben. Een hoger kopijnummer van de ß-defensinegenen blijkt geassocieerd te zijn met aantasting van de dikke darm bij de ziekte van Crohn, deze associatie was het sterkst bij patiënten waar de ziekte zich op jongere leeftijd manifesteert. Daarnaast hebben we kunnen aantonen dat, bij Crohn s patiënten die behandeld worden met TNFα blokkers, een hoog aantal kopijen van de ß-defensinelocus gelieerd is aan het ontwikkelen van psoriatische huidletsels. Bij COPD patiënten bleek tevens een hoger aantal ß-defensinekopijen geassocieerd te zijn met de ziekte. Een hoog aantal ß-defensinekopijen bij COPD en de ziekte van Crohn draag wellicht bij tot een versterking van de ziekteverwekkende immuunreactie.Naast dit ß-defensine effect hebben we ook vastgesteld dat een hoog kopijnummer van het DEFA1A3 gen geassocieerd is met chronische afstoting van de getransplanteerde long bij COPD patiënten die een longtransplantatie hebben ondergaan.Het aantal kopijen van de ß-defensineregio blijkt dus van belang te zijn voor het gezond houden van de epitheelbarrière. De ß-defensine CNV is vandaag de dag wellicht de klinisch meest relevante CNV.</description><language>eng</language><creationdate>2008</creationdate><woscitedreferencessubscribed>false</woscitedreferencessubscribed></display><links><openurl>$$Topenurl_article</openurl><openurlfulltext>$$Topenurlfull_article</openurlfulltext><thumbnail>$$Tsyndetics_thumb_exl</thumbnail><link.rule.ids>312,316,781,27865</link.rule.ids><linktorsrc>$$Uhttps://lirias.kuleuven.be/handle/1979/1987$$EView_record_in_KU_Leuven_Association$$FView_record_in_$$GKU_Leuven_Association</linktorsrc></links><search><creatorcontrib>Nuytten, Hilde</creatorcontrib><title>The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases</title><description>Kopijnummerpolymorfismen zijn naast SNPs een belangrijke vorm van genetische variatie. De α- en ß-defensinelocus op chromosoom 8p23 vertoont een dergelijke variatie. Defensines spelen een belangrijke rol in het gezond houden van de barrière functie van het epitheelweefsel. Enerzijds hebben ze een antimicrobiële werking, anderzijds zijn ze chemotactisch voor cellen van zowel het aangeboren als van het verworven immuunsysteem. Daarom hebben we de kopijnummervariatie van deze genen in kaart gebracht en de betrokkenheid van defensines onderzocht in ziekten waarbij de epitheelbarrière verstoord is zoals COPD, mucoviscidose, de ziekte van Crohn en parodontitis.Omdat er bij aanvang van deze studie geen gevalideerde test voorhanden was voor de kwantificatie van kopijnummers, hebben we zelf een kwantitatieve test ontwikkeld op basis van kwantitatieve PCR. Om een accurate test te verkrijgen, hebben we referentieconstructen aangemaakt met een gekend aantal kopijen van het herhaalde gen en 1 kopij van een referentiegen. Op deze wijze kunnen we via een standaardcurve het kopijnummer bepalen. Vervolgens hebben wij deze test gevalideerd met interfase FISH en ze gebruikt om de α- en ß-defensineregio te karakteriseren. Uit deze analyses is gebleken dat de ß-defensineregio een spreiding heeft van 2 tot 8 kopijen per diploïd genoom met een gemiddelde van 4 kopijen. Tevens bleek dat het DEFA1A3 gen 3 tot 10 keer voorkomt met een gemiddelde van 6 kopijen per diploïd genoom. Het kopijnummer van het DEFA1A3 gen bleek bovendien onafhankelijk te zijn van het kopijnummer van de ß-defensineregio.Wanneer we het aantal kopijen groepeerden volgens leeftijd en geslacht, merkten we een leeftijds- en geslachtsafhankelijke distributie van het ß-defensinekopijnummer. De distributie bleek daarenboven populatieafhankelijk te zijn. De verschillende strategieën die we tot nu toe gebruikt hebben om dit fenomeen beter te begrijpen hebben nog geen verklaring kunnen brengen. Zo is er geen variatie in het kopijnummer tussen verschillende soorten bloedcellen. Ook hebben we geen verschil in kopijnummer kunnen vaststellen tussen bloed en mondweefsel van dezelfde persoon. Verder hebben FISH-experimenten niet kunnen aantonen dat ß-defensine genen als extrachromosomaal DNA voorkomen.Na de karakterisatie van het kopijnummerpolymorfisme hebben we functionele studies uitgevoerd met oraal epitheelweefsel en aan parodontitis gerelateerde bacteriën. Het effect van twee mondpathogenen (Porphyromonas gingivalis en Actinobacillus actinomycetemcomitans), zowel als van twee commensale bacteriën (Fusobacterium nucleatum en Escherichia coli), evenals van twee stimulerende agentia (PMA en TNFα), werd nagegaan op de ß-defensine en IL-8 expressie in mondeptiheelweefsel. Uit deze studies is gebleken dat commensale bacteriën een ander ß-defensine inductiepatroon vertonen dan pathogene bacteriën. Aangezien pathogene bacteriën zorgen voor een verminderde opregulatie van de ß-defensines, ontsnappen ze aan het afweermechanisme van het epitheelweefsel en kunnen ze het weefsel binnendringen en ziekte veroorzaken.Voor mucoviscidose hebben we zowel een associatiestudie als functionele studies uitgevoerd. Uit de associatiestudie is gebleken dat patiënten met meer ß-defensine-kopijen een milder longfenotype hebben en tevens ook een hogere levens-verwachting. We hebben dit positief effect van een hoger aantal ß-defensinekopijen verder onderzocht door epitheelcellen met respectievelijk veel en weinig ß-defensinegenen in cultuur te brengen. Uit deze experimenten is gebleken dat wanneer er veel ß-defensinekopijen aanwezig zijn, de expressie van deze genen verhoogd wordt onder invloed van pro-inflammatoire stimuli zoals bijv. TNFα. Deze opregulatie zorgt voor een betere bescherming tegen infecties door Peudomonas aeruginosa. Dit is een belangrijke, CF gerelateerde, pathogene bacterie die zorgt voor chronische longinfecties.Bij de ziekte van Crohn en bij COPD echter bleken te veel ß-defensinegenen een ongunstig effect te hebben. Een hoger kopijnummer van de ß-defensinegenen blijkt geassocieerd te zijn met aantasting van de dikke darm bij de ziekte van Crohn, deze associatie was het sterkst bij patiënten waar de ziekte zich op jongere leeftijd manifesteert. Daarnaast hebben we kunnen aantonen dat, bij Crohn s patiënten die behandeld worden met TNFα blokkers, een hoog aantal kopijen van de ß-defensinelocus gelieerd is aan het ontwikkelen van psoriatische huidletsels. Bij COPD patiënten bleek tevens een hoger aantal ß-defensinekopijen geassocieerd te zijn met de ziekte. Een hoog aantal ß-defensinekopijen bij COPD en de ziekte van Crohn draag wellicht bij tot een versterking van de ziekteverwekkende immuunreactie.Naast dit ß-defensine effect hebben we ook vastgesteld dat een hoog kopijnummer van het DEFA1A3 gen geassocieerd is met chronische afstoting van de getransplanteerde long bij COPD patiënten die een longtransplantatie hebben ondergaan.Het aantal kopijen van de ß-defensineregio blijkt dus van belang te zijn voor het gezond houden van de epitheelbarrière. De ß-defensine CNV is vandaag de dag wellicht de klinisch meest relevante CNV.</description><fulltext>true</fulltext><rsrctype>dissertation</rsrctype><creationdate>2008</creationdate><recordtype>dissertation</recordtype><sourceid>FZOIL</sourceid><recordid>eNqNjDsOwjAQRN1QoMAdtqClQClCaBGIA6SPNvZGXmFsy-uEz-mJAj00M9LozVuq3FgCdNEioDfQUUYw1JMX9qBDfIIfbh0lGDExZg7-ANpiQp0p8Wte5ieKBP0h4M7ZAsUpyTE66DAlnhyGhVBIVmrRoxNaf7tQcD41x8v2OjgaRvKtkYia2l1d1VPsq7JQmx9Imx-5_MP0BtVSUkM</recordid><startdate>20081204</startdate><enddate>20081204</enddate><creator>Nuytten, Hilde</creator><scope>FZOIL</scope></search><sort><creationdate>20081204</creationdate><title>The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases</title><author>Nuytten, Hilde</author></sort><facets><frbrtype>5</frbrtype><frbrgroupid>cdi_FETCH-kuleuven_dspace_1979_19873</frbrgroupid><rsrctype>dissertations</rsrctype><prefilter>dissertations</prefilter><language>eng</language><creationdate>2008</creationdate><toplevel>online_resources</toplevel><creatorcontrib>Nuytten, Hilde</creatorcontrib><collection>Lirias (KU Leuven Association)</collection></facets><delivery><delcategory>Remote Search Resource</delcategory><fulltext>fulltext_linktorsrc</fulltext></delivery><addata><au>Nuytten, Hilde</au><format>dissertation</format><genre>dissertation</genre><ristype>THES</ristype><Advisor>Cuppens, Harry</Advisor><Advisor>Cassiman, Jean-Jacques</Advisor><btitle>The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases</btitle><date>2008-12-04</date><risdate>2008</risdate><abstract>Kopijnummerpolymorfismen zijn naast SNPs een belangrijke vorm van genetische variatie. De α- en ß-defensinelocus op chromosoom 8p23 vertoont een dergelijke variatie. Defensines spelen een belangrijke rol in het gezond houden van de barrière functie van het epitheelweefsel. Enerzijds hebben ze een antimicrobiële werking, anderzijds zijn ze chemotactisch voor cellen van zowel het aangeboren als van het verworven immuunsysteem. Daarom hebben we de kopijnummervariatie van deze genen in kaart gebracht en de betrokkenheid van defensines onderzocht in ziekten waarbij de epitheelbarrière verstoord is zoals COPD, mucoviscidose, de ziekte van Crohn en parodontitis.Omdat er bij aanvang van deze studie geen gevalideerde test voorhanden was voor de kwantificatie van kopijnummers, hebben we zelf een kwantitatieve test ontwikkeld op basis van kwantitatieve PCR. Om een accurate test te verkrijgen, hebben we referentieconstructen aangemaakt met een gekend aantal kopijen van het herhaalde gen en 1 kopij van een referentiegen. Op deze wijze kunnen we via een standaardcurve het kopijnummer bepalen. Vervolgens hebben wij deze test gevalideerd met interfase FISH en ze gebruikt om de α- en ß-defensineregio te karakteriseren. Uit deze analyses is gebleken dat de ß-defensineregio een spreiding heeft van 2 tot 8 kopijen per diploïd genoom met een gemiddelde van 4 kopijen. Tevens bleek dat het DEFA1A3 gen 3 tot 10 keer voorkomt met een gemiddelde van 6 kopijen per diploïd genoom. Het kopijnummer van het DEFA1A3 gen bleek bovendien onafhankelijk te zijn van het kopijnummer van de ß-defensineregio.Wanneer we het aantal kopijen groepeerden volgens leeftijd en geslacht, merkten we een leeftijds- en geslachtsafhankelijke distributie van het ß-defensinekopijnummer. De distributie bleek daarenboven populatieafhankelijk te zijn. De verschillende strategieën die we tot nu toe gebruikt hebben om dit fenomeen beter te begrijpen hebben nog geen verklaring kunnen brengen. Zo is er geen variatie in het kopijnummer tussen verschillende soorten bloedcellen. Ook hebben we geen verschil in kopijnummer kunnen vaststellen tussen bloed en mondweefsel van dezelfde persoon. Verder hebben FISH-experimenten niet kunnen aantonen dat ß-defensine genen als extrachromosomaal DNA voorkomen.Na de karakterisatie van het kopijnummerpolymorfisme hebben we functionele studies uitgevoerd met oraal epitheelweefsel en aan parodontitis gerelateerde bacteriën. Het effect van twee mondpathogenen (Porphyromonas gingivalis en Actinobacillus actinomycetemcomitans), zowel als van twee commensale bacteriën (Fusobacterium nucleatum en Escherichia coli), evenals van twee stimulerende agentia (PMA en TNFα), werd nagegaan op de ß-defensine en IL-8 expressie in mondeptiheelweefsel. Uit deze studies is gebleken dat commensale bacteriën een ander ß-defensine inductiepatroon vertonen dan pathogene bacteriën. Aangezien pathogene bacteriën zorgen voor een verminderde opregulatie van de ß-defensines, ontsnappen ze aan het afweermechanisme van het epitheelweefsel en kunnen ze het weefsel binnendringen en ziekte veroorzaken.Voor mucoviscidose hebben we zowel een associatiestudie als functionele studies uitgevoerd. Uit de associatiestudie is gebleken dat patiënten met meer ß-defensine-kopijen een milder longfenotype hebben en tevens ook een hogere levens-verwachting. We hebben dit positief effect van een hoger aantal ß-defensinekopijen verder onderzocht door epitheelcellen met respectievelijk veel en weinig ß-defensinegenen in cultuur te brengen. Uit deze experimenten is gebleken dat wanneer er veel ß-defensinekopijen aanwezig zijn, de expressie van deze genen verhoogd wordt onder invloed van pro-inflammatoire stimuli zoals bijv. TNFα. Deze opregulatie zorgt voor een betere bescherming tegen infecties door Peudomonas aeruginosa. Dit is een belangrijke, CF gerelateerde, pathogene bacterie die zorgt voor chronische longinfecties.Bij de ziekte van Crohn en bij COPD echter bleken te veel ß-defensinegenen een ongunstig effect te hebben. Een hoger kopijnummer van de ß-defensinegenen blijkt geassocieerd te zijn met aantasting van de dikke darm bij de ziekte van Crohn, deze associatie was het sterkst bij patiënten waar de ziekte zich op jongere leeftijd manifesteert. Daarnaast hebben we kunnen aantonen dat, bij Crohn s patiënten die behandeld worden met TNFα blokkers, een hoog aantal kopijen van de ß-defensinelocus gelieerd is aan het ontwikkelen van psoriatische huidletsels. Bij COPD patiënten bleek tevens een hoger aantal ß-defensinekopijen geassocieerd te zijn met de ziekte. Een hoog aantal ß-defensinekopijen bij COPD en de ziekte van Crohn draag wellicht bij tot een versterking van de ziekteverwekkende immuunreactie.Naast dit ß-defensine effect hebben we ook vastgesteld dat een hoog kopijnummer van het DEFA1A3 gen geassocieerd is met chronische afstoting van de getransplanteerde long bij COPD patiënten die een longtransplantatie hebben ondergaan.Het aantal kopijen van de ß-defensineregio blijkt dus van belang te zijn voor het gezond houden van de epitheelbarrière. De ß-defensine CNV is vandaag de dag wellicht de klinisch meest relevante CNV.</abstract></addata></record> |
fulltext | fulltext_linktorsrc |
identifier | |
ispartof | |
issn | |
language | eng |
recordid | cdi_kuleuven_dspace_1979_1987 |
source | Lirias (KU Leuven Association) |
title | The alpha and beta defensin copy number variation: characterization and association with epithelial barrier diseases |
url | https://sfx.bib-bvb.de/sfx_tum?ctx_ver=Z39.88-2004&ctx_enc=info:ofi/enc:UTF-8&ctx_tim=2024-12-12T18%3A34%3A30IST&url_ver=Z39.88-2004&url_ctx_fmt=infofi/fmt:kev:mtx:ctx&rfr_id=info:sid/primo.exlibrisgroup.com:primo3-Article-kuleuven_FZOIL&rft_val_fmt=info:ofi/fmt:kev:mtx:dissertation&rft.genre=dissertation&rft.btitle=The%20alpha%20and%20beta%20defensin%20copy%20number%20variation:%20characterization%20and%20association%20with%20epithelial%20barrier%20diseases&rft.au=Nuytten,%20Hilde&rft.date=2008-12-04&rft_id=info:doi/&rft_dat=%3Ckuleuven_FZOIL%3E1979_1987%3C/kuleuven_FZOIL%3E%3Curl%3E%3C/url%3E&disable_directlink=true&sfx.directlink=off&sfx.report_link=0&rft_id=info:oai/&rft_id=info:pmid/&rfr_iscdi=true |